Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Onderwerpen
Oriëntatie GGZ
Wet verplichte GGZ
Psychosen / Schizofrenie
Stemmingsstoornissen
Angststoornissen
Persoonlijkheidsstoornissen / Borderline
Medicatie
Slide 2 - Diapositive
Bij een Sociale Fobie heb je angst om besmet te raken door andere mensen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
Huisarts en POH GGZ
Basis GGZ
Specialistische GGZ
Langdurige GGZ
Direct toegankelijk
Verwijzing van huisarts
Verwijzing huisarts en CIZ indicatie
Gericht op preventie
Langdurige complexe psychiatrische aandoening
Lichte en matige psychiatrische problemen
Tweedelijns psychologische zorg
Begeleiding, behandeling en opname
Verblijf binnen en buiten een instelling
Eerstelijns psychologische zorg
Slide 4 - Question de remorquage
Een psycholoog mag medicatie voorschrijven
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
Kenner van het innerlijk van mensen
A
psychiater
B
psycholoog
Slide 6 - Quiz
GGZ staat voor geestelijke gezondheidszorg en is er voor mensen met psychische en verstandelijke problemen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Arts voor geesteszieken
A
psychiater
B
psycholoog
Slide 8 - Quiz
Wet Verplichte GGZ regelt onder andere de gedwongen opnamen in Nederland.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Wie mag een psychisch ziektebeeld vaststellen bij een persoon?
A
Huisarts
B
Psycholoog
C
Psychiater
D
Gedragsspecialist
Slide 10 - Quiz
welke stof bevat een echte Aspirine
A
paracetamol
B
acetylsalicylzuur
C
ibuprofen
Slide 11 - Quiz
In de wet Verplichte GGZ staan een aantal middelen en maatregelen benoemd
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Daktarin creme is een voorbeeld van.......?
A
systemische werking
B
lokale werking
Slide 13 - Quiz
Iemand met een obsessieve-compulsieve stoornis herhaalt steeds bepaalde handelingen en gedachten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Paracetamol is een voorbeeld van .........?
A
Systemische werking
B
Lokale werking
Slide 15 - Quiz
Welke toedieningswijze van medicatie is enteraal?
A
medicatie per infuus
B
medicatie via het maag/darm kanaal
C
medicatie via een subcutane injectie
Slide 16 - Quiz
Als iemand een depressie heeft moet je juist leuke dingen met iemand doen en hem de leuke kanten van het leven laten zien.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quiz
Eeen geneesmiddel heeft een kleine therapeutische breedte. Dit betekent?
A
Bij een iets hogere dosering een toxische spiegel
B
Bij een hoge dosering
ontstaat niet gauw een toxische spiegel
Slide 18 - Quiz
een geneesmiddel heeft een grote therapeutische breedte
A
Bij een hogere dosis ontstaat niet gauw een toxische spiegel
B
Bij een hogere dosis ontstaat een toxische spiegel
Slide 19 - Quiz
Een zorgmijder is iemand die zich onttrekt van ze zorg die aangeboden wordt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz
Op welke manier verlaat het geneesmiddel het lichaam?
A
de lever en de nieren
B
geneesmiddelen worden via de darm uitgescheiden
Slide 21 - Quiz
Wat is het doel van een MIC/MIP procedure?
A
de kwaliteit verbeteren, door degene die de fout maakt scholing te laten volgen.
B
de kwaliteit verbeteren, door
zicht te krijgen op de kwaliteit van het personeel.
C
de kwaliteit verbeteren, door de oorzaak te achterhalen en maatregelen te nemen
Kwaliteit verbeteren en zicht te krijgen op welke fouten worden gemaakt zodat die fout niet meer wordt gemaakt.
Slide 22 - Quiz
DSM-5 is een onderverdeling classificatiesysteem voor psychiatrische ziekteverschijnselen dat vooral door psychiaters en psychologen wordt gebruikt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
Verpleegkundige GGZ 'Ik las de medicatielijst voor aan de arts: Lorazepam 20 mg. De arts vroeg voorzichtig: "Hoe groot is deze meneer?" "Normaal postuur", antwoordde ik. Bleek dat die dosis sterk genoeg was om een paard te drogeren. In de medicatielijst had moeten staan: Temazepam 20 mg of Lorazepam 2,5 mg.' Bij wie ligt de fout?
A
Apotheker
B
Arts
C
Verpleekundige
Slide 24 - Quiz
Als men een psychose heeft is men vlak, komt men tot niets en heeft men minder energie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quiz
Iemand met een borderline is afwachtend en nuanceert de zaken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Je reactie (vlucht, vecht of bevries) bij een bepaalde gebeurtenis wordt aangestuurd vanuit je zoogdierbein.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quiz
Als je euforisch bent dan kan je erg sterk voelen, onoverwinnelijk zijn en een grote vreugde kennen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quiz
Iemand met schizofrenie heeft regelmatig last van psychoses
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quiz
Iemand te beschermend opvoeden waardoor diegene later problemen krijgt is een biologische verklaring
A
Juist
B
Onjuist
Slide 30 - Quiz
Binnen de GGZ wordt de medicatie voorgeschreven door klinische psychologen en psychiaters.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 31 - Quiz
Bij de methode krachtwerk wordt de cliënt gestimuleerd zelf zijn verantwoordelijkheid te dragen en zijn zelfredzaamheid te vergroten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 32 - Quiz
Een maatschappelijk steunsysteem is een netwerk van mensen, diensten en voorzieningen dat ondersteunt bij participatie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 33 - Quiz
Een ander woord voor bioplair is chronisch depressief
A
Juist
B
Onjuist
Slide 34 - Quiz
Bij excessief rigide gedragspatroon gaat iemand op extreem stijve manier om met anderen en met relaties
A
Juist
B
Onjuist
Slide 35 - Quiz
Geef op de schaal weer waar je je bevindt m.b.t. de kennis.
Slide 36 - Sondage
deze les heeft mij inzicht gegeven in mijn kennis over de GGZ tot nu toe