Spelling blok 3; meervoud van zelfstandige naamwoorden en meervouds-n bij verwijzingen - hv2a

Spelling blok 3; meervoud van zelfstandige naamwoorden en meervouds-n bij verwijzingen - hv2a


Doelen:
*Je kunt de meervoudsvorm van zelfstandige naamwoorden correct schrijven.
*Je weet wanneer je een meervouds-n bij verwijzingen moet gebruiken.
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Spelling blok 3; meervoud van zelfstandige naamwoorden en meervouds-n bij verwijzingen - hv2a


Doelen:
*Je kunt de meervoudsvorm van zelfstandige naamwoorden correct schrijven.
*Je weet wanneer je een meervouds-n bij verwijzingen moet gebruiken.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive



Wat is het meervoud van 'gebouw'?
Uitleg
Het meervoud van gebouw is gebouwen. We schrijven het met een enkele -w, omdat de klank niet verandert.
A
Gebouw
B
Gebouws
C
Gebouwwen
D
Gebouwen

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive


In welk rijtje zijn alle meervouden goed gespeld?
Uitleg -f
- De -f van brief verandert in het meervoud in een v.
- De -f van hiëroglief blijft in het meervoud staan. Het komt van het Franse hiéroglyphique.
Uitleg -e
- Zowel groente als gewoonte, twee woorden die eindigen op -e, hebben twee meervouden.
A
briefen / hiërogliefen / groenten / gewoontes
B
brieven / hiëroglieven / groentes / gewoontes
C
brieven / hiërogliefen / groenten / gewoonten
D
briefen / hiëroglieven / groentes / gewoonten

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive


In welk rijtje zijn beide woorden incorrect?
Uitleg
Denk aan de klemtoon:
Industrie --> industrieën
Slechterik --> slechteriken
A
slechterikken / industriën
B
slechteriken / industriën
C
slechterikken / industrieën
D
slechteriken / industrieën

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Bedenk woorden die alleen een meervoud of enkelvoud kennen.

Slide 15 - Question ouverte

Woorden met drie meervouden
Vakman
Tandarts
Bouwvakker
Brandweerman
Werkman
Leraar

Slide 16 - Question de remorquage

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive


In welk rijtje krijgen alle woorden een apostrof om het meervoud te vormen?
Tip
Ga na of de klank verandert wanneer je de -s zonder apostrof aan het woord plakt.
A
loempia / pony / sudoku
B
hobby / paraplu / groente
C
spray / jury / opa
D
etalage / bureau / garage

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive


Gebruik de Latijnse uitgangen om de meervouden te vormen van 'datum' en 'politicus'
Uitleg
um wordt a
us wordt i

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Ons elftal speelt in oranje. Die ... zijn onze tegenstanders.
A
groene
B
groenen

Slide 24 - Quiz

De meeste groenten vind ik vies, maar de ... vind ik wel lekker.
A
groene
B
groenen

Slide 25 - Quiz

Doelen:
*Je kunt de meervoudsvorm van zelfstandige naamwoorden correct schrijven.
*Je weet wanneer je een meervouds-n bij verwijzingen moet gebruiken.

Slide 26 - Diapositive

Wat ga je nu doen?
Je maakt van spelling blok 3 opdr. 1, 2, 3 en 4 in de online leeromgeving.

Magister > Leermiddelen > Op niveau, 2 havo/vwo  > Blok 3 > Spelling > 3.8, 3.9 en 3.10

Slide 27 - Diapositive