Alle kosten die een ondernemer maakt om zijn bedrijf te runnen.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Bedrijfskosten
Alle kosten die een ondernemer maakt om zijn bedrijf te runnen.
Slide 1 - Diapositive
Wat zijn voorbeelden van bedrijfskosten?
Slide 2 - Carte mentale
Het totale bedrag van de verkochte producten noem je
A
Omzet
B
Afzet
C
Brutowinst
D
Nettowinst
Slide 3 - Quiz
Afzet is:
A
Omzet - brutowinst
B
Het geld dat je krijgt
C
Het aantal verkochte producten
D
Nettowinst - omzet
Slide 4 - Quiz
Hoe bereken je de brutowinst?
A
Omzet - Kosten
B
Omzet - de inkoop
C
Omzet - afzet
D
Omzet - de verkoop
Slide 5 - Quiz
Hoe bereken je de nettowinst?
A
omzet - bedrijfskosten
B
brutowinst - bedrijfskosten
C
omzet - brutowinst
D
omzet - brutowinst - bedrijfskosten
Slide 6 - Quiz
De prijs is 60 euro exclusief 6% BTW Bereken de prijs inclusief BTW
Slide 7 - Question ouverte
De prijs is 83,49 euro inclusief 21% BTW Bereken de prijs in euro's exclusief BTW
Slide 8 - Question ouverte
De aanschafprijs van een machine is 350.00 euro. De restwaarde = 80.000 euro De machine wordt in 20 jaar afgeschreven. Bereken de afschrijving per jaar
Slide 9 - Question ouverte
De aanschafprijs van een machine is 65.000 euro. De restwaarde = 7.000 euro De machine wordt in 5 jaar afgeschreven. Bereken de afschrijving per maand
Slide 10 - Question ouverte
play.kahoot.it
Slide 11 - Lien
Steven verdient bruto €915 per maand. Daarop wordt €95 belasting ingehouden. De sociale premies zijn 7,8%van zijn brutoloon. Bereken hoeveel Steven als nettoloon per maand ontvangt.
Slide 12 - Question ouverte
Zet in de goede volgorde: Brutoloon Loonbelasting Loonkosten Nettoloon Premies werkgever Premies werknemer 78u