6.7 Niet ziek worden

Module 6.7 Niet ziek worden




Module 6.7 Niet ziek worden 

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Module 6.7 Niet ziek worden




Module 6.7 Niet ziek worden 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?

  • Wat weet je nog van 6.6 over de scheidingsmethodes?
  • Uitleg deel 1
  • Kennisvragen
  • Uitleg deel 2
  • Kennisvragen
  • Weektaak
  • Vragen


Waar ga je over leren?

  • Wat zijn ziekteverwekkers
  • Hoe werkt je afweersysteem
  • Hoe werkt inenten/vaccineren?
  • Wat is een voedselvergiftiging en een voedselinfectie?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het spul dat achterblijft in het filter wanneer je een suspensie filtreert?
A
Filtraat
B
Filter
C
Residu
D
Destilaat

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wlke methode kun je gebruiken om van zeewater drinkwater te maken?
A
Filtreren
B
Destilleren
C
Adsorberen
D
Bezinken en afgieten

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg - deel 1

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ziekteverwekkers
  • Infectie betekend dat ziekteverwekkers in je lichaam komen
  • Ziekteverwekkers zijn bacteriën en virussen. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Binnendringen
  • Ziekteverwekkers kunnen via voedsel, water, dieren of andere personen worden overgebracht
  • Ze komen binnen via mond, neus, geslachtsorganen of wondjes.


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Virus
  • Dringt een cel binnen
  • Heeft de cel nodig om zich zelf te delen.
  • Wanneer er genoeg kopieën zijn gaat de cel dood en komen de virussen vrij. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacterie
  • Kan zich zelf delen in je lichaam
  • Kan stoffen maken die giftig zijn waar je ziek van wordt!

  • Meeste bacteriën ongevaarlijk. In je darmen zitten heel veel bacteriën die je helpen. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem manieren waarop ziekteverwekkers ons lichaam binnendringen

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Virussen kunnen zich zelf delen buiten een cel?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een epidemie is...
A
Wanneer een virus zich heeft verspreid in het lichaam
B
Wanneer een bacterie zich heeft verspreid in het lichaam
C
Wanneer veel mensen besmet zijn met dezelfde ziekte verwekker
D
Een spuit om een allergische reactie tegen te gaan

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg - deel 2

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloed
  • Rode bloedcellen vervoer zuurstof
  • Bloedplaatjes laat bloed stollen bij een wond
  • Witte bloedcellen afweer tegen ziekteverwekkers

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Witte bloedcellen
"vreetcellen"
  • Zijn vormloos en kunnen zo makkelijk uit het bloedvat gaan.
  • Vallen ziekte verwekkers aan die het lichaam zijn binnen gedrongen. 
  • Sluiten de ziekteverwekker in en verteren ze.
  • Bij een ontstoken wond hoopt het op dit noemen we dan pus of etter.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antigenen
Antigeen is een eiwit op de celmembraan.
Antigeen kan lichaamsvreemd zijn.

Witte bloedcellen gebruiken antigenen voor herkenning. Antigenen zijn voor alle ziektes uniek.
Antistoffen passen op antigenen.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Witte bloedcellen
"antistofcellen"
  • Antistofcellen maken antistoffen tegen de antigenen. 
  •  Antistoffen binden zich op de antigenen van de ziekteverwekker. 
  • Vreetcellen ruimen de onschadelijk ziekteverwekker op. 


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Immuniteit
  • Wanneer je immuun bent dan kan je de ziekte niet nogmaals krijgen.(voorbeeld: waterpokken)
  • Dit komt door geheugencellen.
  • Geheugencellen onthouden welke antistoffen ze moeten maken tegen een bepaalde ziekte verwekker. 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions


Kennistest

Slide 23 - Diapositive

Er volgen nu drie vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
Welke antistof is het meest geschikt?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Antistof
Ziekteverwekker
Antigenen
Antistofcel
Vreetcel

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat krijg je ingespoten bij een vaccinatie?
A
Verzwakte ziekteverwekker
B
Antistoffen
C
De hele ziekteverwekker
D
Witte bloedcellen

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bonus: Waarom verspreid het covid-19 virus zich zo snel?
A
Het is nog nieuw: er is nog niemand immuun
B
Het verspreid makkelijk, zelfs door de lucht
C
Er is nog geen vaccin
D
Alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Weektaak
Weektaak
  • 6. 7 Opdracht 1 t/m 20 werkboek
  • Video's Its Learning

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?
vragen?

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions