Les 3 - Communicatie

COMMUNICATIE
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 1.5 min

Éléments de cette leçon

COMMUNICATIE

Slide 1 - Diapositive

Communicatie
1.1 Inleiding
1.2 Communicatie en interactie
1.3 Soorten communicatie
1.4 Vormen van non-verbale communicatie
1.5 Betekenis van non-verbale communicatie in het contact
1.6 Lichaamstaal
1.7 Evalueren
1.8 Soorten vrachtbrieven
1.9 Partijen in het vervoerovereenkomst
2.0 Uitleg Internationale vrachtbrief


Slide 2 - Diapositive

Doel van deze les:
Na de les kun je de verschillende soorten van Communicatie benoemen.

Slide 3 - Diapositive

Waar denk jij aan bij
communicatie?

Slide 4 - Carte mentale

Hoe gebruik je communicatie in je werk?

Slide 5 - Carte mentale

Wat is communicatie?
Communicatie is het overbrengen van informatie van de een naar de ander.



Bij communicatie gaat het altijd om het uitwisselen van woorden en signalen tussen mensen. Dat kan rechtstreeks, maar steeds vaker gebruiken we hulpmiddelen als e-mail, internet etc.

Slide 6 - Diapositive

De beroepskracht MZ luistert aandachtig naar een cliënt die vertelt over zijn thuissituatie.

Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

De praktijkopleider geeft feedback aan de stagiaire die onderuitgezakt zit en boos kijkt.

Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

De praktijkopleider maakt middels een gebaar duidelijk dat de student nog even moet wachten op de gang.
Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

De docent mailt een student dat zij een onvoldoende heeft voor haar paper.

Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

"Je kunt niet niet communiceren"

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Dirk zegt tegen collega Elya: 'Ik ga zo meneer Driesen helpen. Help jij mevr. Reus?'



Wie is de zender? Wie is de ontvanger? Wat is de boodschap?

Slide 13 - Diapositive

Interactie
Is een ander woord voor wisselwerking, wederzijdse beïnvloeding.

Bij interactie reageert de een op de ander en gaan boodschappen heen en weer.

Slide 14 - Diapositive

Medium
Communicatie kan direct plaatsvinden tussen twee mensen, maar communicatie kan ook indirect plaatsvinden. Er is dan sprake van een medium.

Een medium is een informatiedrager die zorgt voor de overdracht van de boodschap.

Wat zijn voordelen? Wat zijn nadelen?

Slide 15 - Diapositive

Feedback
Feedback is het terugkoppelen van informatie van de ene persoon naar de andere, waarbij duidelijk gemaakt wordt hoe de boodschap (of het gedrag) van de een op de ander overkomt. 

Mondelinge communicatie zonder feedback stopt vrijwel meteen. Als zender heb je namelijk behoefte aan feedback, al zijn het maar kleine geluidjes zoals 'hmm' of knikjes van het hoofd.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Soorten communicatie
  1. Eenzijdige communicatie
  2. Tweezijdige communicatie
  3. Verbale communicatie
  4. Non-verbale communicatie

Slide 18 - Diapositive

Eenzijdige communicatie

  • Eenrichtingsverkeer
  • De zender is nooit tegelijk de ontvanger
  • Vaak via een tussenweg en niet rechtstreeks
Tweezijdige communicatie

  • De ontvanger heeft de mogelijkheid om te reageren op wat de ander zegt
  • Er is sprake van interactie

Slide 19 - Diapositive

Wat zie je hier?
A
Eenzijdige communicatie
B
Tweezijdige communicatie

Slide 20 - Quiz


A
Eenzijdige communicatie
B
Tweezijdige communicatie

Slide 21 - Quiz

Verbale communicatie

Verbale communicatie is de communicatie waarbij iemand met woorden (gesproken of geschreven) informatie overbrengt.
Non-verbale communicatie

Alle communicatie die niet via woorden verloopt, valt onder non-verbale communicatie.

  • Bewust: Bijv.: zwaaien
  • Onbewust: Bijv.: Zweten, blozen

Slide 22 - Diapositive


A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 23 - Quiz


A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Diapositive

Algemeen voorkomen (uiterlijk)
Aan je uiterlijk en aan hoe je je kleedt, kunnen anderen zien wat je wilt uitstralen of hoe je je voelt. 


We bekijken de afbeeldingen op de volgende slides.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Lichaamshouding

Slide 30 - Diapositive

Gebaren

Slide 31 - Diapositive

Gezichtsuitdrukkingen

Slide 32 - Diapositive

Oogcontact

Slide 33 - Diapositive

Stemklank en toonhoogte
Stemklank is het geluid van de stem, dat het resultaat is van stembandtrillingen in het strottendhoofd.

Intonatie is de zinsmelodie, het verloop van de toonhoogte bij het spreken.

Slide 34 - Diapositive

Hoe klinkt jouw stem?
Warm of koud?
Zacht of hard?
Vrolijk of verdrietig?
Bang of vol zelfvertrouwen?
Enthousiast of voorzichtig?
Helder of hees?
Mopperend of luchtig?
Schreeuwerig, piepend of fluisterend?

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Uit onderzoek blijft dat mensen hun stem minder goed onder controle kunnen houden dan hun gezichtsuitdrukkingen. 

Sommige zangers en zangeressen weten je door liedjes te ralken. Vaak is het dan niet alleen de tekst die de emotie bij je oproept, maar ook de manier waarop zij dit lied zingen.

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Lichaamstaal
Lichaamstaal is de communicatie die via de mimiek (gezichtsuitdrukkingen), gebaren, oogcontact en de houding van het lichaam verloopt.

  • spiegelen van lichaamstaal
  • emotionele besmetting
  • invloed van lichaamstaal op jezelf

Slide 39 - Diapositive

Aanraking en nabijheidsgedrag
Nabijheidsgedrag is de afstand die iemand tot de ander kiest bij het communiceren met deze persoon.

Slide 40 - Diapositive

Terugblik Communicatie

Slide 41 - Diapositive

Doelen
1.2 Communicatie en interactie
1.3 Soorten communicatie
1.4 Vormen van non-verbale communicatie
1.5 Betekenis van non-verbale communicatie in het contact
1.6 Lichaamstaal

Slide 42 - Diapositive

Bedankt voor jullie aandacht

Slide 43 - Diapositive

Non-verbale communicatie heeft 
verschillende betekenissen
  • informatie overbrengen
  • contact leggen en onderhouden
  • belangstelling tonen
  • feedback geven
  • gevoelens uiten 

Slide 44 - Diapositive