Present perfect & past simple

Grammar - recap lesson
*Show what you know: Present perfect  - past simple 
* One group: Extra explanation
*One group: do exercises 
*At the end of the lesson, you'll get your tests back (On Friday, we'll go through the answers) 
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammar - recap lesson
*Show what you know: Present perfect  - past simple 
* One group: Extra explanation
*One group: do exercises 
*At the end of the lesson, you'll get your tests back (On Friday, we'll go through the answers) 

Slide 1 - Diapositive

punctuation
punctuation = the use of full stops . or commas , to make sure the sentence flows. In Dutch we call this 'interpunctie' (gebruik van punten en komma's). 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

How can punctuation save this person's life?

Slide 4 - Question ouverte

*Wat is het verschil tussen deze twee zinnen?

1. I worked at the greenhouse yesterday.
2. I have worked at the greenhouse since 2021.

Slide 5 - Question ouverte

Handig: FYNEJASH (for, yet, never, ever, just, already, always, since, how long) 

*Iets startte in het verleden en gaat nog steeds door en het resultaat kun je nog steeds merken. 

1. I have just painted the room.  (ik heb zojuist mijn kamer geverfd
2. She has never been in Australia.  (Ik ben nog nooit in Aus geweest). 
3. That teacher has taught English for twelve years at Ichthus College. 

Slide 6 - Diapositive

Present perfect
have/has + voltooid deelwoord
have = I, you, we, you they
has = he, she, it
Voltooid deelwoord:
1. regelmatig werkwoord + ed > I have worked
2. onregelmatig werkwoord 3e vorm > I have been

Slide 7 - Diapositive

1. She ___never been to Spain in her life.

2. They _______(work) at the supermarket since 2021.

Slide 8 - Question ouverte

Iets stopte in het verleden. (en gaat.
Je herkent dit aan signaalwoorden als: 'yesterday', 'two years ago', 'a thousand years ago, last Thursday'. 

Je zet achter het werkwoord een -ed als hij regelmatig is (niet achterin je boek staat); 
-Het is dus handig om de onregelmatige werkwoorden uit je hoofd te kennen (die hebben een eigen vorm)

Slide 9 - Diapositive

Vragen maken doe je door: 
Did vooraan neer te zetten. Het hoofdwerkwoord in de t.t. te laten staan. 
Did you watch the football match yesterday? 
Did she buy something nice at the Warehouse two days ago? 

Ontkenningen maak je door 'didn't' achter het onderwerp (persoon) te zetten en het hoofdwerkwoord in de t.t. te laten staan.
No, I didn't watch the football match yesterday, I played videogames.
No, she didn't buy something nice at the Warehouse. She bought nothing. 

Slide 10 - Diapositive

My father _______(not work) at his job yesterday. At the weekends, he's free.
A
worked
B
hasn't worked

Slide 11 - Quiz

My sister_______(work) at the supermarket since her 15th. She still works there.
A
have worked
B
worked
C
has worked

Slide 12 - Quiz

Hoe vorm je de past simple (werkwoorden)?

Slide 13 - Question ouverte

Past simple
De past simple bestaat uit 1 werkwoord. Dit ww zet je in de verleden tijd.
2 manieren:
1. werkwoord + ed > worked
2. 2 vorm van het onregelmatig werkwoord > been

Slide 14 - Diapositive

Past simple

Wanneer gebruik je de past simple?
- iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen.


Je kan de past simple herkennen aan woorden als:
last year, yesterday, in 2010.
Dit zijn tijdsbepalingen.

Slide 15 - Diapositive

Verschil present perfect en past simple


Wat is het verschil?
Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.

Slide 16 - Diapositive

Verschil present perfect en past simple


Verklikwoorden:

Present perfect: already, for, since, how long.
Past simple: last year, yesterday, in 2010, an hour ago.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

I have been in Nottingham for a week.
present perfect / past simple?

Slide 19 - Question ouverte

It was on offer last week.
present perfect/ past simple?

Slide 20 - Question ouverte

Present perfect of past simple?
Volg deze stappen
1. Is het op dit moment aan de gang?
ja: present perfect - nee: ga naar vraag 2
2. Gaat het over ervaringen tot nu toe?
ja: present perfect - nee: ga naar vraag 3.
3. Is het resultaat van de actie nu merkbaar?
ja: present perfect - nee: past simple.

Slide 21 - Diapositive

Oefenen
Exercise 12 + 13 op p11 van je AB.

Slide 22 - Diapositive

Wat vind ik nog moeilijk aan de present perfect en de past simple?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Lien

Present perfect & past simple

Theme 5
Stepping Stones


Slide 26 - Diapositive