werkwoord to be

1 / 21
suivant
Slide 1: Vidéo
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

werkwoord to be

Slide 2 - Diapositive

Les doel
  • Je leert hoe je het werkwoord to be (zijn) kunt gebruiken,
  • Je leert bij de ik, jij, hij, het, wij en zij vorm de juiste to be werkwoord te kiezen,
  • Je kiest zelf of je eerst met de makkelijke- of moeilijke opdracht begint.
  • Het lukt je om zelfstandig te starten.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Maak zelfstandig de opdrachten.
Je mag zelf kiezen waar je begint, met de makkelijke of de iets moeilijkere opdracht.
timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

To be: You _____ (to be) a student.
A
am
B
are
C
is

Slide 6 - Quiz

They ... (to be) happy to be here
A
are
B
am
C
is

Slide 7 - Quiz

To be:
We...
A
is
B
am
C
are

Slide 8 - Quiz

To be:
They...
A
are
B
am
C
is

Slide 9 - Quiz

To be:
He...
A
are
B
am
C
is

Slide 10 - Quiz

To be: You _____ (to be)hungry
A
am
B
are
C
is

Slide 11 - Quiz

To be: I
A
are
B
am
C
is

Slide 12 - Quiz

To be:
Peter
A
are
B
am
C
is

Slide 13 - Quiz


To be:
... it going to be a difficult test?
A
am
B
to be
C
are
D
is

Slide 14 - Quiz

Choose the correct form of to be:

I ... tired (to be)
A
is
B
are
C
am
D
have

Slide 15 - Quiz

To be =
A
hebben
B
zijn
C
doen

Slide 16 - Quiz

To be (te zijn)
you
A
Be
B
is
C
are
D
am

Slide 17 - Quiz

He ______ (not/ to be) happy to be here.
A
am not
B
are not
C
is not

Slide 18 - Quiz

Katy and Peter ... (to be) happy to be here.
A
are
B
am
C
is

Slide 19 - Quiz

Zijn de lesdoelen behaald?

  • Je weet het werkwoord to be bij de juiste persoon/personen te gebruiken.
  • Je hebt zelf de keuze gemaakt met welke opdracht je bent gaan starten, makkelijk/moeilijk.
  • Trots op jezelf zijn, omdat het je zelfstandig(bijna) is gelukt.

Slide 20 - Diapositive

Ik begrijp nu hoe het werkwoord to be werkt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage