Kern vmbo b2 Les 41-60

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Kern vmbo b2 Les 41-60

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen:
*Ik ken de bedoeling van de schrijver van een tekst: informeren, overhalen, instructie geven, vermaken, overtuigen
*Ik weet het verschil tussen hoofdzaken en bijzaken
*Ik weet het verschil tussen meningen en feiten
*Ik herken een tijdsverband in een tekst
*Ik weet wat signaalwoorden zijn
*Ik weet hoe ik een klachtenmail moet schrijven

Slide 3 - Diapositive

Drake trad op in Ahoy, hij had een nieuwe hair-cut

Extra informatie in een tekst is een...

Les 42
A
hoofdzaak
B
bijzaak

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Hoe leer je een tekst voor een toets
(3 stappen, les 42)

Slide 6 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van vaktaal bij Geschiedenis

Slide 7 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van vaktaal bij het vak VERPLEEGKUNDIGE in het ziekenhuis.

Slide 8 - Question ouverte



Zij had haar haren in een paardenstaart.
A
Deze zin heeft alleen een persoonlijk vnw
B
Deze zin heeft alleen een bezittelijk vnw
C
Deze zin heeft twee pers. voornaamwoorden
D
Deze zin heeft een pers. en een bez. vnw.

Slide 9 - Quiz


Ik had mijn fiets vastgezet tegen het hek, maar hij is tóch gestolen.
A
Deze zin begint met een pers. vnw.
B
Deze zin begint met een bezittelijk vnw.

Slide 10 - Quiz

Dit zijn de bezittelijke voornaamwoorden die ik ken:

Slide 11 - Question ouverte

Dit zijn de persoonlijke voornaamwoorden die ik ken:

Slide 12 - Question ouverte

Maak het rijtje af:
Hebben: ik..,jij..hij/zij/het...wij/jullie/zij...

Slide 13 - Question ouverte

Maak het rijtje af:
kunnen: ik..,jij..hij/zij/het...wij/jullie/zij...

Slide 14 - Question ouverte

Maak het rijtje af:
zijn: ik..,jij..hij/zij/het...wij/jullie/zij...

Slide 15 - Question ouverte

Maak het rijtje af:
zullen: ik..,jij..hij/zij/het...wij/jullie/zij...

Slide 16 - Question ouverte


1) Taylor Swift is een Amerikaanse singer/songwriter, haar grootste hits zijn Shake it off, Blank space en Bad blood.
2) Eén van Taylor Swift's exen was Harry Styles. Taylor Swift heeft twee katten die Olivia en Meredith heten.
Les 42

A
1 is bijzaken en 2 is hoofdzaken
B
1 en 2 zijn bijzaken
C
1 is hoofdzaken en 2 is bijzaken
D
1 en 2 zijn hoofdzaken

Slide 17 - Quiz

(les 41) Filmrecensie

Slide 18 - Diapositive

Een recensie van een film is om je te ...
overtuigen-overhalen-instructie geven?
Les 41

Slide 19 - Question ouverte

De schrijver van dit boek wil je:
overhalen of vermaken of informeren?
(les 41)

Slide 20 - Question ouverte

De schrijver van dit boek wil je:
overhalen of instructie geven of informeren?
(les 41)

Slide 21 - Question ouverte

Een reclametekst is om je te ....
(les 41)
A
informeren
B
overhalen
C
overtuigen
D
te vermaken

Slide 22 - Quiz

Dit is een .....
(les 41)
A
reclametekst
B
instructie-tekst
C
amuserende/vermakende tekst
D
informatietekst

Slide 23 - Quiz

De zon gaat vandaag onder om 18.55 uur.
(les 43)
A
Mening
B
Feit

Slide 24 - Quiz

De winkels zouden tot 23.00 uur open moeten blijven.
(les 43)
A
Mening
B
Feit

Slide 25 - Quiz

Shein heeft pop-up stores in Amsterdam en Den Haag.
(les 43)
A
Mening
B
Feit

Slide 26 - Quiz

Adidas sneakers lopen
het lekkerst.
(les 43)
A
Feit
B
Mening

Slide 27 - Quiz

Maak een zin met een mening.

Slide 28 - Carte mentale

Maak een zin met een feit.

Slide 29 - Carte mentale

Signaalwoorden (tijdsverbanden)
*We begonnen met een salade, DAARNA kregen we pasta.

*TIJDENS het rijden werd hij ingehaald door een agent.

*EERST zou hij meedoen met de wedstrijd, maar hij haakte toch af.

Slide 30 - Diapositive

Ik weet wat een signaalwoord is (met een tijdsverband)
Les 51
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Maak een zin met een signaalwoord
(les 51)

Slide 32 - Carte mentale

klachtenmail
les 56
Maak nu je eigen klachtenbrief.

Slide 33 - Diapositive

Lesdoelen:
*Ik ken de bedoeling van de schrijver van een tekst: informeren, overhalen, instructie geven, vermaken, overtuigen
*Ik weet het verschil tussen hoofdzaken en bijzaken
*Ik weet het verschil tussen meningen en feiten
*Ik herken een tijdsverband in een tekst
*Ik weet wat signaalwoorden zijn
*Ik weet hoe ik een klachtenmail moet schrijven

Slide 34 - Diapositive

En? Denk je dat je het nu beter begrijpt?
0100

Slide 35 - Sondage