Blok 3 week 4 les 1

Taxi woorden
1 / 21
suivant
Slide 1: Carte mentale
SpellingBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Taxi woorden

Slide 1 - Carte mentale

Welke zin staat in tegenwoordige tijd?
A
Ik bracht soep.
B
Hij vangt vis.
C
Wij genoten van het eten.
D
Hij riep: 'Stop ermee!'

Slide 2 - Quiz

Welke zin staat in de voltooide tijd?
A
Ik ging naar school.
B
Ik zit in quarantaine.
C
Ik heb in de klas gezeten.
D
Ik wil naar school.

Slide 3 - Quiz

Welke zin is goed geschreven?
Tip: Kijk precies!
A
Juf sophie mist de kinderen van de argonauten.
B
Juf Sophie zegt: 'Goedemorgen!'
C
Juf Lara houd van gymles geven.
D
Juf Sophie zegt: 'Ik houdt van chocolade.'

Slide 4 - Quiz

Wat is de stam van
het volgende woord?
Vinden
A
vint
B
vind
C
vin
D
vindt

Slide 5 - Quiz

Wat is de stam van
het volgende woord?
plonsen
A
plonst
B
plonsd
C
plons
D
plonz

Slide 6 - Quiz

Wat is de stam van
het volgende woord?
lopen
A
lop
B
loopt
C
liep
D
loop

Slide 7 - Quiz

Type het woord

Slide 8 - Question ouverte

de chilisaus

Slide 9 - Diapositive

Type het woord

Slide 10 - Question ouverte

de patat

Slide 11 - Diapositive

Type het woord

Slide 12 - Question ouverte

het recept

Slide 13 - Diapositive

Type het woord

Slide 14 - Question ouverte

de azijn

Slide 15 - Diapositive

Type het woord

Slide 16 - Question ouverte

de ketchup

Slide 17 - Diapositive

Type het woord

Slide 18 - Question ouverte

de menu's

Slide 19 - Diapositive

Type de zin

Slide 20 - Question ouverte

Job vraagt: 'Houdt hij van Hollandse stamppot?'

Slide 21 - Diapositive