week 50 - 2 vwo

Prüfung Kapitel 3

Je kunt voor deze toets 44 punten halen. 
Bij 30,5 punten heb je een 6.
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Prüfung Kapitel 3

Je kunt voor deze toets 44 punten halen. 
Bij 30,5 punten heb je een 6.

Slide 1 - Diapositive

Prüfung Kapitel 3

Wörterliste blz 106-107 zowel NL-D als D-NL
Plauderecke H, blz 108: NL-D
Grammatik C en E, blz 110

Slide 2 - Diapositive

Übung 1
Woordenlijst D - NL
Vertaal de dikgedrukte woorden naar het Nederlands. (8p)


Slide 3 - Diapositive

Was möchtest du gern als Nachtisch?
Nachtisch = ???

Slide 4 - Question ouverte

Rosenkohl klingt eigentlich wie eine Blume, nicht wie ein Lebensmittel.
Rosenkohl = ???

Slide 5 - Question ouverte

Ich kann die Gurke nicht schneiden, das Messer ist nicht scharf
Messer = ???

Slide 6 - Question ouverte

Übung 2
Woordenlijst NL - D
Vertaal de woorden naar het Duits en zet ze in de juiste zin. (8p)



Slide 7 - Diapositive

Findest du ...... mit Tomatensoße auch so lecker wie ich?
A
zout
B
pasta
C
bestellen

Slide 8 - Quiz

de pasta

Slide 9 - Question ouverte

Herr Ober, es tut mir leid, aber diese Suppe hier ist viel zu ........ .
A
zout
B
pasta
C
bestellen

Slide 10 - Quiz

zout

Slide 11 - Question ouverte

Wollen wir auch noch
einen Nachtisch ................... ?
A
zout
B
pasta
C
bestellen

Slide 12 - Quiz

bestellen

Slide 13 - Question ouverte

Übung 3A
Grammatik
Zet het werkwoord dat voor de zin staat in de juiste vorm. (8p)



Slide 14 - Diapositive

(heißen)
Ich heiße Suzanne und
mein Hund ...... Bello.

Slide 15 - Question ouverte

(reisen)
Joep ...... gerne mit der Bahn.

Slide 16 - Question ouverte

(sitzen)
...... dein Hund dann
auf dem Fußboden?

Slide 17 - Question ouverte

(öffnen)
Du ...... alle Türen und Fenster.

Slide 18 - Question ouverte

(kosten)
Es ....... nur wenig.

Slide 19 - Question ouverte

(rechnen)
Sie (ev) ........ vierzig plus zwölf.

Slide 20 - Question ouverte

Übung 3B
Vertaal het woord dat voor de zin staat naar het Duits
en zet het in de juiste vorm. (10p)


Slide 21 - Diapositive

Ich habe .....(een) Tomate gegessen.

Slide 22 - Question ouverte

Wir kaufen ...... (geen) Apfelsinen.

Slide 23 - Question ouverte

Wir bekommen heute ...... (geen) Frühstück.

Slide 24 - Question ouverte

Ja, das ist .....
(onze) Wagen (m).

Slide 25 - Question ouverte

Ja, ich habe mir ....... (uw)
Gabel geliehen.

Slide 26 - Question ouverte

Hier ist ...... (jullie) Suppe.

Slide 27 - Question ouverte

Übung 4
Plauderecke H
Vertaal de vragen en antwoorden naar het Duits. (10p)



Slide 28 - Diapositive