De Basis van Boekhouden: Niveau 4

De Basis van Boekhouden: Niveau 4
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
HandelMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

De Basis van Boekhouden: Niveau 4

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de basisbeginselen van boekhouden begrijpen en toepassen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over boekhouden?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is Boekhouden?
Boekhouden is het systematisch vastleggen van financiële feiten in een administratie.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Balans en Resultatenrekening
De balans toont de financiële positie op een bepaald moment, terwijl de resultatenrekening de opbrengsten en kosten over een periode laat zien.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dubbel Boekhouden
Dubbel boekhouden houdt in dat elke financiële transactie minstens twee boekingen heeft: een debet- en een creditboeking.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Debet en Credit
Debet staat voor links en Credit staat voor rechts op de grootboekrekening. Deze termen geven aan of er geld wordt toegevoegd of afgetrokken.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht geeft inzicht in de geldstromen binnen een bedrijf gedurende een bepaalde periode.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Praktische Oefening
Werk in groepen aan een eenvoudige boekhoudkundige casus om de geleerde concepten toe te passen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toetsing
Beantwoord enkele meerkeuzevragen om te controleren of je de basisprincipes van boekhouden begrijpt.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt een creditnota verwerkt in de boekhouding?
A
Een creditnota wordt in de boekhouding verwerkt door het als extra inkomsten te registreren.
B
Een creditnota wordt in de boekhouding verwerkt door het toe te voegen aan de winst.
C
Een creditnota wordt in de boekhouding verwerkt door een nieuwe factuur aan te maken.
D
Een creditnota wordt in de boekhouding verwerkt door de oorspronkelijke factuur te annuleren en het negatieve bedrag te verrekenen.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.