Bijeenkomst 9 - Gewoonte 1 - Wees proactief

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bijeenkomst 9 - Gewoonte 1 - Wees proactief

We hebben slechts invloed op één ding...

Op onszelf.

Een ding in mijn cirkel van betrokkenheid waarover ik me voortdurend zorgen maak, is:
(antwoorden worden niet gedeeld!)

Ik kan ophouden me over dat zorgen te maken door:
(antwoorden worden niet gedeeld!)

Jij en je beste vriend(in) bekijken elke dag mensen in de aula. Je wijst je vriend(in) op iemand die jou wel lijk leuk lijkt. De volgende dag vertelt je vriend(in) dat hij/zij die persoon mee uit gevraagd heeft. Hoe zou jij reageren? (antwoorden worden gedeeld!)

Volgende week is er een groot feest op school. Jij en je vrienden/ vriendinnen zijn van plan er met een andere groep heen te gaan. Je kijkt er al een maand naar uit. De dag voor het feest val je, je breekt je been en je hele been moet in het gips. Het gespalkte gips past niet onder de outfit die je in gedachten had. Hoe zou je reageren? (antwoorden worden gedeeld!)

Een tegenslag die ik ondervonden heb of waar ik nu mee te maken heb, is:
(antwoorden worden niet gedeeld!)

Ik had die tegenslag kunnen veranderen of kan die tegenslag veranderen in een 'overwinning' door:
(antwoorden worden niet gedeeld!)

Een veranderaar worden

=

Je proactieve spieren trainen

Proactief zijn betekent eigenlijk twee dingen:

1. Verantwoordelijkheid nemen  voor je leven.

2. De instelling hebben dat 'het lukt'.

'Het lukt'-personen

Nemen initiatief om gebeurtenissen te beïnvloeden.

Denken na over oplossingen en opties.

'handelen'

'Het lukt niet'- personen

Wachten af tot er iets met hen gebeurt.

Denken na over problemen en hindernissen.

 

'ondergaan'

Gewoon op pauze drukken

Soms gaat het leven zo snel aan je voorbij dat je alleen al uit gewoonte direct op alles reageert.

Wanneer je leert even te wachten, de controle terug te pakken en na te denken over hoe je wilt reageren, neem je slimmere beslissingen.

Vier menselijke gereedschappen die je kunt gebruiken om je te helpen te besluiten wat je ket doen

Zelfbewustzijn: ik kan afstand nemen van mezelf en mijn gedachten en acties observeren.

Geweten: ik kan naar mijn innerlijke stem luisteren en weten wat goed of slecht is.

Voorstellingsvermogen: ik kan mij nieuwe mogelijkheden voor de geest halen.

Vrije wil: ik heb de macht om te kiezen.

Beoordelen van beweringen

Kies bij de volgende opdracht uit:

Nooit   Vaak   Soms   Altijd

ZELFBEWUSTHEID
Ik neem de tijd mijn gedachten en gevoelens te onderzoeken en eventueel te veranderen.

1. nooit
2. soms
3. vaak
4. altijd

ZELFBEWUSTZIJN
Ik ben me ervan bewust hoe mijn gedachten mijn houding en gedrag beïnvloeden.

1. nooit
2. soms
3. vaak
4. altijd

ZELFBWUST
Ik neem de tijd om rustig en zonder onderbrekingen na te denken.

1. nooit
2. soms
3. vaak
4. altijd

GEWETEN
Ik heb een innerlijke stem die me zegt wat ik wel of niet moet doen.

1. nooit
2. soms
3. vaak
4. altijd

GEWETEN
Ik heb de tijd genomen om na te denken over wat ik belangrijk vind.

1. nooit
2. soms
3. vaak
4. altijd

GEWETEN
Ik weet het verschil tussen wat de maatschappij en de media willen dat ik belangrijk vind en wat mijn eigen waarden zijn.

1. nooit
2. soms
3. vaak
4. altijd

VOORSTELLINGSVERMOGEN
Ik denk vooruit.

1. nooit
2. soms
3. vaak
4. altijd

VOORSTELLINGSVERMOGEN
Ik heb mijzelf voorgesteld hoe ik mijn doelstellingen realiseer.

1. nooit
2. soms
3. vaak
4. altijd

VOORSTELLINGSVERMOGEN
Ik kan me gemakkelijk andere oplossingen voorstellen voor problemen of obstakels

1. nooit
2. soms
3. vaak
4. altijd

VRIJE WIL
Ik kom beloften die ik aan mezelf en anderen doe ook na.

1. nooit
2. soms
3. vaak
4. altijd

VRIJE WIL
Ik stel mezelf zinvolle doelen en bereik doe ook.

1. nooit
2. soms
3. vaak
4. altijd

VRIJE WIL
Ik heb mijn waarden en houd ze in ere op het moment dat ik een keuze moet maken.

1. nooit
2. soms
3. vaak
4. altijd

Lees het onderstaande scenario en beantwoord de volgende vragen.

Je werkt mee aan de schoolkrant en bent enorm betrokken en betrouwbaar. Drie maanden geleden is een nieuwe leerling tot de redactie toegetreden. Onlangs is hij hoofdredacteur van de schoolkrant geworden, de functie waar jij op gehoopt had.

Welke proactieve keuzen zou je in de deze situatie kunnen maken door op pauze te drukken en elk van de vier menselijke gereedschappen te gebruiken in plaats van te reageren op basis van je emoties of gewoonten?