Interview les 1

Fictie: interview
Nederlands
Fictie: interview
Les 2:
VWO 2

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Fictie: interview
Nederlands
Fictie: interview
Les 2:
VWO 2

Slide 1 - Diapositive

Voor de meivakantie...
...ben je met de Dorpskrant bezig geweest en deze heb je  ingeleverd.
...heb je een boek gekozen voor de fictieopdracht.
...ben je begonnen met lezen.

Slide 2 - Diapositive

Vorige les heb je...
... geleerd wat open en gesloten vragen zijn en hoe je kan doorvragen.

Slide 3 - Diapositive

Vandaag ga je
...tips verzamelen over hoe je een goed interview kunt houden.

Slide 4 - Diapositive

interview
  • Een interview is een vraaggesprek tussen een vragensteller (de interviewer) en iemand die de vragen beantwoordt (de geïnterviewde).

  • Een interviewer kan op verschillende manieren iets te weten komen.

Slide 5 - Diapositive

We hebben verschillende soorten vragen namelijk:
  • Open vragen
  • Gesloten vragen



  • Doorvragen

Slide 6 - Diapositive

Theorie: open vragen
Bij open vragen heeft de geïnterviewde ruimte om te antwoorden.
Bijv.
Wat vindt u van…?
Waarom …?
Hoe komt het dat…?
Wat kunt u vertellen over…?

Met een open vraag geef je je gesprekspartner de ruimte om te vertellen wat hij belangrijk vindt.

Voordeel: je duwt de geïnterviewde niet een bepaalde kant op.
Nadeel: de geïnterviewde kan te veel kanten opgaan.


Slide 7 - Diapositive

Theorie: gesloten vragen
Met een gesloten vraag kun je specifieke informatie van je gesprekspartner verkrijgen en je kunt nagaan of je de ander goed begrepen hebt. Een gesloten vraag levert een antwoord op als 'ja', 'nee' of een ander enkelvoudig antwoord, zoals 'leuk' of 'goed'.

Bijv.
Is uw werk belangrijk voor u? – Ja.
Gaan studenten in de toekomst online college volgen? – Misschien.

Voordeel: je kunt iemand tot een simpel antwoord dwingen.
Nadeel: de sturing kan vervelend zijn en iemand kan heel korte antwoorden geven, waardoor je weinig informatie krijgt.

Slide 8 - Diapositive

Theorie: doorvragen
Soms geeft iemand enkel korte antwoorden, waardoor je niet genoeg informatie krijgt.
Vraag dan tijdens het interview goed door. Dat doe je, omdat je meer over het onderwerp wil weten of omdat je nog niet tevreden bent met het antwoord.

voorbeeld
'Vertel daar eens iets meer over: 'Waarom denk je dat?' 'Vind je het lastig daarover te praten? Waarom?' 'Dat zeg je nou wel, maar ...'

Slide 9 - Diapositive

Bij een interview kun je de 'LSD-techniek' gebruiken. Wat is dat? Zoek op Google wat deze techniek inhoudt.

Slide 10 - Question ouverte

Stel dat je je grootste idool/held mag interviewen. Misschien is dat wel een bekende voetballer, autocoureur, acteur of zangeres. Deze mensen hebben vaak maar weinig tijd en moeten veel vragen beantwoorden. Je mag dit idool één vraag stellen. Welke vraag stel je en aan wie? Waarom stel je juist die vraag aan die persoon? 

Slide 11 - Question ouverte

Aan de slag voor tips!
Ga nu op internet op zoek naar websites met goede tips voor het houden van een interview. Bezoek in ieder geval de volgende twee websites met interviewtips. (Zoek op 'interview').

Noteer tien tips die jij het belangrijkste vindt op de volgende slide.


Slide 12 - Diapositive

10 tips voor het houden van een goed interview.

Slide 13 - Question ouverte

Einde van deze les

Slide 14 - Diapositive