4.2 Verlichting: theorie en praktijk

Verlichting en Revolutie
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Verlichting en Revolutie

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen:

  • Je weet wat de Verlichting is. 
  • Je weet wat voor kritiek de Verlichtingsfilosofen hadden op de absolute heersers en welke ideeën zij hadden over politiek en bestuur.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

De Verlichting
In de wetenschappelijke revolutie gingen mensen logisch denken
Met verstandig denken kon je alles verklaren.
De Verlichting: 18e-eeuwse intellectuele en filosofische beweging in Europa die grote invloed had op het denken over politiek, samenleving, kunst en wetenschap. 
vrijheid van godsdienst
Gelijke rechten
mensenrechten
Politiek
grondwet, grondrechten, rechtsstaat
Rechten voor alle mensen.
Wet waarin staat hoe het land bestuurd moet worden.
Belangrijkste rechten van burgers. Staan in de grondwet.
Staat waarin iedereen (ook de overheid) zich aan de wet moet houden.

Slide 7 - Diapositive

Zet de uitspraken in de juiste kolom
Een idee vóór de verlichting
Een idee van de verlichte denkers
Alle gebeurtenissen in het leven kun je logisch uitleggen
In Frankrijk moet iedereen een katholiek zijn
God regelt alles wat in het leven van mensen gebeurt
In Frankrijk moeten mensen zelf bepalen wat ze geloven

Slide 8 - Question de remorquage

Waren de verlichters hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godsdienst
Ongelijkheid

Slide 9 - Question de remorquage

Slide 10 - Diapositive

Verlichting

Slide 11 - Carte mentale

Horen de uitspraken bij absolute vorsten of verlichte denkers?
Absolute vorsten
Verlichte denkers
Als bestuurders slecht besturen, moeten ze vervangen worden
Elke staat moet een grondwet hebben
De macht moet verdeeld zijn tussen de regering, het parlement en de rechters
Een koning hoeft zijn besluiten niet uit te leggen
Iedereen moet zich aan de wet houden
Mensen hebben mensenrechten
Koningen hebben hun macht van het volk gekregen
Koningen hebben hun macht van God gekregen

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Diapositive