Verslavingszorg

Verslavingszorg
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Verslavingszorg

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesinhoud
  • Voorzieningen binnen de verslavingszorg
  • Behandelingen en begeleiding
  • Een leven na de verslaving


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Aan het eind van de les ken je voorzieningen binnen de verslavingszorg.
  • Aan het eind van de les ken je vormen van behandeling en begeleiding binnen de verslavingszorg.
  • Aan het eind van de les ben je bekend met de re-integratie van verslaafden  in de maatschappij

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan welke voorzieningen
denk je aan bij
verslavingszorg?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorzieningen binnen de verslavingszorg



  • Forensische (verslavings)zorg
  • Verslavingszorg door de ggz
  • Gedwongen of vrijwillige behandeling
  • Verslavingsklinieken met een religieuze achtergrond
  • Privéklinieken
  • Outreached werken
  • Hulp bij een chronische verslaving
  • Samenwerkingsverbanden
  • Voorlichting en preventiemaatregelen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Forensische (verslavings)zorg

Forensische zorg is geestelijke gezondheidszorg die doorgaans verleend wordt binnen een strafrechtelijk kader. 

Het risico is groot dat zij opnieuw een strafbaar feit zullen plegen. 
Het belangrijkste doel van de forensische zorg is behandeling van de cliënt, het voorkomen van herhaling van het strafbare feit en bescherming van de maatschappij. 

Forensische zorg kan een combinatie zijn van beveiliging en behandeling of verpleging, zoals behandeling in een forensische psychiatrische kliniek of in een penitentiair psychiatrisch centrum.

Slide 6 - Diapositive

Deze mensen hebben een strafbaar feit gepleegd. Het gaat vaak om mannen tussen 25 en 50 jaar die psychische/psychiatrische problemen of stoornissen hebben, bijvoorbeeld een (borderline) persoonlijkheidsstoornis, autisme of een gedragsstoornis. Soms gaat deze gepaard met een licht verstandelijke beperking, een verslavingsprobleem, sociale isolatie en schulden.

bv Tactus, Fivoor en de reclasseringszorg Nederland
Verslavingszorg door de ggz

De ggz biedt diverse vormen van verslavingszorg en hulp bij verslaving aan:
  • psychosociale hulp, 
  • dagbehandeling en deeltijdprogramma's, 
  • activiteitenbehandelingen 
  • re-integratiehulp. 
  • werken met ervaringsdeskundigen

Psychosociale hulp worden cliënten begeleid om richting te geven aan hun leven en hier keuzes in te maken. 
Re-integratiehulp houdt in dat iemand geholpen wordt weer deel te nemen aan het maatschappelijke leven. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom een
ervaringsdeskundige?

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Gedwongen of vrijwillige behandeling

Een verslaafde persoon die in de war is en een gevaar is voor zichzelf en zijn omgeving, kan met een rechterlijke machtiging gedwongen worden opgenomen. 
De overlast of het gevaar heeft zulke grote vormen aangenomen dat gedwongen opname onvermijdelijk is.

Voor een vrijwillige behandeling moet de verslaafde zichzelf aanmelden. 
Hiervoor heeft hij een verwijzing van de huisarts nodig. 
Er zal altijd een intakegesprek plaatsvinden, waarin het probleem inzichtelijk wordt gemaakt. 

Slide 9 - Diapositive

Als er een behandeling wordt gestart, worden afspraken vastgelegd in een behandelingsovereenkomst. Deze overeenkomst wordt, indien akkoord, door beide partijen ondertekend. Als de cliënt zich niet houdt aan gemaakte afspraken, kan de overeenkomst worden ontbonden. Bij een interne opname dient de cliënt zich te houden aan de regels van de kliniek. Deze regels worden bij de intake besproken.

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslavingsklinieken met een religieuze achtergrond

Er bestaan klinieken die onafhankelijk van een instelling zorg en hulp bieden aan verslaafden. Deze klinieken bevinden zich in geheel Nederland en hebben veelal een religieuze of andere levensbeschouwelijke achtergrond. 

Een voorbeeld is het Leger des Heils

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Privéklinieken

Privéklinieken zijn soms in het buitenland gevestigd. 
anoniem en discreet geholpen worden. 

