Afronding H3 Waarnemen (1ga/1vab/1vac)

Nectar H3 Waarnemen 
Afronding H3 Waarnemen
  • Nabespreking §3.4 Ruiken en proeven
  • Nabespreking §3.6 Hersenen
  • Welke vragen heb je nog? 
  • Quiz H3 Waarnemen
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Nectar H3 Waarnemen 
Afronding H3 Waarnemen
  • Nabespreking §3.4 Ruiken en proeven
  • Nabespreking §3.6 Hersenen
  • Welke vragen heb je nog? 
  • Quiz H3 Waarnemen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 3.4 Ruiken en proeven
- Je kunt uitleggen hoe je reukzintuig werkt.
- Je kunt uitleggen hoe je smaakzintuig werkt.
- Je kunt uitleggen hoe zintuigen samenwerken bij de beoordeling van je voedsel. 
- Je kunt uitleggen waardoor je verschillende geuren kunt onderscheiden. 

Reukzintuig, neusslijmvlies, geurstoffen, smaakpapillen, smaakzintuigen, smaakstoffen, umami, proeven, koude- en warmtezintuigjes, tastzintuigen, receptor. 

Slide 2 - Diapositive

Reukzintuig
- Het reukzintuig ligt bovenin je neusholte en is onderdeel van het neusslijmvlies

- In de lucht zitten geurstoffen (prikkels), wanner je inademt komen deze bij het reukzintuig. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Smaakzintuigen
- Verspreid op je tong liggen een groot aantal kleine knopjes, de smaakpapillen (oftewel smaakzintuigen)

- Als je iets eet of drinkt komen smaakstoffen op je tong die de zintuigen prikkelen.

- Je hebt 5 soorten smaakzintuigen/smaken:
zoet, zout, zuur, bitter en umami

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen §3.6
  • Je kunt de namen van de delen van de hersenen benoemen en uitleggen wat hun functie is. 
  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt in je hersenen wanneer je iets leert. 
  • Je kunt uitleggen hoe je geheugen werkt. 
  • Je kunt uitleggen hoe het zenuwstelsel van ongewervelde dieren gebouwd is.  

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Hersenen
Grote hersenen ontvangen de informatie van de zintuigen en verwerken dit. 

Kleine hersenen coördineren bewegingen

Hersenstam coördineren processen die onbewust in je lichaam plaatsvinden

Slide 8 - Diapositive

Homunculus
De lichaamsverhoudingen als ze hetzelfde zouden zijn als in je grote hersenen

Slide 9 - Diapositive

H3 Waarnemen
Gevoelszenuwen:
Zenuwen die van je zintuigen naar je hersenen lopen

Bewegingszenuwen:
Zenuwen die van je hersenen naar je spieren lopen

Slide 10 - Diapositive

Welke route neemt een impuls bij een gevoelszenuw?
Welke route neemt een impuls bij een bewegingszenuw?
A
Gevoelszenuw van hersenen naar zintuig Bewegingszenuw van hersenen naar spieren
B
Gevoelszenuw van zintuig naar hersenen Bewegingszenuw van spieren naar hersenen
C
Gevoelszenuw van hersenen naar zintuig Bewegingszenuw van spieren naar hersenen
D
Gevoelszenuw van zintuig naar hersenen Bewegingszenuw van hersenen naar spieren

Slide 11 - Quiz

Quintus loopt op school en stoot zijn kleine teentje. Hij schreeuwt het uit en hinkelt weg
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Hersenen geven impuls af via bewegingszenuw naar beenspieren.
Bewustwording.
Je benen zorgen ervoor dat je wegspringt. Je mondspieren en stembanden trekken samen
Impuls gaat via gevoelszenuw naar de hersenen.
Pijnprikkel stimuleert de pijnzintuig om een impuls te maken

Slide 12 - Question de remorquage

Meneer Boswijk staat onder een lekkere warme douche. Ineens wordt het water koud. Hij geeft een gil en springt weg. Noem de stappen van prikkel tot reactie die er gebeuren.

Benoem minstens in je antwoord de volgende termen: prikkel, impuls, gevoelszenuw, bewegingszenuw, hersenen

Slide 13 - Question ouverte

Welke vragen heb je nog over
H3 Waarnemen?

Slide 14 - Carte mentale

Aan de slag!
Maak opdracht 1, 9, 10 en 11a van §3.5 Samenhang in je boek

Slide 15 - Diapositive

QUIZ H3 Waarnemen

Slide 16 - Diapositive

Het orgaan de huid heeft meerdere zintuigen.

