Thema 4: sporten; 4.1 Een sport kiezen en 4.2 Je skelet

SPORTEN
THEMA 5
5.1 en 5.2
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

SPORTEN
THEMA 5
5.1 en 5.2

Slide 1 - Diapositive

5.1 Een sport kiezen
 5.2 Je skelet

Slide 2 - Diapositive

Een sport kiezen
Redenen om te sporten:
- ontspanning
- gezelligheid
- gezondheid
- werk (profsporters)

Slide 3 - Diapositive

Een sport kiezen
sport zorgt voor:
- lichamelijke inspanning
- geestelijke inspanning (schaken, dammen)

Slide 4 - Diapositive

Een sport kiezen
Verschillende soorten sport:
- individuele sport (atletiek, fietsen)
- teamsport (voetbal, hockey): hierbij moet je samenwerken

Slide 5 - Diapositive

Een sport kiezen
Welke sport kies jij?
Meestal kies je voor een sport die bij je past. Hierbij kan je letten op:
- lichamelijke eigenschappen
- karaktereigenschappen

Wat vind je waardevol?

Slide 6 - Diapositive

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit:
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten

Slide 7 - Quiz

Je skelet
skelet = bottenstelsel

Je skelet bestaat uit botten (beenderen)

Je kan het skelet opdelen in schedel, romp en ledematen.

Slide 8 - Diapositive

ROMP & LEDEMATEN

Slide 9 - Diapositive

De schedel

Slide 10 - Diapositive

De romp
  • Borstbeen
  • Ribben
  • Wervelkolom
  • Sleutelbeen
  • Schouderblad

Slide 11 - Diapositive

wervelkolom

Slide 12 - Diapositive

Je ledematen

Slide 13 - Diapositive

Rontgenfoto 

Een rontgenfoto wordt gemaakt door rontgenstraling 
door een lichaamsdeel van een patient te stralen. 
De beenderen absorberen deze straling, de rest van de 
straling wordt doorgelaten en zorgen voor een schaduw. 

Hierna wordt de foto in negatief gezet (zwart wordt wit
en wit wordt zwart), waardoor de beenderen wit 
afgebeeld worden
In 1894 nam Wilhelm 
Rontgen de eerste 
rontgenfoto van de 
hand van zijn vrouw. 
Tegenwoordig maken 
we nog steeds gebruik 
van deze techniek om 
naar beenderen te kijken. 

Slide 14 - Diapositive

Onderdelen van het skelet
Je skelet heeft 4 functies:

- stevigheid
- beweging
- bescherming
- vorm

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Het skelet van een mens noemen we ook wel een inwendig skelet
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Een ander woord voor skelet is....
A
Bottenstelsel
B
ledematen
C
spieren
D
kraakbeen

Slide 18 - Quiz

Wat is geen een functie van het skelet?
A
Vorm
B
Stevigheid
C
Bescherming
D
Waarnemen

Slide 19 - Quiz

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen

Slide 20 - Quiz

ribben behoort tot:
A
schedel
B
ledematen
C
borst
D
schouder

Slide 21 - Quiz

Het opperambeen zit in je:
A
hoofd
B
romp
C
een van je ledematen

Slide 22 - Quiz

vragen
VRAGEN? 

Slide 23 - Diapositive

zelf aan de slag
Basisstof 5.1 en 5.2 maken van thema 5

5.1:  Opdracht 1 t/m 5
5.2: Opdracht 1 t/m 4



Slide 24 - Diapositive