Voordeel is dat er over het algemeen geen wachtlijst is. 
Vaak mag er in het begin geen of heel weinig contact zijn met de buitenwereld. 
  • intensief programma 
  • geheel geïsoleerd afgewerkt. 
  • De verslaafde wordt onttrokken aan zijn omgeving. 

Programma’s die gericht zijn op de verslaving worden aangevuld met programma’s die gericht zijn op lichamelijk herstel, zoals yoga, meditatie en sport.


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Outreached werken

Hulpverleners wachten niet meer tot de verslaafde hulp zoekt, maar dat ze proberen met verslaafden in contact te komen en te blijven. 

Bemoeizorg

Slide 13 - Diapositive

Wat is outreachend werken? De essentie van outreachend werken is dat sociale professionals niet geduldig achter hun bureau afwachten tot mensen om hulp vragen, maar zelf initiatief nemen door mensen op te zoeken en (ongevraagd) hulp en diensten aan te bieden (Van Doorn, 2009; Kruiter & Klokman, 2016)
Bemoeizorg is een vorm van zorg waarbij we zelf op mensen afstappen die complexe problemen hebben op meerdere gebieden in hun leven.

Hulp bij een chronische verslaving

Ernstige drugs- en alcoholverslaving wordt door de hulpverlening beschouwd als een chronische ziekte. 

focus ligt niet op volledig afkicken. 

De nadruk in de verslavingszorg komt steeds meer te liggen op korte opnames, gevolgd door (nazorg)behandeling buiten de kliniek. 

De doelstelling hiervan is schadebeperking bij mensen die worden ingeschat als chronisch ziek en moeilijk te genezen. 

Slide 14 - Diapositive

De scherpste randjes van de verslaving kunnen met methadon en andere geneesmiddelen worden afgeslepen.
Samenwerkingsverbanden

psychiatrische stoornis zoals:
  • Borderline, 
  • ADHD, 
  • autisme  
Dubbele diagnoses krijgen vaak niet de juiste behandeling. 

Samenwerking tussen verslavingszorg en GGZ om de behandeling zo goed mogelijk af te stemmen op de problematiek

Delen van expertise

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Triple criple
A
term gebruikt in de zorg voor mensen met een verslaving, een mobiliteitshandicap en een verstandelijke beperking
B
verzamelterm in de zorg voor mensen met verslavingen: alle verslavingen vallen hieronder
C
term gebruikt in de zorg voor mensen met psychische problematiek, lvb en een verslaving
D
term gebruikt in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking en een psychiatrische aandoening die dakloos zijn

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorlichting en preventiemaatregelen

De maatschappelijke gevolgen van een verslaving zijn omvangrijk en complex. 

Voorkomen is nog altijd beter dan genezen.

Soorten voorlichting en preventie zijn:
  • adviesgesprekken over risicovol gebruik van alcohol en drugs
  • informatieavonden voor ouders op bijvoorbeeld scholen
  • praat- en doe-groepen voor kinderen van verslaafde ouders.
  • voorlichting door ervaringsdeskundigen


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandeling en begeleiding
Het starten van de behandeling
Detoxificatie
Ontwenningsverschijnselen
Medische begeleiding bij detoxen
Afkicken
Vormen waarin behandeling plaatsvindt
Minnesotabehandeling
Twaalf stappen
Cognitieve gedragstherapie
Multidisciplinair team bij langdurige chronische verslaving (FACT-team)
Casemanager
Ondersteunende medicatie
Overige betrokkenen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het starten van de behandeling

intakegesprek met een verpleegkundige of arts gevoerd. 
Deze intake kan op diverse manieren plaatsvinden, afhankelijk van de keuze voor de vorm van behandeling.
Het doel van een intakegesprek is het verkrijgen van een compleet beeld. 
Dat beeld bestaat uit inzicht in de achtergronden en huidige situatie van de cliënt.

Vervolggesprek met een van de disciplines, zoals een verslavingsarts of psychiater. 
De problematiek wordt in kaart gebracht en er wordt een inschatting gemaakt van de lichamelijke en psychische conditie van de verslaafde cliënt. 

