4.4 Spieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga zitten volgens de plattegrond

Pak je spullen en iPad erbij

Login bij LessonUp

Spieren

Thema 4

paragraaf 4

Wat gaan we doen?

1. Voorkennis
2. Leerdoelen
3. Uitleg 4.4 Spieren
4. Zelfstandig

Leerdoelen

1. Je kunt de werking van spieren beschrijven

2. Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen

Welke 4 soorten beenverbindingen zijn er?

Welke 2 soorten gewrichten zijn er?

Welke spieren ken je al?

Spierstelsel

Alle spieren samen vormen het spierstelsel.

Skeletspieren zitten vast aan je botten, hiermee kan je bewegen. 

Je hebt ook spieren die niet vast zitten aan je botten, deze zitten bij je organen.

Pezen

Een spier zit met pezen aan het bot vast.

De plek waar de pees vastzit aan het bot noem je de aanhechtingsplaats.

Pezen

Antagonistisch paar

Om je onderarm te bewegen heb je twee spieren nodig.

biceps (armbuigspier)

Triceps (armtrekspier)

Ze hebben een tegenovergestelde werking en zijn daarom antagonisten.

Spieren:
1. Maken beweging van botten mogelijk.
2. Zorgen ervoor dat er beweging is in je organen
(bijv. voedsel kneden in de maag).

1. 1: waar 2: niet waar
2. 1: niet waar 2: waar
3. beide niet waar
4. beide waar

Om de arm te buigen moet je

1. de biceps aanspannen
2. de triceps aanspannen
3. de biceps ontspannen
4. de biceps en de triceps aanspannen

De spieren met pezen
zitten vast aan de botten

1. juist
2. onjuist
3. soms wel
4. soms niet

Aan de slag! 

Lees de BS spieren nog eens goed door!

Maak opgaven 1 t/m 10 van paragraaf 4.4 Spieren

Maak ook de test jezelf! 

Succes toppers :D

Aan de slag!

Lees 4.4  nog eens goed door!

Maak opgaven 1 t/m 8 (blz 31)

Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.

Sleep de juiste naam naar de juiste plek in het lichaam

Borstspier

Armbuigspier (biceps)

Rugspier

voorste dijbeenspier

Armstrekspier (triceps)

Kuitspier

Buikspier

Achterste dijbeenspier (hamstring)

Scheenbeenspier