1. Wat was nodig voor het ontstaan van industrieën?
2. Geef de betekenis van de begrippen: Industriële Revolutie, Industriële samenleving en industrialisatie.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Leerdoelen opschrijven
1. Wat was nodig voor het ontstaan van industrieën?
2. Geef de betekenis van de begrippen: Industriële Revolutie, Industriële samenleving en industrialisatie.
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Studiewijzer
07/04: Par. 3.1 Kenmerken van de industriële samenleving
11-12/4: Par. 3.2 Snelle groei van fabrieken en steden
14/04: Par. 3.2 Snelle groei van fabrieken en steden
18/04: Tweede Pasen
21/04: Par. 3.4 Grote veranderingen in de gelaagdheid van de bevolking
MEIVAKANTIE
09-10/05: Par. 3.4 Grote veranderingen in de gelaagdheid van de bevolking
12/05: Par. 3.5 Conflicten tussen kapitaal en arbeid
16-17/05: Par. 3.5 Conflicten tussen kapitaal en arbeid
19/05: PO
23-24/05: PO
30/05: -
31/05:Presentatie
02/06: Presentatie
(Pinksteren)
09/06 Herhaling
Toetsweek 3
Par. 3.1, 3.3,
Slide 3 - Diapositive
Vandaag
1. LessonUp uitleg par. 3.1
2. Opdrachten maken en bespreken
3. Afsluiten
Slide 4 - Diapositive
Waar denk je aan bij industrie?
Slide 5 - Carte mentale
Steden
De meeste mensen woonden
Reizen gebeurde
In straten van steden
waren
[..............................]
werden
[..............................]
op het
[..............................]
in een
[..............................]
meestal
[..............................]
meer met de
[..............................]
was het 's nachts
[..............................]
was
[..............................]
In 1800
In 1900
Plaats de woorden op de juiste plek in de tabel.
Denk logisch na.
klein
groot
platteland
stad
te voet
trein
pikdonker
verlichting
Slide 6 - Question de remorquage
De industriële revolutie
Tot 1800 werd bijna alles met de hand gemaakt
Vanaf 1800 werd steeds meer met machines gemaakt
Dit noemen we ook wel de industriële revolutie
Voorbeeld voor 1800
Aan het spinnewiel
Voorbeeld na 1800
Aan de machine
Slide 7 - Diapositive
Water en stoom
De industriële revolutie begon in Groot-Brittannië
De eerste machines werden aangedreven met waterraderen
Later werd gebruikgemaakt van stoommachines
Hiermee kon 24/7 gewerkt worden op grote schaal
De Engelsman James Watt wordt gezien als de uitvinder van de stoommachine, maar eigenlijk heeft hij ontwerpen van anderen sterk verbeterd.
Slide 8 - Diapositive
De eerste "fabrieken" werden aangedreven met waterraderen. Noem hiervan 2 nadelen.
Slide 9 - Question ouverte
Filmpje
De stoommachine
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Voorwaarden voor groei
Om de groei mogelijk te maken zijn wat dingen nodig:
Energiebronnen
Alles en iedereen moet aangedreven worden. In eerste instantie met water, maar later ook bijvoorbeeld steenkool, gas en elektriciteit
Grondstoffen
Om spullen te maken heb je grondstoffen nodig. Deze kwamen deel uit Europa, deels uit koloniën.
Zeer veel geld
Een fabriek beginnen is niet goedkoop. Hiervoor was dus veel geld (kapitaal) nodig. In het begin kwam dit geld meestal van rijke kooplieden en banken.
€
Arbeidskrachten
Er moeten natuurlijk mensen zijn om de machines te bedienen. Je hebt dus genoeg arbeiders nodig. Dit kwam goed uit, want rond 1800 steeg de wereldbevolking gigantisch hard (door alle uitvindingen).
Slide 12 - Diapositive
Nieuwe producten
Trein
Elektrisch licht
Kunstmest
Telefoon
Slide 13 - Diapositive
Industriële samenleving
Door de revolutie veranderde de samenleving
Sommige banen verdwenen, sommige ontstonden
Mensen die in een fabriek werkten, gingen in de buurt wonen
Zo ontstonden industriële steden
Slide 14 - Diapositive
Bedenk een beroep dat ontstaan is door de Industriële Revolutie
Slide 15 - Question ouverte
Sleep de kenmerken naar de juiste samenleving
Industriële samenleving
Landbouw samenleving
In steden zijn handel en nijverheid belangrijk
In steden zijn industrie en diensten belangrijk
Meer dan de helft van de bevolking woont in de stad
Meer dan de helft van de bevolking woont op het platteland
Slide 16 - Question de remorquage
Verspreiding van de industrieën.
West-Europa en de VS industrialiseerde in de 19de eeuw.
Eind 19de eeuw: Oost-Europa en Japan.
20ste eeuw: andere landen in de wereld, maar de landbouw bleef in de meeste gevallen nog het belangrijkste middel van bestaan.