Vaststellen diagnose: verslavingsarts, psychiater of GZ-psycholoog. 
Hierbij wordt gebruikgemaakt van DSM-V. Hoe een verslaving wordt behandeld, is afhankelijk van de ernst, de soort en de duur van de verslaving en de vraag van de verslaafde persoon. Dit wordt samen besloten.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is craving
A
je ziet allerlei beesten lopen tijdens het afkicken
B
verlangen hebben naar vroeger toen alles beter was
C
onbeheersbaar middelengebruik
D
het onbeheersbaar verlangen naar een verslavend middel waar je afhankelijk van bent geworden.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij craving spelen fysieke sensaties, sterke emoties en dwanggedachten een grote rol
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Bij craving spelen naast fysieke sensaties, vaak ook sterke emoties en dwangmatige gedachten. Sommige mensen ervaren craving heel lichamelijk, bijvoorbeeld als speeksel dat je mond inloopt of een droog gevoel in je keel. Voor anderen voelt het meer emotioneel, als irritatie, onrust of verdriet.
Detoxificatie
Detox is een ander woord voor het ontgiften van het lichaam. 
Iemand stopt  met het gebruik van middelen. 
ontwenningsverschijnselen)krijgen als ze deze middelen niet meer binnenkrijgen.

Hun lichaam en geest zijn afhankelijk geworden van de alcohol of drugs. 
Bij middelen is er vooral een lichamelijke afhankelijkheid. 
Tegelijkertijd is er een geestelijke afhankelijkheid, die veel langer kan duren omdat middelen veel invloed hebben op structuren in de hersenen.

Voordat je geestelijk kunt afkicken, moet eerst je lichaam helemaal vrij zijn van de verslavende middelen.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontwenningsverschijnselen
De volgende ontwenningsverschijnselen kunnen optreden tijdens een detoxificatie:
  • rillen en trillen
  • zweten
  • verstoorde stofwisseling
  • darmkrampen en diarree
  • slapeloosheid
  • hartkloppingen
  • spierpijn
  • hoofdpijn
  • vermoeidheid.
Het optreden van ontwenningsverschijnselen is afhankelijk van het soort middel waaraan iemand verslaafd is, hoe hij als persoon in elkaar zit en zijn omstandigheden. .


Slide 23 - Diapositive

Stoppen met cocaïne zal heel andere problemen met zich meebrengen, omdat dit op zich al een zeer verslavend middel is. Cocaïne heeft een kort maar heftig effect na gebruik en blijft dus als zeer prettig in het geheugen hangen. Daarbij richt cocaïne veel schade aan in de hersenstructuur. De lichamelijke ontwenning is te doen, maar de geestelijke ontwenning daarna is zeer moeilijk.

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Medische begeleiding bij detoxen

Detox vindt altijd plaats onder continue medische begeleiding. 
Daartoe worden gespecialiseerde artsen en speciaal getraind verpleegkundig personeel ingezet. 
Door toepassing van medicatie tijdens de detoxperiode worden de onthoudingsverschijnselen tot een minimum beperkt.

De duur en intensiteit van de detox is niet altijd hetzelfde. 
Dit is afhankelijk van het gebruikte middel, maar ook van de ernst van de verslaving. 

Verder speelt mee of je lichamelijk gezond bent, of je ook psychische klachten hebt en of je een vangnet hebt dat ondersteuning biedt bij het stoppen. 

De duur van de detox is zelden meer dan tien dagen.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afkicken
Afkicken is feitelijk hetzelfde als detoxen. 

Detoxen is de ontgifting van het lichaam, terwijl afkicken meer betrekking heeft op het mentale deel. 

Je kunt ervoor kiezen om 'cold turkey' af te kicken, of met behulp van medicijnen


Slide 26 - Diapositive

Cold turkey betekent dat je afkickt zonder hulpmiddelen. Verslavingsproblemen zijn niet alleen lichamelijk, maar zitten ook in gedrag, in emoties, in de omgeving en in allerlei dagelijkse gewoonten. Het is niet toevallig dat het woord ‘slaaf’ in het woord verslaafd zit. Het gaat niet alleen om stoppen met drinken of gebruiken, maar ook om een andere manier van leven.

