Quiz optredende en toelaatbare spanning

• Constructieleer
• MBO
• Studiejaar 1

Hoe wordt de trekspanning berekend?

1. F x A
2. F / A
3. A / F
4. F + A

Wat is de eenheid van spanning?

1. Nmm​​​
2. ​mm​​N​​
3. Nmm​2​​
4. ​mm​2​​​​N​​

Met welke Griekse letter wordt trekspanning aangeduid?

1. σ
2. τ
3. δ
4. α

Met welke Griekse letter wordt schuifspanning aangeduid?

1. σ
2. τ
3. δ
4. α

Hoe bereken je het oppervlak van een cirkel?

1. π⋅d
2. π⋅d​2​​
3. π⋅r
4. π⋅r​2​​

Een vierkante staaf met een breedte van 10 mm wordt belast met een trekkracht van 1000 N. Hoe groot is de trekspanning?

1. 50 N/mm^2
2. 500 N/mm^2
3. 10 N/mm^2
4. 100 N/mm^2

Welk type spanning vindt er plaats in de pen?

1. Trekspanning
2. Drukspanning
3. Schuifspanning
4. Vlaktedruk

Welke van de onderstaande antwoorden is juist

1. Optredende spanning moet lager zijn dan toelaatbare spanning.
2. Toelaatbare spanning moet lager zijn dan optredende spanning.
3. Optredende spanning en toelaatbare spanning moeten even groot zijn.

Hoe wordt de toelaatbare trekspanning berekend?

1. 0,5⋅Re⋅f
2. 0,7⋅Re⋅f
3. 0,9⋅Re⋅f

Wat wordt er bedoeld de letter f in de formule 0,7 x Re x f?

1. De kracht
2. De spanning
3. De belastingfactor

Wat is de belastingfactor bij een statische belasting?

1. 1/3
2. 2/3
3. 1

Wat is de belastingfactor bij een wisselende belasting?

1. 1/3
2. 2/3
3. 1