Havo 2: Oefening regelmatige werkwoorden
1 / 11
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Warum (warten) ............. du nicht?
Slide 2 - Question ouverte
ich (gehen) ............ nach Hause.
Slide 3 - Question ouverte
Wir (sein) ........... in der Schweiz gewesen
Slide 4 - Question ouverte
Er (kaufen) ........... einen Skihelm
Slide 5 - Question ouverte
Warum (warten) ............. du nicht?
Slide 6 - Question ouverte
ich (gehen) ............ nach Hause.
Slide 7 - Question ouverte
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (hören) gerne Musik.
Ich (hören) gerne Musik.
A
hort
B
höre
C
horst
D
horen
Slide 8 - Quiz
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ihr (kaufen) solche teuere Sachen.
Ihr (kaufen) solche teuere Sachen.
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft
Slide 9 - Quiz
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Du (besuchen) die Oma.
Du (besuchen) die Oma.
A
besucht
B
besuchst
C
besuchen
D
besuche
Slide 10 - Quiz
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Meine Eltern (kommen) Morgen.
Meine Eltern (kommen) Morgen.
A
kommen
B
kommt
C
bekommst
D
komme
