Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
maandag 27 mei
Wat gaan we doen ?
oefenen toets
start blok 6
toets blok 5
Denk aan je filmverslag voor de extra bonuspunt.
1 / 35
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Cette leçon contient
35 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
120 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Wat gaan we doen ?
oefenen toets
start blok 6
toets blok 5
Denk aan je filmverslag voor de extra bonuspunt.
Slide 1 - Diapositive
Lijdend Voorwerp
Slide 2 - Diapositive
Wat is het lijdend voorwerp?
De man geeft de jongen een hand.
A
de man
B
geen lv
C
de jongen
D
een hand
Slide 3 - Quiz
Wat is het lv ?
Hij heeft het belangrijke formulier verzonden.
A
geen lv
B
heeft verzonden
C
formulier
D
het belangrijke formulier
Slide 4 - Quiz
Wat is het lv?
Volgende week gaan we naar Frankrijk.
A
volgende week
B
gaan
C
naar Frankrijk
D
geen lv
Slide 5 - Quiz
De postbode | gaf | het pakketje | aan de buren.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
gaf
B
de postbode
C
het pakketje
D
aan de buren
Slide 6 - Quiz
Maartje heeft bij de Primark een jas gekocht.
A
een jas
B
Maartje
C
bij de Primark
D
heeft gekocht
Slide 7 - Quiz
De vermiste parkiet Pietje is na drie dagen teruggevonden
A
De vermiste parkiet Pietje
B
is teruggevonden
C
na drie dagen
D
geen lv
Slide 8 - Quiz
De boottocht heeft ons
twaalf euro gekost.
(Wie/wat + gezegde + ond?)
A
de boottocht
B
ons
C
twaalf euro
D
heeft gekost
Slide 9 - Quiz
Tijdens het examengala speelde de
schoolband een paar gave nummers.
(Wie/wat + gezegde + ond?)
A
tijdens het examen gala
B
speelde
C
de schoolband
D
een paar gave nummers
Slide 10 - Quiz
Hij verloor zijn camera tijdens de terugtocht.
A
de terugtocht
B
zijn camera
C
hij
D
verloor
Slide 11 - Quiz
Kan jij het lijdend voorwerp
in die zin vinden?
A
jij
B
het lijdend voorwerp
C
in die zin
D
kan vinden
Slide 12 - Quiz
Kies de juiste uitgang:
een klein
vogel...
A
-je
B
-tje
C
-pje
D
-etje
Slide 13 - Quiz
Kies de juiste uitgang:
een klein
ster...
A
-tje
B
-etje
C
-pje
D
-retje
Slide 14 - Quiz
Kies de juiste uitgang:
een
ijzer...
plaat
A
-e
B
-en
Slide 15 - Quiz
Kies de juiste uitgang:
een
zacht...
stof
A
-e
B
-en
Slide 16 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord in de zin?
'Mijn hond blaft soms heel luid.'
A
blaft
B
soms
C
hond
D
luid
Slide 17 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord in de zin?
Heb jij nog een tip voor me?
A
tip
B
jij
C
nog
D
me
Slide 18 - Quiz
Kies het juiste lidwoord:
In
... café
is het altijd gezellig.
A
de
B
het
C
een
D
geen lidwoord
Slide 19 - Quiz
Kies het juiste lidwoord:
Er ligt
... geld
op tafel.
A
de
B
het
C
een
D
geen lidwoord
Slide 20 - Quiz
Wat is het voorzetsel in de zin?
'Hij liep hard tegen de tafelpunt aan.'
A
hard
B
tafelpunt
C
er staat geen voorzetsel in de zin
D
tegen
Slide 21 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin?
'Morgen komt mijn lieve vakantievriendin eindelijk logeren.'
A
morgen
B
lieve
C
eindelijk
D
er staat geen bijvoeglijk naamwoord in de zin
Slide 22 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin?
'Als ontbijt eet ik het liefst een bruine boterham.'
A
ontbijt
B
liefst
C
bruine
D
er staat geen bijvoeglijk naamwoord in de zin
Slide 23 - Quiz
Wat is het voorzetsel in de zin?
'Hij liep hard tegen de tafelpunt aan.'
A
hard
B
tafelpunt
C
er staat geen voorzetsel in de zin
D
tegen
Slide 24 - Quiz
Wat is het voorzetsel in de zin?
'Toen je belde was ik in de supermarkt.'
A
in
B
er staat geen voorzetsel in de zin
C
supermarkt
D
de
Slide 25 - Quiz
De toets is afgelopen.
Slide 26 - Diapositive
Wat gaan we doen ?
oefenen toets
presentaties afronden
start blok 6
toets blok 5
Denk aan je filmverslag voor de extra bonuspunt.
Slide 27 - Diapositive
Start blok 6
Lezen tekst blz. 253
en maken opdracht 1 van blz. 257
Slide 28 - Diapositive
De vragen bij opdracht 1
1 Wie zijn de twee belangrijkste personen in dit verhaal ?
Slide 29 - Diapositive
Wie van deze twee personen is de hoofdpersoon ?
Slide 30 - Diapositive
Deze twee personen hebben het niet makkelijk. Hoe komt dat ?
In welke tijd speelt dit verhaal zich af ?
Noem eens een moment waarop Benjamin terugdenkt aan iets wat eerder gebeurd is ?
Slide 31 - Diapositive
Jeugdboeken over rouw en verdriet
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Vidéo
Slide 34 - Vidéo
Morgen blok 5
Neem wel je taalboek mee want de laatste tien minuten mag je je boek gebruiken.
Slide 35 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
WWG en NWG
Janvier 2021
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
LV&MV
Février 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
L17 Zinsdelen
Mars 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC D1 L5 zinsleer (herhaling)
Août 2023
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
L11 Zinsdelen
Avril 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 5 (21 september 2024)
Septembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Les 10/02 voorzetselvoorwerp
Février 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
L7 Woordsoorten
Novembre 2022
- Leçon avec
45 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs