Oefenles dierziekten landbouwhuisdieren

Herhalingsles Dierziekten
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhalingsles Dierziekten

Slide 1 - Diapositive

Herhaling

Slide 2 - Diapositive

Op stal staat een paard. Het paard hoest, heeft een dikke bult onder zijn keel en heeft snot. Wat heeft dit paard?
A
Rhinopneumonie (EHV)
B
Droes
C
West-Nijl virus
D
Influenza (griep)

Slide 3 - Quiz

Op stal staat een Shetlandpony. Het dier wil niet meer lopen, en staat met zijn kont naar achter geleund. Welke aandoening heeft dit dier waarschijnlijk?
A
Koliek
B
Hyperlipemie ('bloedvervetting')
C
Hoefbevangenheid
D
Nageltred

Slide 4 - Quiz

Op stage ligt een koe die net een kalf heeft gehad. Het dier voelt koud aan, heeft een trage hartslag en pols, is gestopt met eten en kan niet meer opstaan. Welke ziekte heeft dit dier waarschijnlijk?
A
Melkziekte
B
Slepende melkziekte
C
Mastitis
D
IBR

Slide 5 - Quiz

Op stage ligt een koe die net een kalf heeft gehad. Het dier is sloom, is gestopt met eten en de adem van het dier ruikt naar aceton (nagellakremover). Welke ziekte heeft dit dier waarschijnlijk?
A
Melkziekte
B
Slepende melkziekte
C
Mastitis
D
IBR

Slide 6 - Quiz

Je werkt op een melkveebedrijf. Er is een koe welke niet goed wil eten, de melkgift loopt terug, de koe heeft een warme en rode uier. Welke ziekte heeft dit dier waarschijnlijk?
A
Slepende melkziekte
B
Stinkpoot
C
Mastitis
D
Melkziekte

Slide 7 - Quiz

Welke dieren hebben de grootste kans op het krijgen van Het bloed (enterotoxaemie): jonge of oude dieren? Verklaar.

Slide 8 - Question ouverte

Welke dieren hebben de grootste kans op het krijgen van Het bloed (enterotoxaemie): jonge of oude dieren? Verklaar.

Slide 9 - Question ouverte

Welke bewering(en) over Q-koorts zijn waar?
1. Q-koorts is niet van mens op mens overdraagbaar.
2. Als op een bedrijf jaren geleden Q-koorts is uitgebroken, kunnen dieren nu nog steeds op deze locatie besmet raken met Q-koorts.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat voor ziekte is paratuberculose?
A
Een ongeneeslijke mastitis
B
Een ongeneeslijke darmontsteking
C
Een ongeneeslijke longontsteking
D
Een acute darmontsteking

Slide 11 - Quiz

Op stage is in het koppel rotkreupel uitgebroken. Beschrijf hoe je het koppel gaat behandelen.

Slide 12 - Question ouverte

Leg uit hoe je madenziekte (myiasis) kan voorkomen.

Slide 13 - Question ouverte

Op stage is een schaap aanwezig dat de madenziekte heeft. Beschrijf hoe je dit dier gaat behandelen.

Slide 14 - Question ouverte

Je werkt op een schapenbedrijf. In het koppel zijn plotseling schapen aanwezig die kreupel lopen, rondjes draaien, een uierontsteking hebben en/of minder melk geven. Welke ziekte is waarschijnlijk aanwezig in het koppel?
A
Zwoegerziekte (CAE)
B
Q-koorts
C
Paratuberculose
D
Rotkreupel

Slide 15 - Quiz

Je werkt op een geitenbedrijf. In het koppel zijn veel geiten aanwezig met diarree. Daarnaast zijn veel geiten minder gaan eten, zijn gewicht verloren en enkele dieren zijn plotseling gestorven. Welke ziekte is waarschijnlijk in het koppel aanwezig?
A
Het bloed
B
Q-koorts
C
Paratuberculose
D
Rotkreupel

Slide 16 - Quiz

Je werkt op een schapenbedrijf. In het koppel krijgen een aantal dieren plotseling last van blaren en zweren in en rond de bek en op de uier, waardoor zij minder eten en de melkgift terugloopt. Welke ziekte is waarschijnlijk in het koppel aanwezig?
A
Het bloed
B
Zere bekjes
C
Q-koorts
D
Rotkreupel

Slide 17 - Quiz