- jassen uit, tassen van de tafel - spullen pakken: boeken, laptop, pen/potlood aantekeningenmap etc. - telefoons in 't zakkie
--> starten met NUMO
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2
Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom allemaal
- jassen uit, tassen van de tafel - spullen pakken: boeken, laptop, pen/potlood aantekeningenmap etc. - telefoons in 't zakkie
--> starten met NUMO
Slide 1 - Diapositive
Het programma
Het lesdoel
uitleg les 51
oefenen in LessonUp
opdrachten maken + nakijken
terugkoppeling lesdoel
Slide 2 - Diapositive
Het lesdoel
Aan het einde van de les kan ik signaalwoorden van een tijdsverband herkennen in een zin.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Aantekeningen (8 min)
Slide 11 - Diapositive
Welk signaalwoord geeft een tijdsverband aan?
A
omdat
B
nadat
C
daarom
Slide 12 - Quiz
Welk signaalwoord geeft een tijdsverband aan?
A
tot slot
B
dus
C
verder
Slide 13 - Quiz
Welk signaalwoord geeft een tijdsverband aan?
A
voordat
B
maar
C
vervolgens
Slide 14 - Quiz
Welk signaalwoord geeft een tijdsverband aan?
A
kortom
B
vervolgens
C
tijdens
Slide 15 - Quiz
Lees de onderstaande tekst
Noteer de signaalwoorden die een tijdsverband aangeven (4 min).
Slide 16 - Diapositive
Lees de onderstaande tekst
Controleer je antwoord
Slide 17 - Diapositive
Instructie
Je maakt les 51 opdracht: 1, 2, 3, (4), 5, 6 en 7. Eerste 5 minuten in stilte beginnen. Steek je hand op als je vraag hebt. Als de 5 min om zijn, mag je fluisteren met buurman/buurvrouw. Je hebt 20 minuten. Aan het einde gaan we nakijken.
Slide 18 - Diapositive
Instructie
Slide 19 - Diapositive
Instructie
Slide 20 - Diapositive
Instructie
Slide 21 - Diapositive
Instructie
Slide 22 - Diapositive
Instructie
Slide 23 - Diapositive
Het lesdoel
Aan het einde van de les kan ik signaalwoorden van een tijdsverband herkennen in een zin.