Herhalingsles Thema 1
1 / 28
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Een organisme dat de levenskenmerken had, maar niet meer heeft.
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 4 - Quiz
Wat is een levenskenmerk?
A
Praten
B
Verliefd zijn
C
Ademhalen
D
uit eten gaan
Slide 5 - Quiz
Wat is GEEN levenskenmerk?
A
Steeds langer worden
B
Van het dak vallen
C
Naar de tv kijken
D
Boterham eten
Slide 6 - Quiz
De levenscyclus van een kikker heet een een levenscyclus omdat
A
De kikker door een metamorfose gaat
B
Hij zich steeds herhaalt
C
Een kikker van water naar land gaat
D
een kikker eerst kieuwen krijg en daarna longen
Slide 7 - Quiz
Een plant heeft een levenscyclus
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
Sleep deze organisatieniveaus in de juiste volgorde van klein naar groot.
weefsel
cel
molecuul
organel
orgaan
Slide 9 - Question de remorquage
Organisme
Organenstelsels
Organen
Weefsel
Cel
Slide 10 - Question de remorquage
Organisme
cel
Organenstelsel
orgaan
Slide 11 - Question de remorquage
weefsel
weefsel
weefsel
weefsel
weefsel
orgaanstelsel
orgaanstelsel
cel
cel
cel
cel
cel
orgaan
orgaan
orgaan
orgaan
organisme
organisme
Slide 12 - Question de remorquage
Wat zijn cellen?
A
Bouwstenen van de mens
B
Organen in het lichaam
Slide 13 - Quiz
De levenscyclus van een kikker heet een een levenscyclus omdat
A
De kikker door een metamorfose gaat
B
Hij zich steeds herhaalt
C
Een kikker van water naar land gaat
D
een kikker eerst kieuwen krijg en daarna longen
Slide 14 - Quiz
Dit zijn cellen van een .....
A
bacterie
B
dier
C
plant
D
schimmel
Slide 15 - Quiz
Hebben cellen van mensen andere kenmerken dan cellen van dieren?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
Welke onderdelen tref je zowel aan in een plantaardige cel als in een dierlijke cel? Sleep deze onderdelen naar het gele vak.
Deze onderdelen zitten zowel in een plantaardige cel als een dierlijke cel
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Zetmeelkorrels
Celkern
Vacuole
Slide 17 - Question de remorquage
Dierlijke cel
Plantaardige cel
Celwand
Celmembraan
Celmembraan
celkern
Vacuole
Celkern
Korrels
Slide 18 - Question de remorquage
bij een microscoop kijk je door het...
A
objectief
B
oculair
C
diafragma
D
tubus
Slide 19 - Quiz
Waarvoor zijn de objectieven van de microscoop?
A
beeld vergroten
B
hoeveelheid licht regelen
C
scherp beeld
D
stevigheid
Slide 20 - Quiz
Hoeveel chromosomen heeft een paar chromosomen?
A
4
B
6
C
2
D
8
Slide 21 - Quiz
Wat is een chromosoom?
A
Slierten DNA in het cytoplasma
B
Slierten DNA in de celkern
C
Bevat 1 gen
D
Bevat meerdere genen
Slide 22 - Quiz
Chromosomen
A
er zijn er steeds 2 die 'bij elkaar passen'
B
ze lijken niet op elkaar, ze zijn allemaal heel verschillend
C
deze zijn allemaal hetzelfde
D
zitten in de genen
Slide 23 - Quiz
Dit zijn de chromosomen van een?
A
man
B
vrouw
Slide 24 - Quiz
In welke volgorde vindt mitose plaats?
Één moedercel.
Kerndeling.
Celdeling.
Twee kleine dochtercellen.
Plasmagroei.
Twee grote dochtercellen.
Slide 25 - Question de remorquage
Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde:
1
2
3
4
5
6
Slide 26 - Question de remorquage
Mitose
Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde.
