Beda H1.3 -14

  • Pak  je schrift en een pen/ potlood. 
  • Neem de moeilijke woordenwijzer over (blz 25)
  • Gebruik hiervoor een hele bladzijde in je schrift, draai je schrift. 
  • Zet erboven: Moeilijke woordenwijzer
Welkom
Startopdracht:
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

  • Pak  je schrift en een pen/ potlood. 
  • Neem de moeilijke woordenwijzer over (blz 25)
  • Gebruik hiervoor een hele bladzijde in je schrift, draai je schrift. 
  • Zet erboven: Moeilijke woordenwijzer
Welkom
Startopdracht:

Slide 1 - Diapositive

Programma             60 minuten
Startopdracht
Lekker lezen 
Huiswerkcheck +opdracht 9
Lesdoel
Instructie en aantekening+ opdr. 
Toepassen opdracht 15 en 16
Check-out (evt startopdracht)


10 minuten
15 minuten 
10 minuten
3 minuten
7 minuten
10 minuten
5 minuten

Slide 2 - Diapositive

Check-In
Hoe voel je je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Sondage

lekker lezen

Bus 41

Of je eigen boek

Slide 4 - Diapositive

Aan het einde van de les:
- Kun je de moeilijke woordenwijzer gebruiken
- Weet je welke signaalwoorden er bij het tekstverband opsomming horen

timer
4:00

Slide 5 - Diapositive

Instructie en aantekeningen

Slide 6 - Diapositive

Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden. 
Instructie en Aantekeningen

Slide 7 - Diapositive

Moeilijke woordenwijzer
9a Is het altijd nodig om te weten wat een moeilijk woord in een tekst betekent?
A Ja, je moet alle woorden kennen om een tekst te kunnen begrijpen.
B Nee, het is alleen nodig als het woord belangrijk is in de tekst.
Programma

Instructie
toepassen
Check-out

Slide 8 - Diapositive

9b Op welke manieren kun je in een tekst uitleg vinden van een moeilijk woord?


Programma

Instructie
toepassen
Check-out

Slide 9 - Diapositive

9b Op welke manieren kun je in een tekst uitleg vinden van een moeilijk woord?

1 Een ander woord dat hetzelfde betekent.
2 Een voorbeeld bij het woord.
3 Een omschrijving van een woord
Programma

Instructie
toepassen
Check-out

Slide 10 - Diapositive

9c In de Moeilijke-woordenwijzer staat: Een ander woord dat hetzelfde betekent.
Hoe heet zo’n woord?
 A samenstelling
B synoniem
C tegenstelling
Programma

Instructie
toepassen
Check-out

Slide 11 - Diapositive

signaalwoorden en tekstverband

Slide 12 - Diapositive

Toepassen

Slide 13 - Diapositive

Wat?
Blz. 29-33   opdracht 15 en 16
Opdracht 17-23 (huiswerk) 
Hoe?
Doe opdracht 16 op school je hebt een maatje nodig
De vragen beantwoorden in je werkboek 
Hulp
Vraag? Steek je vinger op.
Tijd
Eerst in stilte de zinnen schrijven daarna zachtjes overleggen
Klaar?
Pak je leesboek en ga lekker lezen. Of ga naar Numo en maak de opdracht die voor jou klaarstaat. 
Opdracht 
timer
10:00
Programma

Toepassen
Check-out

Slide 14 - Diapositive

Waar ga jij vandaag mee aan de slag?
Ik wil graag verlengde instructie
Ik maak opdracht 15 en 16 en doe de rest thuis
Ik ga alle opdrachten maken
Ik ben klaar met de opdrachten en ga met NUMO aan het werk

Slide 15 - Sondage

Check-out

Slide 16 - Diapositive

Welke signaalwoorden horen er bij het tekstverband 'opsomming'?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Aan het einde van de les:
- Kun je de moeilijke woordenwijzer gebruiken
- Weet je welke signaalwoorden er bij het tekstverband opsomming horen

timer
4:00

Slide 18 - Diapositive

Volgende les
H 1.4

Slide 19 - Diapositive