H6 6.1 en 6.2

Wie was Columbus en wat heeft hij gedaan?
A
Een ontdekkingsreiziger die vast kwam te zitten in het ijs.
B
Een ontdekkingsreiziger de zeeweg naar Azië heeft ontdekt.
C
Een ontdekkingsreiziger die Afrika heeft ontdekt.
D
Een ontdekkingsreiziger die Amerika heeft ontdekt.
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Wie was Columbus en wat heeft hij gedaan?
A
Een ontdekkingsreiziger die vast kwam te zitten in het ijs.
B
Een ontdekkingsreiziger de zeeweg naar Azië heeft ontdekt.
C
Een ontdekkingsreiziger die Afrika heeft ontdekt.
D
Een ontdekkingsreiziger die Amerika heeft ontdekt.

Slide 1 - Quiz

Welk land organiseerde de eerste ontdekkingsreizen?
A
Spanje en Portugal
B
Rusland
C
Nederland en België
D
China en Korea

Slide 2 - Quiz

Welke van deze mensen was geen ontdekkingsreiziger?
A
Cornelis de Houtman
B
Vasco da Gama
C
Christoffel Columbus
D
de Spaanse koning

Slide 3 - Quiz

Wie waren de Europese voorlopers tijdens de ontdekkingsreizen?
A
De Portugezen
B
De Engelsen
C
De Fransen
D
De Spanjaarden

Slide 4 - Quiz

Wat was het gevolg van de ontdekkingsreizen van de Europeanen? Kies het juiste antwoord.
A
De Europeanen konden nu geen specerijen meer kopen in Indië.
B
De vraag naar specerijen nam af en de prijzen daalden.
C
De zeeroute naar Indië werd bekend, maar allerlei handelsposten daar gingen verloren.
D
De zeeroute naar Indië werd ontdekt en er werden handelsposten gesticht.

Slide 5 - Quiz

Wat is de meest belangrijke oorzaak voor het begin van de ontdekkingsreizen?
A
De mensen werden aan het eind van de middeleeuwen avontuurlijker.
B
Er was een gebrek aan graan en vis in Europa.
C
Kruiden werden steeds duurder door de tol die handelaren moesten betalen bij verschillende landen.
D
Er kwam een goede kaart met routes naar alle werelddelen,.

Slide 6 - Quiz

Welke ontdekkingsreiziger heeft Indië als eerste bereikt?
A
Cornelis de Houtman
B
Bartholomeus Dias.
C
Columbus.
D
Vasco de Gama.

Slide 7 - Quiz

Welke omschrijving hoort bij welke persoon?
Vasco da Gama
Cornelis de Houtman
Willem Barentsz
Ging op expeditie, maar kwam vast te zitten in Nova Zembla.
De eerste Europese ontdekkingsreiziger.
Nederlandse ontdekkingsreiziger die in Oost-Indië kwam.

Slide 8 - Question de remorquage

Hieronder staan vier begrippen zoek de juiste omschrijving. 

personen die naar onbekende gebieden reizen.
gemiddelde weer van een gebied gemeten over een periode van 30 jaar.
Gebieden in Azie, Amerika en Afrika waar Europeanen de baas waren.
Toestand van de lucht (tempertuur, zonneschijn, neerslag en wind) op een bepaald moment op een bepaalde plaats.
weer
klimaat
kolonie
windstreken
ontdekkingsreizigers

Slide 9 - Question de remorquage

Wat was GEEN reden voor de Portugezen en Spanjaarden om op ontdekkingsreis te gaan?
A
De inheemse bevolking bekeren tot het christendom.
B
Veel geld verdienen aan de producten zoals specerijen.
C
Een goede handelsrelatie opbouwen met de Indianen.

Slide 10 - Quiz

Wat is het juiste voorbeeld van Europese overzeese invloed door culturele activiteiten.
A
De inheemse bevolking de taal van de bezetter leren.
B
Een huwelijk tussen een Europeaan en een inheems persoon.
C
Het bestuur van een land overnemen.
D
Meer gewassen gaan kweken voor de verkoop.

Slide 11 - Quiz

Welk begrip past bij dit plaatje?
A
Veroveraars
B
Specerijen
C
Plantage
D
Inheemse bevolking

Slide 12 - Quiz

Plantage
Kolonialisme
Slavernij
Groot landbouwbedrijf waar een bepaald (koffie, tabak, katoen, etc) wordt verbouwd.
Als landen heersen over andere landen.
Als mensen geen vrijheid hebben en eigendom zijn van andere mensen.

Slide 13 - Question de remorquage

Juist
Onjuist
Nederland handelde wel 250 jaar lang in slaven.
Tabak hoefde niet uit Amerika te worden gehaald.
.
Nederland was in Europa een van de laatste landen die de slavernij afschafte.
Vanuit Amsterdam werd de suiker voor veel geld verkocht.

Slide 14 - Question de remorquage

Wat is een kolonie?
A
Gebied dat mensen uit een ander land met geweld hebben ingenomen.
B
Gebied dat hoort bij een ander land.
C
De manier waarop mensen samenleven.
D
Iemand die een bepaald gebied met geweld in bezit neemt.

Slide 15 - Quiz

Handelspost
A
dorp in een vreemd land van waaruit handel wordt gedreven
B
handel tussen landen
C
gebied waar mensen uit een ander land gaan wonen
D
wat mensen willen kopen

Slide 16 - Quiz