4H - 1. Hersenen en leren

• Natuur, Leven en Technologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Periode 3

NLT 

Hersenen en leren 

Wat kan hersenkennis ons wel en niet zeggen over hoe we (beter) kunnen leren?

• Planning van deze periode bespreken

• leren reflecteren op de toetsweek en je leren 
  

• Tips opstellen voor jezelf om je leerwerk beter aan te pakken
  

• Op basis van psychologie en hersenonderzoek tips opstellen voor jezelf
  

• De meerwaarde van een learner report beschrijven
  

Wat gaan we doen deze week?

Opzet van de module

Planning periode 3

Opzet van deze periode

Deze module gaat over jou en hoe jij leert, dus ook veel:

• zelfstudie & zelfstandig werken 

• Zelfreflectie

Je cijfer voor periode 3

Toets

Theorie kennisblokken en H1, H2, H3, H4, H5, H7

Toetsweek: 25-29 maart

Hulpmiddelen: Boek en BINAS

Afsluitende opdracht

Zelfreflectie  en persoonlijk advies richting eindexamen (opdracht 1.1, 7.1 t/m 7.4)

• Start: vandaag (1.1: learner report)
  
• Deadline:  20 maart
  

Het gemiddelde van deze twee cijfers vormt je eindcijfer

Feiten en fabels

• Ga naar: socrative.com

• Kies: Student login

• Room name: SCHEIKUNDE103

• Vul je naam in

Feiten en fabels

• Je hersenen wegen 1 tot 1,5 kg en hebben een volume van ongeveer 1,6 L.  

• Ze zijn opgebouwd uit meer dan 1012 zenuwcellen. Elk van deze zenuwcellen is met vele andere verbonden.  
  

• Er is berekend dat er 60•1012 synapsen in de hersenen zijn.  
  

• De hersenen nemen slechts 2% van je totale lichaamsvolume in, maar gebruiken wel 20% van alle zuurstof die je binnenkrijgt.  
  

• Ongeveer een kwart van de energie die je tot je neemt wordt door                                     de hersenen gebruikt. 
  

Feiten en fabels

Feiten en fabels

Feiten en fabels

We gebruiken doorgaans maar 10% van ons brein.

Je leert beter als je de informatie in de leerstijl van jouw voorkeur aangeboden krijgt 

Stelling 1:
We gebruiken doorgaans maar 10% van ons brein.

1. Waar
2. Niet waar

Niet waar

Hoewel maar ongeveer 10% van onze hersencellen neuronen zijn (de andere 90% zijn gliacellen, zie kennisblok 3), wil dat zeker niet zeggen dat we maar 10% van ons brein gebruiken (zeker niet omdat, gliacellen nooit signaaloverdracht kunnen overnemen: al je gliacellen 'gebruiken'kan dus niet leiden tot een 10x zo grote breincapaciteit). In fMRI-studies is keer op keer aangetoond dat er op elk moment véél meer dan 10% van het brein gelijktijdig geactiveerd wordt. Elk neuron in ons brein is eigenlijk continue actief (denk aan de natrium-kaliumpomp, kennisblok 4). Hersengebieden zijn met elkaar verbonden en werken met elkaar samen. Bij het fietsen van school naar huis zijn gebieden actief die betrokken zijn bij het aansturen van beweging, voor het horen van de omgeving, voor het zien en ruiken van de omgeving, voor je evenwicht, gebieden die het verkeer in de gaten houden en de route herinneren, et cetera. Als verbindingen in de hersenen niet worden gebruikt, sterven ze af (hoofdstuk 4). Dat betekent dat als we maar 10% van ons brein gebruiken, we binnen de kortste keren ook maar 10% over zouden hebben. Er is allang aangetoond dat dat niet het geval is. We kunnen wel altijd nieuwe dingen leren en onszelf ontwikkelen, maar dat is een kwestie van je volledige brein beter en efficiënter gebruiken.

Bron: Sandra van Aalderen, Nienke van Atteveld en Meike Grol (2015): Kijken in het brein – Mythen en Mogelijkheden. Amsterdam, Querido.

Stelling 3:
Twee leertechnieken waarvan bewezen is dat ze werken zijn gespreid leren en jezelf overhoren.

1. Waar
2. Niet waar

Stelling 4:
De effecten van langdurig slecht slapen op studiecijfers zijn vergelijkbaar met de effecten van bingedrinking (comazuipen) op studiecijfers.

