Nieuwsbegrip week 02 Schatten zoeken 2

• NT2
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1

Nieuwsbegrip    

Zijn we er allemaal?

Stop je je telefoon in je tas?

De afspraken

Vandaag:

* Nieuwsbegrip thema week 2 - Schatten zoeken

* Zelfstandig oefenen om vragen te maken over een tekst

Leerdoel: 

- Oefenen om Nederlands te lezen en vragen te maken

- Meer (woorden) leren over zoeken en regels in Nederland

Schatten zoeken

Nieuwsbegrip - video

Hoe lees je een tekst?

Nieuwsbegrip    

Kijk naar de tekst

* We kijken samen naar opdracht 1.

* Wat zijn titel, kopjes en plaatjes?

* Wat is een onderwerp?

* Wat weet je al zelf?

Opdracht 1 - Vóór het lezen/Actief lezen

1. Waar gaat de tekst over? Wat is het onderwerp?

2. Wat gaat de tekst over het onderwerp vertellen, denk je?

3. Wat weet je daar zelf van?

4. 

Opdracht 2.

1. a.
2. b.
3. c.
4. d.

Controlevragen

1. a.
2. b.
3. c.
4. d.

Controlevragen

1. a.
2. b.
3. c.
4. d.

1. Wat heb je al gezien / gelezen over ontbijten op school?

1. Waar zal de tekst over gaan denk je?

2.1 Lees de Inleiding. Wat is het Nationaal Schoolontbijt?

2.2 Lees het stukje "Pakket". Wat krijgen scholen die deelnemen aan het Nationaal Schoolontbijt?

1. Allerlei lekkere dingen die kinderen thuis kunnen eten.
2. Een pakket met van alles voor een goed ontbijt.
3. Ze krijgen alleen appeltjes, eitjes en tomaatjes.

Waarom is het goed om te ontbijten?
Noem drie dingen.

Welke gezonde dingen worden in de tekst genoemd? Noem drie dingen.

Lees "Elke dag ontbijt op school". Waar maken Nationaal Schoolontbijt en de regering plannen voor?

Wat zou je het liefst elke dag ontbijten? Is dat ook gezond?

3. Welke 4 nieuwe dingen weet je nu?

3. Welke 2 dingen uit de tekst vind je goed om te weten?

3. Welke 2 vragen heb je nog na het lezen van de tekst?

4.1 Kijk in regel 10 en 11. Wat betekent deelnemen?

1. Bekijken
2. Meedoen
3. Winnen

4.2 Lees regel 17. Wie of wat wordt bedoeld met "wat"?

1. ontbijt (regel 16)
2. de dag (regel 17)
3. jej lijf (regel 18)

4.3 Kijk in regel 19 t/m 22. Wat betekent dagelijks?

1. Af en toe
2. Elke dag
3. Elke week

4.4 Lees regel 40 en 41. Wie of wat wordt of worden bedoeld met "zij"?

1. Alle kinderen (regel 35)
2. Nationaal schoolontbijt en de regering (regel 37, 38, 39)
3. Elk kind (regel 39 en 40)

4.5 In welk stukje wordt verteld waarom het goed is om te ontbijten?

1. In het stukje "Waarom moet je ontbijten?"
2. In het stukje "Gezond of niet?"
3. In het stukje "Elke dag ontbijt op school?"