Vormen waarin behandeling plaatsvindt

Internetbehandeling volg je een behandeling in de thuissituatie via internet. Voor lichte problemen met roken, alcohol, gokken en cannabis kun je een zelfhulpprogramma volgen. Bij matige tot ernstige problemen word je begeleid door een behandelaar.

Poliklinische behandeling is een behandeling waarbij je voor een bepaalde periode wekelijks individuele gesprekken hebt met een behandelaar, of groepsbijeenkomsten volgt onder leiding van een behandelaar.

Dagbehandeling is een intensievere vorm van behandeling van een verslaving. Er wordt gestart met detoxificatie. Daarna volg je drie tot vier dagen per week in een groep een dagprogramma. Er is hierbij aandacht voor het op orde krijgen van financiën, dagbesteding of werk.

Klinische behandeling staat voor een intensieve behandeling in een kliniek. Er wordt hierbij ook gestart met detoxificatie. Verder is er aandacht voor bijkomende problemen zoals lichamelijke, psychische, sociale en maatschappelijke problemen.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Minnesotabehandeling

De Minnesotabehandeling is ontstaan vanuit de AA (Anonieme Alcoholisten). 

Mensen moeten bereid zijn om volledig te stoppen met alcohol, drugs of gokken/gamen. 

Dit is een voorwaarde om de behandeling te laten slagen.

Uitgangspunt van de Minnesotabehandeling is dat je zelf verantwoordelijk bent voor het omgaan met de ziekte die verslaving heet.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Twaalf stappen

De twaalf stappen van de Minnesotabehandeling zijn:
  1. Je erkent dat je niet met drank of drugs kunt omgaan.
  2. Je geeft toe dat je hulp nodig hebt.
  3. Je aanvaardt de hulp die jou geboden wordt.
  4. Je maakt de balans op van jouw (verzopen of gedrogeerde) leven.
  5. Je spreekt jezelf uit naar een vertrouwenspersoon.
  6. Je kijkt naar jouw aandeel in wat is misgegaan en je onderzoekt dat.
  7. Je uit jouw bereidheid om te werken aan je gedrag en je doet dat ook!
  8. Je uit jouw bereidheid om de schade te herstellen die je hebt veroorzaakt.
  9. Je bekent kleur en je maakt het – waar mogelijk en zo goed mogelijk – goed met deze mensen.
  10. Je doet aan zelfonderzoek en je houdt op die manier een vinger aan de pols.
  11. Je creëert stilte in je leven door middel van gebed, meditatie of anderszins.
  12. Je geeft hetgeen je hebt geleerd weer door aan een lotgenoot.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Cognitieve gedragstherapie

Bij deze therapie gaat het om het veranderen van je manier van denken en je gedrag. 

Hoe je denkt heeft invloed op hoe je je voelt en gedraagt. 

Je gaat samen met je behandelaar onderzoeken welke situaties jou in de verleiding brengen om iets te gaan gebruiken. Het uitgangspunt is dat je aangeleerd gedrag, zoals een verslaving, kunt afleren of ombuigen tot iets anders. 

Het is een individuele en proactieve behandeling.
  • huiswerkopdrachten 
  • oefeningen 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Multidisciplinair team bij langdurige chronische verslaving (FACT-team)

FACT staat voor flexible assertive community treatment:

F = flexible; flexibel
A = assertive; de zorg wordt actief, outreachend aangeboden ('bemoeizorg'), hulpverleners trekken eropuit
C = community; thuis, op straat, in de wijk
T = treatment; behandeling, begeleiding, ondersteuning bij herstel.

FACT-teams worden ingezet in situaties waarbij mensen met een psychiatrische stoornis (al dan niet met een verslaving) extra ondersteuning en begeleiding nodig hebben op alle leefgebieden.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casemanager
De casemanager maakt deel uit van een multidisciplinair (FACT-)team en is het eerste aanspreekpunt voor cliënten die worden begeleid. 

Een casemanager werkt bij voorkeur bij de cliënt thuis. Zo ontstaat er vertrouwen en een vorm van samenwerking. Ook kunnen er contacten worden gelegd met de familie, de buren of andere mensen om de cliënt heen. 

De casemanager richt zich in eerste instantie op de psychiatrische aandoening. 
De behandeling bestaat uit gesprekken en medicatie. 

