Par. 4.1: Snelheid VWO 2

Hoofdstuk 4: Bewegen
28-1-2025
Vwo 2
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4: Bewegen
28-1-2025
Vwo 2

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
- Introductie hoofdstuk 4
- Uitleg §4.1: Snelheid
- Maken opdrachten §4.1

Na deze les kun je:
- Uitleggen wat snelheid is en deze berekenen.
- Werken met de formule v = s/t
- Uitleggen wat een eenparige beweging is.

Slide 2 - Diapositive

Snelheid

Slide 3 - Carte mentale

Hoofdstuk 4: Beweging
- Snelheid berekenen
- (gemiddelde) snelheid en snelheid op een bepaald moment
- (s,t)-diagrammen
- (v,t)-diagrammen
- Stopafstand

Beoordelingen: Practicum met verslag (1x), PW (2x)

Slide 4 - Diapositive

Snelheid
Snelheid = het tempo waarin je je verplaatst. Snelheid heeft een grootte (hoe hard je gaat) en een richting (welke kant je op gaat).

Om de snelheid te berekenen, moet je de afstand en de tijd weten.

Snelheid drukken we uit in km/h of m/s.

Slide 5 - Diapositive

Een auto legt in 10 minuten 6 km af. Wat is de gemiddelde snelheid in km/h?
A
1,67 km/h
B
0,6 km/h
C
36 km/h
D
60 km/h

Slide 6 - Quiz

Thomas fietst in 30 seconden 150 meter. Wat is zijn gemiddelde snelheid in m/s?
A
5 m/s
B
0,2 m/s
C
180 m/s
D
45 m/s

Slide 7 - Quiz

Verschillende bewegingen
Eenparige beweging = de snelheid heeft steeds dezelfde grootte en richting.
Versnelde beweging = de snelheid neemt toe.
Vertraagde beweging = de snelheid neemt af.

Slide 8 - Diapositive

Snelheid berekenen
- Met een verhoudingstabel
- Met een formule

Gemiddelde snelheid = totale afstand / totale tijdsduur
vgem = s / t
v gem : snelheid in meter per seconde (m/s)
s : afstand in meter (m)
t : tijd in seconde (s)

Slide 9 - Diapositive

Sifan Hassan rende de 1500 m in 4 minuten. Wat was haar snelheid in m/s?
A
375 m/s
B
6,25 m/s
C
6000 m/s
D
0,16 m/s

Slide 10 - Quiz

Formulewerk...
vgem = s / t

v gem : snelheid in meter per seconde (m/s)
s : afstand in meter (m)
t : tijd in seconde (s)



Slide 11 - Diapositive

Een cheeta kan 30 meter per seconde rennen. Hoeveel seconden doet een cheeta over een afstand van 150 meter?

Slide 12 - Question ouverte

Van km/h naar m/s
90 km/h = ... m/s

90 km = 90.000 m
1 uur = 60 min = 3600 s
Dus 90 km/h = 90.000 m : 3600 s = 25 m/s



Slide 13 - Diapositive

Van km/h naar m/s en omgekeerd
Om van km/h naar m/s te gaan, deel je door 3,6.

Om van m/s naar km/h te gaan, vermenigvuldig je met 3,6


Slide 14 - Diapositive

Joost fietst met een gemiddelde snelheid van 6 m/s. Wat is zijn snelheid in km/h?

Slide 15 - Question ouverte

Cynthia rijdt met haar auto 40 km in 30 minuten. Wat is haar gemiddelde snelheid in m/s? Rond af op 1 decimaal

Slide 16 - Question ouverte

Aan de slag! (weektaak)
§4.1 opdr. 2, 6, 7, 9, 10, 12, 13, 15, 16 en 18.

Extra uitdaging? Maak opdr. 20 i.p.v. opdr. 2, 6 en 9.

Tijd: tot 5 minuten voor einde les
Hoe? In stilte of zachtjes overleg met buurman/buurvrouw
Vragen? Steek je vinger op

Slide 17 - Diapositive

Afstand, tijd-diagram 
(s,t-diagram)
Iedere 2 seconden wordt er een foto gemaakt. 

Slide 18 - Diapositive

Afstand, tijd-diagram 
(s,t-diagram)
Iedere 2 seconden wordt er een foto gemaakt. Teken het (s,t)-diagram.
Geen vragen? Maken opdr. 7 en 8 in stilte!

Slide 19 - Diapositive

Waar moet je aan denken als je een (s,t)-diagram tekent?
Tijd op de horizontale as (x-as)
Afstand op de verticale as (y-as)
Gelijke stapgrootte assen
Assen benoemen
Vloeiende lijn

Slide 20 - Diapositive