Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Vraagwoorden en lidwoorden Duits
die Artikel
de lidwoorden
Was sind Artikel (lidwoorden)?
Welke Nederlandse lidwoorden zijn er?
1 / 36
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Cette leçon contient
36 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
die Artikel
de lidwoorden
Was sind Artikel (lidwoorden)?
Welke Nederlandse lidwoorden zijn er?
Slide 1 - Diapositive
die Prüfung
Wir werden die Prüfung besprechen.
Slide 2 - Diapositive
Wie geht es euch?
Slide 3 - Diapositive
die Fragewörter
de Vraagwoorden
Was sind Fragewörter?
Slide 4 - Diapositive
die Lernziele
- Aan het eind van de les...
- Weet je
waarom
je een vraag goed en/of fout beantwoord hebt
- Weet je
wat
je nog moet leren en bij moet spijkeren
Slide 5 - Diapositive
Was
A
Wat
B
Wie
C
Waarom
D
Hoe
Slide 6 - Quiz
Wo
A
Wat
B
Waar
C
Wie
D
Waarheen
Slide 7 - Quiz
Wie (naar Duits vertalen)
A
Wie
B
Was
C
Wieviel
D
Wer
Slide 8 - Quiz
Hoe
A
Was
B
Welche
C
Wie
D
Wann
Slide 9 - Quiz
Duitse lidwoorden
Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
der
die
das
die
Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
ein
eine
ein
keine
Slide 10 - Diapositive
die Artikel
Wanneer is iets mannelijk, vrouwelijk en onzijdig?
Hoe zat het ook alweer met de windrichtingen, maanden, seizoenen en dagen van de week?
Wat als een woord eindigt op een -e / -heit / -keit / -schaft?
Wat als een woord eindigt op -chen?
Slide 11 - Diapositive
haben und sein
Wie lernst du für die Reihen?
Was kannst du dafür benutzen?
Wer kennt es?
Slide 12 - Diapositive
Ik kan het werkwoord haben en sein in de tegenwoordige tijd foutloos vervoegen - schrijf de rijtjes op
Slide 13 - Question ouverte
Kies uit haben/sein & vervoeg.
Ich ............... seine Schwester.
Slide 14 - Question ouverte
Kies uit haben/sein & vervoeg.
Ihr ..................... das Buch gelesen!
Slide 15 - Question ouverte
Werkwoorden haben-sein-werden
Wat betekent het werkwoord werden?
Slide 16 - Question ouverte
Kies uit en vervoeg (haben/sein):
Emma ..... starke Kopfschmerzen.
Slide 17 - Question ouverte
Wat heeft het ezelsbruggejte "Feesttenten" met de vervoeging van de zwakke werkwoorden te maken?
Slide 18 - Question ouverte
Geef 4 werkwoorden in het Duits waar je feesttenten op toepast
Slide 19 - Question ouverte
Leg in je eigen woorden de feesttenten regel uit
Slide 20 - Question ouverte
Leg in je eigen woorden de feesttenten regel uit bij werkwoorden eindigend in de stam op een -d/-t
Slide 21 - Question ouverte
Leg in je eigen woorden de feesttenten regel uit bij werkwoorden eindigend in de stam op een -s /-x/-z
Slide 22 - Question ouverte
ww vervoegen met feesttenten:
Thommy ___(machen) seine Hausaufgaben.
Slide 23 - Question ouverte
ww vervoegen met feesttenten:
Meine Mutter ____(arbeiten) bei Ikea.
Slide 24 - Question ouverte
ww vervoegen met feesttenten:
______(spielen) du Playstation?
Slide 25 - Question ouverte
ww vervoegen met feesttenten:
______(tanzen) du HipHop?
Slide 26 - Question ouverte
Naamvallen - Schema
Naamvallen
M
V
O
MV
1e
der
die
das
die
3e
4e
den
die
das
die
Slide 27 - Diapositive
Naamvallen schema
ein- / kein-
mein-
dein-
sein- / ihr- / sein-
unser-
euer-
ihr-/ Ihr-
Je kiest het schema op basis van het lidwoord.
ein-Gruppe
der-Gruppe
d__
dies-
jed-
welch-
de/ het
deze
elke
welke
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Wat klopt voor ONZIJDIG 1e - 3e - 4e naamval?
A
das - den - das
B
ein - ein - einem
C
das - ein - das
D
ein - einem - ein
Slide 30 - Quiz
Gebruik het stappenplan van 1e en 4e naamval met zinsontleding.
Hier kommt ... Lehrer (m)
A
der
B
die
C
das
D
den
Slide 31 - Quiz
Gebruik het stappenplan van 1e en 4e naamval met zinsontleding.
Der Vater kauft ... Tennisschläger (m)
A
der
B
die
C
das
D
den
Slide 32 - Quiz
1e of 4e naamval?
Ich möchte den Schokoladenkuchen probieren.
"Schokoladenkuchen"
A
1e
B
4e
Slide 33 - Quiz
Slide 34 - Diapositive
Nachbesprechung
Hoe vonden jullie het?
Nakijken van de opdrachten
Slide 35 - Diapositive
Afsluiting
Slide 36 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Vraagwoord en lidw. incl bezittvnw& 3e naamval Duits
Novembre 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
P4T7_week26.2
Juin 2023
- Leçon avec
34 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Grammatik Wiederholung II
Août 2022
- Leçon avec
37 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Vwo 4 haben, sein, werden + zwakke ww Präsens en Präteritum en pers vnw +3 en +4
Décembre 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
zinsontleding der / ein gruppe + haben, sein werden in de verleden tijd
Juin 2023
- Leçon avec
48 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
3 h Gesundheit DU3 L1
Octobre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Secondary Education
Zinsontleding Kapitel 3 Lektion 1 2Havo
Mars 2023
- Leçon avec
40 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
JAAR 4 - herhaling van de onderbouw
Septembre 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4