Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
P
Op tafel
Laptop met LessonUp
Mobiel in de telefoontas
Nog geen labjas aan
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen
- Uitleg wet van Lavoisier
- PO wet van behoud van massa (geen verslag)
- Nabespreken
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
- Aan het eind van de les kun je de wet van behoud van massa uitleggen .
- Aan het eind van de les kun je met de wet van behoud van massa bepalen hoeveel massa je van een stof hebt.
Slide 3 - Diapositive
Boer Henk laat een koe slachten
Slide 4 - Diapositive
Totale massa koe = 750kg
Slide 5 - Diapositive
Totale massa koe = 750 kg
Vlees = 500 kg
Botten = ? kg
Slide 6 - Diapositive
Totale massa koe = 750 kg
Vlees = 500 kg
Botten = ? kg
Koe → Vlees + Botten
750 kg → 500 + ?
750 kg = 500 + ?
Slide 7 - Diapositive
Wet van Lavoisier
- Wet van behoud van massa
- De massa voor de pijl is gelijk aan de massa na de pijl
Wielen = 2,5 kg
Ketting = 1,0 kg
Zadel = 0,75 kg Trappers = 0,25 kg
Frame = 12 kg
Fiets = 16,5 kg
Slide 8 - Diapositive
Oefening 1.
Bij het verwarmen van suiker ontstaat er vloeibaar karamel en waterdamp.
Jantje maakt van 1,05 kg suiker 950 gram karamel.
Slide 9 - Diapositive
Bij het verwarmen van suiker ontstaat er vloeibaar karamel en waterdamp. Maak het reactieschema.
Slide 10 - Question ouverte
Suiker(s) → Karamel(l) + Water(g) Jantje maakt van 1,05 kg suiker 950 gram karamel. Bereken hoeveel gram water er ontstaat.
Slide 11 - Question ouverte
Oefening 2.
Bij de verbranding van methaan met zuurstof ontstaat er koolstofdioxide en waterdamp.
Er verbrand 580 gram methaan met 1160 gram zuurstof. Hierbij is bekend dat er 450 gram water ontstaat.
Slide 12 - Diapositive
Bij de verbranding van methaan met zuurstof ontstaat er koolstofdioxide en waterdamp. Maak het reactieschema.
Slide 13 - Question ouverte
Methaan(g) + Zuurstof(g) → Koolstofdioxide(g) + Water(g) Er verbrand 580 gram methaan met 1160 gram zuurstof. Hierbij is bekend dat er 450 gram water ontstaat. Bereken hoeveel gram koolstofdioxide er ontstaat.
Slide 14 - Question ouverte
Oefening 3.
Natriumjodide en Loodnitraat zijn zouten. Wanneer je deze samen in water gooit, lossen de natrium en nitraat op. Je houdt dan loodjodide als vaste stof over.
De natriumjodide en loodnitraat wegen allebei 50 gram. De opgeloste natrium weegt 25 gram en de opgeloste nitraat weegt 10 gram.
Slide 15 - Diapositive
Natriumjodide en Loodnitraat zijn zouten. Wanneer je deze samen in water gooit, lossen de natrium en nitraat op. Je houdt dan loodjodide als vaste stof over. Maak het reactieschema.
De natriumjodide en loodnitraat wegen allebei 50 gram. De opgeloste natrium weegt 25 gram en de opgeloste nitraat weegt 10 gram. Bereken hoeveel gram loodjodide er ontstaat.
Slide 17 - Question ouverte
PO
Eerst goed lezen, dan pas vragen!
timer
30:00
Slide 18 - Diapositive
Nabespreken
Slide 19 - Diapositive
Leerdoelen
- Aan het eind van de les kun je de wet van behoud van massa uitleggen .
- Aan het eind van de les kun je met de wet van behoud van massa bepalen hoeveel massa je van een stof hebt.