Jongerentaal

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Afspraken
  • Respectvol met elkaar omgaan
  • Alle benodigde spullen bij je hebben
  • Startklaar binnen een paar minuten  (etui, pen, boek, aantekeningenschrift)
  • Telefoon in de telefoonzak op nummer

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Introductie les 
Bespreken lesdoelen: jongerentaal en formeel en informeel taalgebruik

Filmpje laten zien:  https://youtu.be/ATJ-DqKyRxQ 

Slide 4 - Diapositive

Wat is jongerentaal?


 
1. Schrijf drie woorden op waarvan jij zeker weet dat je ouders/ verzorgers ze niet kennen.
2. Hoe zou je het vinden als volwassenen ook jullie termen of woorden zouden overnemen?
3. Is jongerentaal geschikt voor elke situatie? Waarom wel/niet?
 
 




Slide 5 - Diapositive

Formeel en informeel taalgebruik

Slide 6 - Diapositive

Wat ga ik leren?
Jij gaat leren  wat het verschil is tussen formeel en 
informeel taalgebruik. 

Ook leer je wanneer je welk taalsoort het beste kunt gebruiken.

Slide 7 - Diapositive

Formeel
  • Nette, chique (ouderwetse)
taal.
  • U, geachte, beste etc.
  • Officieel, plechtig.


Informeel
  • Gewone taal, hoe je normaal praat.
  • Je, hallo, hoi etc.
  • Familiair, niet officieel, niet plechtig.

Slide 8 - Diapositive

Formeel taalgebruik
Informeel taalgebruik
Hey mam, wat eten we vanavond?
Deze brief betreft mijn sollicitatie. 
Geachte lezer, ik mail u naar aanleiding van...
Yes! We hebben een voldoende voor onze presentatie! Hij ging echt super goed.

Slide 9 - Question de remorquage

Stelling: In een formele brief schrijf je altijd 'u' in plaats van 'je'.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Ik zou het zeer op prijs stellen als u van zich zou kunnen laten horen.
A
Formeel
B
Informeel

Slide 11 - Quiz

Hoi Jantje,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 12 - Quiz

Geachte meneer/mevrouw,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 13 - Quiz

Wat hoort niet in een formele brief thuis?
A
Betreft: renoveren schoolgebouw
B
Geachte mijnheer Hendriks
C
Wij hopen dat u ons kunt helpen
D
Doei!

Slide 14 - Quiz


Formele mail:
Indeling:
Datum + betreft
Aanhef:  Beste/Geachte/Goedendag/Hoi/Hallo
Aanleiding mail / Uitleg situatie:  Ik mail u/je naar aanleiding van / omdat …
Je vraag:  Zou u/je me het huiswerk kunnen mailen?
Afsluiting: Ik hoop van u/je te horen. / Bij voorbaat dank.
Ondertekening: Met vriendelijke groet / Hoogachtend / Groetjes

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive