Les 2 Communicatie

COMMUNICATIE
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 1.5 min

Éléments de cette leçon

COMMUNICATIE

Slide 1 - Diapositive

Onderwerp
Thema 1 Communicatie | Hoofdstuk 1 Communicatie

1.1 t/m 1.5
1.5 Verschillende aspecten tijdens communicatie


Slide 2 - Diapositive

Doel
Je kent de vormen van non verbale communicatie.

Je weet wat de betekenis is van non verbale communicatie in het contact.




Slide 3 - Diapositive

Het referentiekader
  • Niet alleen ruis zorgt voor communicatieproblemen. Verschillende referentiekaders zorgen vaak ook voor problemen. 
  • Het referentiekader is het geheel van waarden en normen, overtuigingen en verwachtingen die de zender en de ontvanger hebben. 
  • Het referentiekader wordt gevormd door datgene wat je in je leven hebt meegemaakt.
  • Je referentiekader is bepalend voor de manier van coderen en decoderen.

Slide 4 - Diapositive

Vijf communicatiecategorieën
Non-verbale communicatie kun je onderverdelen in vijf categorieën:

peri-verbaal
para-verbaal
infra-verbaal
supra-verbaal
pre-verbaal

Slide 5 - Diapositive

Algemeen voorkomen (uiterlijk)
Aan je uiterlijk en aan hoe je je kleedt, kunnen anderen zien wat je wilt uitstralen of hoe je je voelt. 


We bekijken de afbeeldingen op de volgende slides.

Slide 6 - Diapositive

Peri-verbaal 
Tijd en ruimte hebben invloed op je gedrag
Bijv. in de ochtend / in de avond
Rustige v.s. drukke omgeving
privéplek / open ruimte

Slide 7 - Diapositive

Para-verbaal
Communicatie die naast verbale en non-verbale communicatie plaatsvindt.
(toon, intonatie, spreektempo)

Slide 8 - Diapositive

Stemklank en toonhoogte
Stemklank is het geluid van de stem, dat het resultaat is van stembandtrillingen in het strottendhoofd.

Intonatie is de zinsmelodie, het verloop van de toonhoogte bij het spreken.

Slide 9 - Diapositive

Hoe klinkt jouw stem?
Warm of koud?
Zacht of hard?
Vrolijk of verdrietig?
Bang of vol zelfvertrouwen?
Enthousiast of voorzichtig?
Helder of hees?
Mopperend of luchtig?
Schreeuwerig, piepend of fluisterend?

Slide 10 - Diapositive

Uit onderzoek blijft dat mensen hun stem minder goed onder controle kunnen houden dan hun gezichtsuitdrukkingen. 

Sommige zangers en zangeressen weten je door liedjes te raken. Vaak is het dan niet alleen de tekst die de emotie bij je oproept, maar ook de manier waarop zij dit lied zingen.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Infra-verbaal
Gaat over zaken die onbewust een rol spelen tijdens de communicatie. 
(geuren en kleuren)

Slide 13 - Diapositive

Pre-verbaal
Communiceren met lichaamstaal

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Lichaamshouding

Slide 18 - Diapositive

Gebaren

Slide 19 - Diapositive

Gezichtsuitdrukkingen

Slide 20 - Diapositive

Oogcontact

Slide 21 - Diapositive

Aanraking en nabijheidsgedrag
Nabijheidsgedrag is de afstand die iemand tot de ander kiest bij het communiceren met deze persoon.

Slide 22 - Diapositive

Oefening afstand en nabijheid

Slide 23 - Diapositive

Non-verbale communicatie heeft 
verschillende betekenissen
  • informatie overbrengen
  • contact leggen en onderhouden
  • belangstelling tonen
  • feedback geven
  • gevoelens uiten 

Slide 24 - Diapositive

Lichaamstaal
Lichaamstaal is de communicatie die via de mimiek (gezichtsuitdrukkingen), gebaren, oogcontact en de houding van het lichaam verloopt.

  • spiegelen van lichaamstaal
  • emotionele besmetting
  • invloed van lichaamstaal op jezelf

Slide 25 - Diapositive

Inhouds- en betrekkingsniveau
  • Inhoudsniveau van communicatie > de communicatie die zich richt op de feiten die de zender verbaal communiceert.
  • Betrekkingsniveau van communicatie > de communicatie die laat zien hoe je je voelt bij de communicatie.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Was er in het filmpje sprake van congruente communicatie?
Ja
Nee

Slide 28 - Sondage

Opdrachten
Verwerkingsopdrachten Communicatie en Gedrag 1.1 t/m 1.5 maken
 


Slide 29 - Diapositive