1. Waar
2. Niet waar

Stelling 5
Meisjes zijn slechter in wiskunde dan jongens

1. Waar
2. Niet waar

Stelling 7:
Je leert beter als je de informatie in de leerstijl van jouw voorkeur aangeboden krijgt (bv visueel, auditief of kinesthetisch).

1. Waar
2. Niet waar

Stelling 8:
Je kunt net zo goed liggend in bed als rechtop aan je bureau leren.

1. Waar
2. Niet waar

Stelling 10:
Bestraffen van ongewenst gedrag werkt bij jongeren beter dan belonen van gewenst gedrag.

1. Waar
2. Niet waar

Stelling 11:
Lichamelijke activiteit stimuleert de hersenen om nieuwe cellen te vormen.

1. Waar
2. Niet waar

Stelling 12:
Het onderstrepen of markeren van tekst leidt tot veel betere studieprestaties.

1. Waar
2. Niet waar

4 begrippen

• Het geheugen: het vermogen om informatie te onthouden
  

• Het opslagproces van nieuwe kennis/gedrag/vaardigheden: leren
  

• Het vasthouden of bewaren daarvan: onthouden
  

• Het weer opdiepen ervan: herinneren
  

Het Atkinson-Shiffrin geheugenmodel

Informatie uit de omgeving gaat via het sensorische geheugen, naar het kortetermijngeheugen en kan uiteindelijk opgeslagen en opgeroepen worden uit het langetermijngegeheugen.

De vergeetcurve van Ebbinghaus

(naar Ebbinghaus, 1885)

Multi-tasken

Je krijgt zometeen de opdracht om 1 zin zo snel mogelijk op te schrijven

• Als ik START zeg begin je
• Ik noem om de 5 seconden de tijd 
  
• Schrijf jouw tijd op als je klaar bent
  

Multi-tasken

Schrijf op zo snel als je kan:

 

IK BEN GOED IN MULTITASKEN

Schrijf de tijd op als je klaar bent 

Multi-tasken

Je krijgt zometeen de opdracht om cijfer reeks zo snel mogelijk op te schrijven

• Als ik START zeg begin je
• Ik noem om de 5 seconden de tijd 
  
• Schrijf jouw tijd op als je klaar bent
  

Multi-tasken

Schrijf op zo snel als je kan: 

1 t/m 22

Schrijf de tijd op als je klaar bent 

Multi-tasken

Je krijgt zometeen de opdracht om cijfer reeks en een zin zo snel mogelijk op te schrijven

• Je schrijft om en om een letter en een cijfer. Dus eerst een letter, dan een cijfer, dan weer een letter etc. 
• Als ik START zeg begin je
• Ik noem om de 5 seconden de tijd 
  
• Schrijf jouw tijd op als je klaar bent
  

Multi-tasken

Schrijf nu zo snel als je kan 

IK BEN GOED IN MULTITASKEN en daaronder 1 t/m 22

Schrijf de tijd op als je klaar bent 

Wat waren jouw tijden? Schrijf ze op als
opdracht 1:
opdracht 2:
opdracht 3:

Focus geeft snelheid en rust

Een learner report is een beschrijving van de lerende waaruit je informatie kunt halen over het leren

Het is een onderzoeksmethodiek die onder andere gebruikt wordt in onderwijsonderzoek

Een learner report

Dit is het eerste deel van de eindopdracht van deze module.

Je hebt al veel toetsweken achter de rug. Misschien heb je ook al de theorie van je brommer rijbewijs gehaald?  

Tot het einde van deze les: Reflecteer op je voorbereidingen voor deze toetsen (opdracht 1.1) 

Jouw learner report

Noem 3 onderwerpen die je vandaag hebt geleerd

Over deze 2 onderwerpen zou je nog meer willen weten?

Welke tip heb jij voor je NLT docenten?

Huiswerk

Uitwerken jouw learner report (opdracht 1.1) 

Maken instaptoetsen (opdrachtenbundel)

Bestuderen en samenvatten kennisblok 1 (tekstboek)

De opdracht voor deze les was lezen van H2 en maken van 6 opgaves.
Hoeveel opgaves heb jij gemaakt?

1. 0-1
2. 2-3
3. 4
4. 5 of meer

Ik ben trots op hoe ik dit blokuur heb gewerkt

😒🙁😐🙂😃

Daarom geef ik mijzelf het volgende cijfer

010