H3 Grammar overview Unit 3 en 4

Welcome!
Overzicht van alle grammatica van Unit 3 en 4
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welcome!
Overzicht van alle grammatica van Unit 3 en 4

Slide 1 - Diapositive

Grammatica onderwerpen
- passive ~ 2.1 on p. 51 1.7 on p. 126
- voegwoorden (linking words) ~ 4.1 on p. 54
- the future ~ 1.6 on p. 125
- 'the' of x ~ 2.1 on p. 67 en 2.6 on p. 132
- present simple vs present continuous ~ 4.1 on p. 70 en 1.1/1.2 on p. 121-122

Slide 2 - Diapositive

The passive
When do you use it?
- When it is unknown who does the action or it is not important (action more important than the person who does/did it)
- When there is emphasis on who does/did the action using a by phrase.

bv. The walls were painted yesterday.
       This book is written by me.                   

Slide 3 - Diapositive

The passive vt and tt
De passive in de tegenwoordige tijd:
- Bij het heden en dingen die altijd waar zijn.
- am/are/is + voltooid deelwoord (3e rijtje)

De passive in de verleden tijd:
- Bij het verleden.
- was/were + voltooid deelwoord (3e rijtje)
Dus altijd een vorm van 'to be' gebruiken met de passive!

Slide 4 - Diapositive

The passive
Let op! Na een hulpwerkwoord (zoals can/ must/ will) gebruik je be + voltooid deelwoord (3e rijtje) bij de passive!

All emails will be answered.
What can be done to tackle crime?


Slide 5 - Diapositive

The passive trick
- Wanneer je 'by the police' of 'by Betsy' aan een zin kan toevoegen is het passive!

Example: The criminal was caught and put in jail (by the police).
                     The walls are not painted (by Betsy)

Slide 6 - Diapositive

Linking words
- Used to connect two sentences to create one sentence. 
- Zorgen voor een duidelijk verband tussen de zinsdelen:

> Oorzaak: Because, since, as
> Resultaat: So, as a result, that's why, hence
> Tegenstelling: But, however, instead of
> Voorbeeld: For example, like, such as, for instance 

Slide 7 - Diapositive

The future
1. Present simple: ww (+ s bij he/she/it)
Bij dingen die volgens een vast tijdschema in de toekomst gaan gebeuren (openingstijden, vertrektijden, schoolvakanties, dienstregelingen).
2. Present continuous: am/is/are + ww + ing 
Als je iets hebt afgesproken of georganiseerd, vaak persoonlijke afspraken die vastliggen.

Slide 8 - Diapositive

The future
3. am/are/is + going to + ww
Als je iets van plan bent (gaat meer om de intentie) of bij een voorspelling met bewijs.
4. will (shall bij vraagzinnen met I of we) + ww
Bij voorspellingen zonder bewijs (het is niet zeker dat het gaat gebeuren, bv. bij weerberichten of verre toekomst), bij een aanbod, instemming, belofte of spontaan besluit.

Slide 9 - Diapositive

'The' or 'X'
- Bij seizoen, maaltijden en algemene (niet-telbare) begrippen die je nader (specifieker) omschrijft wel 'the', in andere gevallen niet. 

- Bij gebouwen zelf (hospital/ university/ school) wel 'the', niet als het gaat om het gebruik van die gebouwen/ instellingen.
> I need to go to (x) hospital, The hospital is around the corner.

- Namen van straten/ pleinen geen 'the'.
- Leer de uitzonderingen!

Slide 10 - Diapositive

Present simple vs Present continuous
When do we use the present simple?
Met gewoontes/ routines, als iets altijd, vaak of nooit zo is, bij feiten of als tijd niet relevant is.
> voorbeeldwoorden die dat kunnen aangeven: always/ usually/ often/ never

When do we use the present continuous?
Als iets nu bezig is of om irritatie aan te geven.
> voorbeeldwoorden die dat kunnen aangeven: (right) now/ at the moment
> voorbeeld irritatie aangeven: You are always complaining about rain!

Slide 11 - Diapositive

🇬🇧 Past Simple 

🇳🇱 Verleden Tijd


ww+ed

(irr. verb = 2e vorm)



I saw him yesterday.



🇬🇧 Past Perfect

🇳🇱 Voltooid Verleden Tijd




🇬🇧 Present simple 
🇳🇱 Tegenwoordige Tijd

ww (+s with she/he/it)
Use don't/ doesn't with negative
Use do/ does with questions 

I walk home after school every day.
She doesn't like to eat apples..
Do they play video games together every day?

🇬🇧 Present continuous
🇳🇱 Duurvorm Tegenwoordige Tijd

am/is/are + ww + ing
Add 'not' with negative
Change word order with questions

I am walking home right now.
She isn't eating apples at the moment.
Are they playing video games now?

Present simple vs Present continuous

Slide 12 - Diapositive

Good luck!
Oefen goed met de onderwerpen die je nog lastig vindt, er staan extra opdrachtjes klaar op It's Learning voor elk grammatica onderwerp. Mail mij als je nog vragen hebt!

Slide 13 - Diapositive