KSC.1.07

KSC.1.07
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BeveiligingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

KSC.1.07

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Beschrijft en onderscheidt volgens het Wetboek van Strafrecht de begrippen:
 inklimming
 valse sleutel

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je al over inklimming en valse sleutel?

Slide 3 - Carte mentale

Wetboek van Strafrecht
Eerste Boek.        Algemene bepalingen

Tweede Boek.     Misdrijven

Derde Boek.        Overtredingen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Titel IX. Betekenis van sommige in het wetboek voorkomende uitdrukkingen
Artikel 89 WvSr Inklimming en Artikel 90 WvSr Valse Sleutel. 
Vallen onder boek 1 hoofdstuk 9 Betekenis van sommige in het wetboek voorkomende uitdrukkingen.

Slide 6 - Diapositive

Artikel 89 WvSr Inklimming
Onder inklimming wordt begrepen ondergraving, als mede het overschrijden van sloten of grachten tot afsluiting dienende.

Slide 7 - Diapositive

voorbeelden van inklimming?

Slide 8 - Carte mentale

Artikel 90 WvSr Valse Sleutel
Onder valse sleutels worden begrepen alle tot opening van het slot niet bestemde werktuigen.

Slide 9 - Diapositive

Voorbeelden van valse sleutel

Slide 10 - Carte mentale

Artikel 138 huisvredebreuk
1 Hij die in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

2 Hij die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die, zonder voorkennis van de rechthebbende en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen.

3 Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

4 De in het eerste en derde lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen.



Slide 11 - Diapositive

Leerdoel
Beschrijft en onderscheidt volgens het Wetboek van Strafrecht de begrippen:
 inklimming
 valse sleutel

Slide 12 - Diapositive