Grammatica - redekundig ontleden Talent vmbo-t/havo 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

Grammatica - redekundig ontleden Talent vmbo-t/havo 1

Wat is grammatica?

Wie weet wat je doet met grammatica?

Wie weet waarom grammatica belangrijk is?

Welke soorten grammatica zijn er?

Leerdoelen

De leerdoelen van deze week zijn:

Je weet hoe je een zin in zinsdelen kan verdelen;

Je kan de persoonsvorm benoemen;

Je kan het onderwerp benoemen.

Zinsdelen

Zinsdelen zijn woorden of woordgroepjes in een zin die bij elkaar horen.

Als je een zin gaat ontleden kan je het beste een vaste volgorde aanhouden:

1. persoonsvorm

2. gezegde

3. lijdend voorwerp

4. meewerkend voorwerp

De eerste drie gaan we de komende weken leren.

Wat is de persoonsvorm voor een woord?

Hoe kan je de persoonsvorm vinden?

De persoonsvorm

Waarom is de persoonsvorm eigenlijk zo belangrijk?

De persoonsvorm geeft in een zin aan wie en wanneer iemand iets doet. 

Wat is de zinsdeelproef?

De zinsdeelproef

Om te bepalen wat de zinsdelen zijn ga je kijken welke woorden of woordgroepen je voor de persoonsvorm kan plaatsen. Als de zin klopt, dan heb je een zinsdeel gevonden.

| Ik | ga | morgen | naar het bos.
| Morgen | ga | ik | naar het bos.

| Naar | ga | ik | morgen | het bos.
| Het | ga | ik | morgen | het bos.

| Naar het | ga | ik | morgen | het bos.

| Naar het bos | ga | ik | morgen.

Het onderwerp van een zin.

Het onderwerp geeft aan wie of wat iets doet.

Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar:

• ze staan meestal naast elkaar;
• ze staan in hetzelfde getal (enkelvoud of meervoud).

Hoe vind je het onderwerp?

Wie of wat + persoonsvorm.

Wat is de pv?
De nieuwsgierige jongen keek stiekem naar de wedstrijd.

1. nieuwsgierige
2. keek
3. stiekem
4. naar

Wat is de pv?
Vroeger hebben mijn opa en oma veel gereisd.

1. vroeger
2. veel
3. gereisd
4. hebben

Wat is het onderwerp?
Volgende week gaat mijn zus een dag naar de grote stad.

1. de grote stad
2. een dag
3. mijn zus
4. volgende week

Wat is het onderwerp?
Sabine gaat volgende week op vakantie.

1. Sabine
2. week
3. gaat
4. vakantie

Persoonsvorm

Onderwerp

Is altijd een werkwoord

Geeft aan wie of wat iets doet.

Kan van tijd veranderen

Wie of wat + pv

Meestal tweede zinsdeel

Hoort bij de pv

Is alles tot zover duidelijk en kunnen jullie hiermee aan de slag?

😒🙁😐🙂😃

Opdrachten

Deze week gaan we aan de slag met de volgende opdrachten:

Hoofdstuk 1.7 grammatica

opdrachten: 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 15.