Welke zintuig van de huid is NIET goed gekoppeld aan zijn prikkel?
A
warmtezintuig - hoge temperatuur
B
koudezintuigen - lage temperatuur
C
tastzintuigen - hoe smaakt een voorwerp
D
pijnzintuig - pijn

Slide 17 - Quiz

Zet in meest logische volgorde:
impuls -prikkel -zintuig -hersenen-impuls -reactie
A
-prikkel-impuls-reactie-impuls-zintuig-hersenen
B
-impuls-hersenen-zintuig-prikkel-impuls-reactie
C
-zintuig-impuls-impuls-hersenen-prikkel-reactie
D
-prikkel-zintuig-impuls-hersenen-impuls-reactie

Slide 18 - Quiz

Hoe noem je de hersenen en het ruggenmerg samen?
A
Algemeen zenuwstelsel
B
Vitaal zenuwstesel
C
zenuwstelsel
D
Centraal zenuwstelsel

Slide 19 - Quiz

Een zenuw brengt een impuls van je zintuigen naar je hersenen.
Dit is een...
A
Bewegingszenuw
B
Gevoelszenuw
C
Actiezenuw
D
Startzenuw

Slide 20 - Quiz

Een zenuw brengt een impuls van je hersenen naar je spieren.
Dit is een...
A
Bewegingszenuw
B
Gevoelszenuw
C
Actiezenuw
D
Startzenuw

Slide 21 - Quiz

Wat is geen onderdeel van het zenuwstelsel?
A
Hersenen
B
Bekken
C
Ruggenmerg
D
Zenuwen

Slide 22 - Quiz

Sensi hoort de schoolbel afgaan, ze is vrij!

Wat is de goede combinatie prikkel-zintuig voor het waarnemen van de bel.
A
temperatuur - gehoorzintuig
B
geluid - gehoorzintuig
C
geluid - gezichtszintuig
D
trilling - pijnzintuig

Slide 23 - Quiz

Wat is de naam van het zwarte gat in het midden van jouw iris?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit
D
Kegeltje

Slide 24 - Quiz

Welk onderdeel van je oog "maakt" tranen als je huilt?
A
Traanbuis
B
Traanpees
C
Levertraan
D
Traanklier

Slide 25 - Quiz

Je ogen bevatten 2 soorten zintuigcellen, welke soort zintuigcel gebruik je als het schemert in je kamer? (schemering = maar een heel klein beetje licht)
A
Kegeltjes
B
Pionnen
C
Staafjes
D
Pillaren

Slide 26 - Quiz

Een sirene produceert 18 trillingen per seconde (verzonnen), ofwel 18 .......
(vul de puntjes in)
A
ampere
B
hertz
C
decibel
D
joule

Slide 27 - Quiz

Hoe worden de smaakzintuigen op de tong ook wel genoemd?
A
Smaakpupillen
B
Smaakpippen
C
Smaakpapillen
D
Umami

Slide 28 - Quiz

Ruiken doe je met de ..... (1) van het orgaan de neus, de prikkel hiervoor zijn ..... (2)
A
1 = neus 2=geur
B
1=reukzintuigen 2=geurstoffen
C
1=reukpapillen 2=geurstoffen
D
1=reukzintuig 2= geur

Slide 29 - Quiz

Hoe heet het als iemand van dichtbij slecht kan zien?
A
Verziend
B
Dichtziend
C
Bijziend
D
Aanziend

Slide 30 - Quiz

Hoeveel soorten smaakzintuigen heeft de mens?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 31 - Quiz

Wat is GEEN onderdeel van de hersenen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Harde hersenen

Slide 32 - Quiz

Waar in je lichaam kunnen impulsen ontstaan?
A
Hersenen en zintuigen
B
Hersenen en ruggenmerg
C
Ruggenmerg en zintuigen
D
Ruggenmerg en zenuwen

Slide 33 - Quiz

Jason heeft een oogziekte. Hij ziet niet scherp en alles in zwart, wit en grijstinten.
Welke deel van zijn oog is aangetast?
A
Blinde vlek
B
Gele vlek
C
Ooglens
D
Oogzenuw

Slide 34 - Quiz

Michael leest een boek.
Is de kringspier in zijn straallichaam samengetrokken of ontspannen?
Is de lens bol of plat?
A
Kringspier samengetrokken, Lens is bol
B
Kringspier ontspannen, Lens is bol
C
Kringspier samengetrokken, Lens is plat
D
Kringspier ontspannen, Lens is plat

Slide 35 - Quiz

Wanneer ontstaan er impulsen in een reukzintuigcel?
A
Als geurdeeltjes binden aan de reukzintuigcel
B
Als geurdeeltjes binden aan receptoren
C
Als receptoren binden aan de reukzintuigcel
D
Als receptoren binden aan geurdeeltjes

Slide 36 - Quiz

Als je een geluid waarneemt, komt dat omdat er in een bepaald deel van de hersenen impulsen worden verwerkt.
In welk deel is dat?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam

Slide 37 - Quiz

Je vind biologie zo leuk dat je er emotioneel van wordt. Welk gebied in de hersenen is hier verantwoordelijk voor?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam

Slide 38 - Quiz

Tijdens het gymmen ga je zweten. Welk deel van de hersenen stuurt aan dat je gaat zweten?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam

Slide 39 - Quiz