Slide 33 - Diapositive

Daarnaast biedt de casemanager ondersteuning op het gebied van wonen, werk, financiën, verslaving, ziekte en relaties. De casemanager kan multidisciplinaire hulp inschakelen, zoals hulp van een psychiater, een verslavingsarts, GZ-psycholoog, maatschappelijk werker en/of (sociaalpsychiatrisch) verpleegkundige. Er is een nauwe samenwerking met (hulpverlenings)instanties die bij de cliënt betrokken zijn. De casemanager zorgt voor een goede onderlinge afstemming. Hierbij behoudt de cliënt de regie over zijn eigen leven.
Ondersteunende medicatie

Heel vaak is ondersteuning met medicatie noodzakelijk, niet alleen tijdens de detoxperiode, maar bijvoorbeeld ook in verband met een bijkomende psychiatrische aandoening. 

Om die reden zullen altijd een arts (psychiater) en verpleegkundige deel uitmaken van een behandelteam.

Daarnaast wordt de verslaving soms gecontroleerd in stand gehouden met behulp van medicatie. 
Denk aan methadon of medicinale heroïne bij ernstige chronische heroïneverslaafden of medicinale GHB bij ernstig dreigende onttrekkingsverschijnselen bij een GHB-verslaafde.


Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Overige betrokkenen

  • Familie
  • Sociale systeem 

Slide 36 - Diapositive

Het betrekken van familie zal bij aanvang en nazorg van een behandeling altijd ter sprake komen.
Vanuit de hulpverlening heerst namelijk de stelling dat verslaving een ‘familieziekte’ is. Er wordt als volgt geredeneerd: de omgeving (gezin, partner) van een verslaafde cliënt is vaak mede-eigenaar geworden van het probleem ‘verslaving’. Zij zitten ten aanzien van het probleem in een bepaalde rol.
Als de verslaafde cliënt uit zijn omgeving wordt geplukt, wordt behandeld en weer wordt teruggezet, is de verslaafde wellicht veranderd, maar zijn omgeving (nog) niet.
Voor de ex-verslaafde is de kans groot dat hij weer terugvalt in de oude rol. 
Een leven na de verslaving
Clean zijn en blijven
Kritieke fasen na de verslaving
Maatschappelijke tolerantie en stigmatisering
Nazorg
Terugkeren vanuit een detentieperiode

Slide 37 - Diapositive

Herstel na een verslaving is mogelijk, maar het is vooral moeilijk als er in de periode van verslaving onherstelbare schade is aangericht op alle leefgebieden. Risico’s om terug te vallen blijven voor iedere verslaving aanwezig, vandaar dat mensen hun leven lang op hun hoede moeten zijn voor de gevoeligheid van een verslaving waar ze ooit last van hebben gehad.Letterlijk betekend clean zijn: afgekickt, brandschoon, drugs ontwend en zeer netjes.
Clean zijn is een leven zonder verslavende middelen of handelingen. 
Kritieke fasen na de verslaving
De meest kritieke fase van het herstelproces is het moment van terugkeer in de maatschappij.
Hierbij vindt de confrontatie met de omgeving en met de gevolgen van de verslaving plaats. Als nazorg en begeleiding uitblijven is het risico nog groter. Een goede begeleiding is dus van groot belang.


Een ander kritiek moment dient zich aan als er na je verslaving niets meer is om op terug te vallen. 
Er is dan niemand die op je wacht en met wie je dingen kunt delen. Ook kunnen momenten van tegenslagen kritieke momenten zijn om weer te gaan gebruiken.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vooroordelen en stigma's ken je tov ex verslaafden?

Slide 39 - Question ouverte

Met stigmatiseren wordt bedoeld dat iemand ten onrechte of vanuit een vooroordeel wordt beoordeeld of veroordeeld.
Het stigma maakt het extra moeilijk voor ex-gebruikers of ex- gedetineerden om hun leven weer op te pakken.
Zij moeten ondanks de vooroordelen, de werkeloosheid en het gebrek aan inkomen toch het leven weer op orde krijgen.
Daarbij lijkt de maatschappelijke tolerantie ten opzichte van ex-verslaafden en/of ex-gedetineerden minder geworden.