H10 P1 Zure, Neutrale en Basische oplossingen Testen

Hoe zuur of hoe basisch een oplossing is, bepaal je met de zuurgraad.
Met welke afkorting wordt de zuurgraad aangegeven?
A
pH
B
Hp
C
PH
D
ph
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoe zuur of hoe basisch een oplossing is, bepaal je met de zuurgraad.
Met welke afkorting wordt de zuurgraad aangegeven?
A
pH
B
Hp
C
PH
D
ph

Slide 1 - Quiz

De pH-schaal loopt

A
van 1 tot 2
B
van 0 tot 14
C
van 0 tot 7
D
van 7 tot14

Slide 2 - Quiz

Soda is een base, het heeft daarom een pH van ongeveer
A
2
B
7
C
12

Slide 3 - Quiz

Gebruik BINAS tabel 36
Welke kleur heeft rodekoolsap bij pH = 5
A
Rood
B
Paars
C
Blauw
D
Groen

Slide 4 - Quiz

Gebruik BINAS tabel 36
Welke kleur heeft broomthymolblauw bij pH = 6.5
A
Geel
B
Geelblauw
C
Blauw

Slide 5 - Quiz

Gebruik BINAS tabel 36
Welke kleur heeft thymolblauw bij pH = 10
A
Geel
B
Geelblauw
C
Blauw
D
Rood

Slide 6 - Quiz

Mirle heeft wat regenwater opgevangen en wil de pH van het regenwater meten.
Hoe hoog is de pH als het regenwater tegenwoordig ongeveer?
A
Kleiner dan 7
B
Ongeveer 7
C
Hoger dan 7

Slide 7 - Quiz

Van een zwavelzuuroplossing moet de pH worden gemeten welke indicator kan het beste worden gebruikt
A
blauw lakmoes papier
B
Fenolftaleïne
C
Universeel indicator
D
Rode koolsap

Slide 8 - Quiz

Welk van onderstaande formules geeft een zuur weer
A
HCl
B
H+
C
NaOH
D
NH3

Slide 9 - Quiz

Welk van onderstaande formules geeft een base weer
A
HCl
B
H+
C
NaOH
D
NH3

Slide 10 - Quiz