1.1 en 1.2 Toets voorbereiding

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welke twee soorten kaarten hebben we?

1. Overzichtskaart
2. Landkaart
3. Thematische kaart
4. Atlaskaart

Van welk soort kaart is dit een omschrijving:

Op deze kaart zijn steden, rivieren, zeeën, bergen, wegen en spoorlijnen te zien

1. Thematischekaart
2. Overzichtskaart

Welk begrip hoort op de puntjes te staan?

............ gaat over de verdeling van de bevolking over een bepaald gebied

1. Bevolkingsspreiding
2. Bevolkingsdichtheid

Welke vier dingen heb je nodig bij kaartlezen?

Waar staan de schaalniveaus op de goede volgorde?

Van klein naar groot

1. Lokaal-Regionaal-Nationaal-continentaal-mondiaal
2. Lokaal-mondiaal-nationaal-regionaal-continentaal
3. Mondiaal-regionaal-continentaal-nationaal-lokaal

Welke schaal past bij deze kaart?

Welk begrip past de volgende zin:

De hoeveelheid mensen per km2

1. Bevolkingsdichtheid
2. Bevolkingsspreiding

Welk soort kaart is dit?

1. Thematischekaart
2. Overzichtskaart

Welk onderdeel van de vier dingen die nodig zijn bij een kaart ontbreekt?

1. Schaal
2. Titel
3. Legenda
4. Noordpijl

Als je een kaart hebt van de provincie Flevoland, gebruik je de ...... schaal

1. Mondiale
2. Regionale
3. Lokale
4. Continentale

Als je een kaart hebt van Finland gebruik je de ...... schaal

1. Regionale
2. Lokale
3. Nationale
4. Mondiale

Als je een kaart hebt van de stad Rotterdam gebruik je de ..... schaal

1. Nationale
2. Continentale
3. Regionale
4. Lokale

Welke schaal is het grootst?

1. Mondiale
2. Regionale
3. Lokale
4. Continentale