NK ed. 7.1 H7 Les E


1. Je bent startklaar als de les begint, dit houdt in:
-telefoon zit in de telefoontas;
-pet af, oortjes uit en jas uit;
-boeken, opgeladen laptop, schrift en pen(nen) op tafel.

2. Je leer- en huiswerk is gedaan.
 


1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


1. Je bent startklaar als de les begint, dit houdt in:
-telefoon zit in de telefoontas;
-pet af, oortjes uit en jas uit;
-boeken, opgeladen laptop, schrift en pen(nen) op tafel.

2. Je leer- en huiswerk is gedaan.
 


Slide 1 - Diapositive

Kapitel 7
Wohnen

Slide 2 - Diapositive


Was haben wir letztes Mal gemacht?​
een eenvoudig gesprek over de inrichting van kamers, eenvoudige teksten over wonen begrijpen​ en voegwoorden gebruiken

Doel: ​
-het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de vierde naamval gebruiken
-de voorzetsels met de vierde naamval gebruiken 

Succescriteria:​
-de vormen van het persoonlijk voornaamwoord in de 1e naamval (onderwerp) gebruiken
-de vormen van het persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval (lijdend voorwerp) gebruiken
- de voorzetsels met de vierde naamval gebruiken

Slide 3 - Diapositive

Schrijf de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits op die je kent.

Slide 4 - Question ouverte

Nederlands
Duits 1e naamval
Duits 4e naamval
Voorbeelden
ik
ich
mich
Welches Bett ist für mich?
jij
du
dich
Das Poster ist für dich.
hij
er
ihn
Hast du eine Lampe für ihn?
zij
sie
sie
Hier ist ein Stuhl für sie.
het
es
es

Slide 5 - Diapositive

Nederlands
Duits 1e naamval
Duits 4e naamval
Voorbeelden
wij
wir
uns
Haben Sie ein Buch für uns?
jullie
ihr
euch
Ich habe das für euch bezahlt.
zij
sie
sie
Hier sind Stühle für sie.
u
Sie
Sie
Was kann ich für Sie tun?
wie
wer 
wen
Für wen hast du das mitgebracht?
wat
was
was
Was hast du da?

Slide 6 - Diapositive


De vormen mich, dich enz. zijn de vormen van het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval. Na für en een aantal andere voorzetsels staat het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval.

1e  Ich mag dieses Zimmer.
4e Ist dieses Zimmer für mich?

Ook het vragend voornaamwoord wer verandert in de vierde naamval van vorm.

1e Wer ist das?
4e Für wen sind diese Möbel?

Op Neue Kontakte online staat ook een filmpje over dit onderwerp.

Slide 7 - Diapositive

durch
door
Durch ihn wird es gemütlich.
für
voor (ten behoeve van)
Für wen ist der Spiegel?
ohne
zonder
Ohne dich will ich hier nicht wohnen.
um
om
Ich kümmere mich um sie.
bis
tot
Unser Haus wird bis Dienstag renoviert.
gegen
tegen 
Wer spielt morgen gegen euch?
entlang
langs
Er läuft sie entlang.
B De voorzetsels met de 4e naamval
Ga naar Neue Kontakte online voor het uitlegfilmpje indien gewenst

Slide 8 - Diapositive

Opdracht:​
NK Kap.7: pag. 42 oef. 20, 21 en 22 maken (10 minuten)​

We bespreken de antwoorden (6 minuten)

Kies: NK Kap.7: pag. 44 oef. 23, 24, 25 en 26 maken (10 minuten)
Je maakt tenminste 3 van deze oefeningen

We bespreken de antwoorden (6 minuten)

Als je klaar bent, ga je slim stampen 

















Slide 9 - Diapositive


Huiswerk voor de volgende les:​
 
NK Buch B: pag. 62 Grammatik A en B leren​ 

Het huiswerk staat ook in magister!​

Slide 10 - Diapositive

Afsluiting:​

​Wat hebben we vandaag geleerd?​ 

Wat lukte al wel, wat nog niet?​ 

Waren de opdrachten duidelijk en goed te doen?​ 

Als je een vraag over het huiswerk zou hebben, wat zou dat dan zijn?​
 

Vooruitblik: in de volgende les gaan we de g en l goed uitspreken en vragen stellen en antwoord geven over wonen

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive