Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
H6 Het weer
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
IJken
Slide 3 - Diapositive
IJken
Slide 4 - Diapositive
IJken
100°C = 7 cm
7 cm
4,9 cm
cm
7
°C
100
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Celcius / Kelvin
Slide 8 - Diapositive
Hoeveel Kelvin is 100 graden Celsius?
A
273 Kelvin
B
173 Kelvin
C
373 Kelvin
D
0 Kelvin
Slide 9 - Quiz
Bij hoeveel Kelvin bewegen stoffen niet meer?
A
100 Kelvin
B
1000 Kelvin
C
273 Kelvin
D
0 Kelvin
Slide 10 - Quiz
Reken om: 25 graden Celsius is gelijk aan:
A
-248 Kelvin
B
298 Kelvin
C
248 Kelvin
D
6825 Kelvin
Slide 11 - Quiz
Bekijk de afbeelding van 2 exact dezelfde thermometers (even lang en even dik) hiernaast en beantwoord de vraag hieronder. Welke thermometer heeft een vloeistof die meer uitzet (wanneer de temperatuur 1 graad stijgt)?
A
Thermometer 1
B
Thermometer 2
Slide 12 - Quiz
Met een ...... meet je de luchtdruk.
A
Thermometer
B
Centimeter
C
Multimeter
D
Barometer
Slide 13 - Quiz
Hoe ijk je een thermometer?
A
Met een andere thermometer
B
buiten in de zomer en binnen in de winter
C
met smeltend ijs en kokend water
D
met een barometer
Slide 14 - Quiz
Bij een groter reservoir stijgt de vloeistof in een thermometer