CVA en Parkinson

CVA en Parkinson
oorzaken, verschijnselen en behandeling
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

CVA en Parkinson
oorzaken, verschijnselen en behandeling

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kan je of weet je:
  • Wat de oorzaken,  verschijnselen en behandeling is bij een zorgvrager met een CVA.
  • Wat de oorzaken, verschijnselen en behandeling is bij een zorgvrager met de ziekte van Parkinson.
  • Het gaat dus om ziektes van het zenuwstelsel

Slide 2 - Diapositive

wat is in grote lijnen de functie van de hersenstam, de kleine hersenen en de grote hersenen.

Slide 3 - Question ouverte

Wat is geen mogelijke oorzaak van een CVA
A
Stress
B
Een hoge bloeddruk
C
overmatig alcohol gebruik
D
Roken

Slide 4 - Quiz

Wanneer doe je de FAST test
A
Om te kijken of iemand een CVA heeft
B
In de revalidatie fase
C
In de acute fase
D
In de chronische fase

Slide 5 - Quiz

Wat is een behandeling bij een CVA veroorzaakt door een embolie?
A
antibiotica
B
diuretica
C
antistolling
D
sedatie

Slide 6 - Quiz

Een zorgvrager met een CVA moet revalideren. De afspraak is dat deze zorgvrager zichzelf wast. Vandaag heeft ze geen zin. Wat doe je?
A
De zorgvrager heeft eigen autonomie dus ik help met wassen
B
In het zorgplan staat dat ze het zelf moet doen, dus ik stimuleer haar om het te doen.
C
Ik bespreek met mevrouw de afspraken die gemaakt zijn en vraag waarom ze daar van af wil wijken?
D
Ik vraag mijn collega of zij het wil proberen.

Slide 7 - Quiz

Een zorgvrager met een CVA in de linkerhersenhelft heeft vaak moeite met revalideren. Hoe komt dat?
A
omdat de bloeding in de linkerhersenhelft vaak groter is en dus meer schade geeft.
B
Omdat links het taalcentrum zit en de zorgvrager de taal niet meer begrijpt.
C
Omdat links het motivatiecentrum ligt.
D
Er is helemaal geen verschil met revalideren tussen links en rechts

Slide 8 - Quiz

wat is een hemiplegie
A
de helft niet kunnen zien
B
niet goed meer kunnen praten
C
voor de helft verlamd zijn
D
de taal niet meer begrijpen

Slide 9 - Quiz

wat moet je doen als iemand last heeft van agnosie?
A
duidelijk zeggen wat voor voorwerp het is en waar het voor is
B
het bord omdraaien als het voor de helft leeg is
C
de kleren in de goede volgorde klaar leggen
D
pictogrammen gebruiken

Slide 10 - Quiz

waar heeft een zorgvrager last van als hij apraxie heeft
A
moeite met het bewaren van het evenwicht
B
Zien maar de helft
C
Moeite met de volgorde van de handelingen
D
hebben moeite met het korte termijn geheugen

Slide 11 - Quiz

waar heeft iemand last van die niet goed kan articuleren?
A
dysfagie
B
ataxie
C
dysartrie
D
afasie

Slide 12 - Quiz

aan welke kant benader je een zorgvrager die een CVA heeft gehad in de rechter hersenhelft?
A
Aan de rechterkant
B
Maakt niet uit
C
Aan de linkerkant

Slide 13 - Quiz

Parkinson

Slide 14 - Diapositive

Oorzaak van Parkinson
Gebrek aan dopamine
Dopmanine is een neurotransmitter
Een neurotransmitter zorgt voor een goede overdracht van de prikkel van de zenuwcel naar de spieren

Slide 15 - Diapositive

Symptomen
traagheid, stijfheid, tremoren,
speekselvloed, verminderd zicht
moeite met starten van de beweging
verminderde balans, slapeloosheid, depressie, obstipatie

Slide 16 - Diapositive

Dus waar hebben mensen met Parkinson last van?

Slide 17 - Question ouverte

Welke stof ontbreekt bij de ziekte van Parkinson

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen de ziekte van Parkinson en parkinsonisme

Slide 19 - Question ouverte

Dit waren de lesdoelen
hoe je een gehoorapparaat verzorgt en inbrengt
hoe je een zorgvrager met gehoorproblemen het beste kan benaderen
welke verschijnselen een zorgvrager met een CVA kan hebben en welke zorg je dan kan leveren (herhaling)
wat de oorzaak van de ziekte van Parkinson is, welke klachten iemand heeft en hoe je deze zorgvrager het beste kan verzorgen (nieuw)

Slide 20 - Diapositive

wat is de oorzaak van de ziekte van Parkinson

Slide 21 - Question ouverte

noem 3 verschijnselen die horen bij de ziekte van Parkinson

Slide 22 - Question ouverte

wat vond je van de manier van lesgeven, denk aan: sfeer, lessonup, heb je genoeg/te weinig geleerd enz

Slide 23 - Question ouverte


Slide 24 - Question ouverte