Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Clase de español - V3.2
miércoles, 14 de abril de 2021
Grupo CASA
Slide 1 - Diapositive
Hoy vas a aprender ..
1) . . . las ''palabras claves'' (signaalwoorden) del imperfecto
2) . . . a describir cómo era tu carácter de pequeño/-a
3) . . . cómo comienzas una presentación en español
Slide 2 - Diapositive
Apunta en tu cuaderno
Signaalwoorden:
antes = vroeger
siempre = altijd
generalmente = in het algemeen
cuando era pequeño/a = toen ik klein was
cuando tenía ... años = toen ik .. jaar was
Gebruik:
Als je iets of iemand beschrijft uit het verleden. Dus als je vertelt hoe iets of iemand eruitzag in het verleden, welke dingen hij graag of vaak deed, waar hij/zij van hield. Er gebeurt niet echt iets, maar je beschrijft alleen maar hoe het was.
Haz click aquí
Ook als je vanuit huis werkt moet je van deze uitleg aantekeningen maken.
en esa época
cada día = elke dag
todos los días = elke dag
los domingos, lunes = altijd op zondag, op maandag etc
timer
5:00
Slide 3 - Diapositive
Practicar a hablar de tu carácter de pequeño
Tienes 5 minutos para aprender de memoria (= uit je hoofd leren) las 6 frases que has escrito sobre tu carácter
(met de signaalwoorden)
timer
5:00
Slide 4 - Diapositive
ii A practicar !!
Si la profe dice tu nombre, vas a presentar cómo era tu carácter de pequeño / a
Als je thuis werkt, maak je een opname van deze mini presentatie over je karakter en die stuur je naar de chat, nu tijdens de les.
Slide 5 - Diapositive
3. Hoe begin je een presentatie in het Spaans?
Slide 6 - Diapositive
Schrijf 3 zinnen in het Nederlands waarmee je je presentatie kan beginnen.
Slide 7 - Carte mentale
Frases útiles para tu presentación:
¡Hola clase! ¡Bienvenidos!
'El tema de mi presentación es ....'
óf
Hoy voy a hablar sobre.....
Hoy os voy a contar sobre....
Slide 8 - Diapositive
Practicar a presentar
Empieza con ''bienvenidos" ..... etc
Después:
1. ¿Cómo te llamas y cuántos años tienes?
2. ¿Tienes hermanos?
3.¿Cuándo y dónde naciste?
4. ¿Dónde vives?
Als je thuis werkt, maak je een opname van deze mini presentatie en die stuur je naar de chat, nu tijdens de les.
Slide 9 - Diapositive
Hoy he aprendido cómo puedo presentarme.
😒🙁😐🙂😃
Slide 10 - Sondage
Ahora sé hablar de mi carácter
😒🙁😐🙂😃
Slide 11 - Sondage
Escribe 3 palabras claves (signaalwoorden) del imperfecto