Ziekteleer grote huisdieren les 4; geiten en schapen

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GezondheidsleerMBOStudiejaar 2,3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoe gaat het vandaag met jullie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Op stal staat een paard. Het paard is een week geleden op een spijker gaan staan (nageltred). Het paard staat nu met zijn hals, voorbenen en staart gestrekt en kan niet meer bewegen. Wat heeft dit paard?
A
Rhinopneumonie (EHV)
B
Tetanus
C
West-Nijl virus
D
Influenza (griep)

Slide 3 - Quiz

Op stal staat een Shetlandpony. Het dier is gestopt met eten, heeft koorts en gele slijmvliezen. Welke aandoening heeft dit dier waarschijnlijk?
A
Koliek
B
Hyperlipemie ('bloedvervetting')
C
Hoefbevangenheid
D
Nageltred

Slide 4 - Quiz

Op stage ligt een koe die net een kalf heeft gehad. Het dier voelt koud aan, heeft een trage hartslag en pols, is gestopt met eten en kan niet meer opstaan. Welke ziekte heeft dit dier waarschijnlijk?
A
Melkziekte
B
Slepende melkziekte
C
Mastitis
D
IBR

Slide 5 - Quiz

Op stage ligt een koe die net een kalf heeft gehad. Het dier is sloom, is gestopt met eten en de adem van het dier ruikt naar aceton (nagellakremover). Welke ziekte heeft dit dier waarschijnlijk?
A
Melkziekte
B
Slepende melkziekte
C
Mastitis
D
IBR

Slide 6 - Quiz

Je werkt op een melkveebedrijf. Op het bedrijf worden plotseling veel kalveren dood geboren, loopt de melkgift sterk terug en sterven veel jonge dieren. Welke infectieziekte is op het bedrijf aanwezig?
A
Mond-en-klauwzeer
B
IBR
C
Mastitis
D
Maagdarmwormen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Op het geitenbedrijf waar je werkt is CAE uitgebroken. Hoe ga je zo snel mogelijk het bedrijf CAE-vrij maken?

Slide 10 - Question ouverte

Leg uit hoe je CAE (zwoegerziekte) kan voorkomen.

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Welke dieren hebben de grootste kans op het krijgen van het bloed: jonge of oude dieren? Verklaar.

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Welke bewering(en) over Q-koorts zijn waar?
1. Q-koorts is niet van mens op mens overdraagbaar.
2. Als op een bedrijf jaren geleden Q-koorts is uitgebroken, kunnen dieren nu nog steeds op deze locatie besmet raken met Q-koorts.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Leg uit hoe je paratbc kan voorkomen.

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Op stage is in het koppel rotkreupel uitgebroken. Beschrijf hoe je het koppel gaat behandelen.

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Leg uit hoe je madenziekte kan voorkomen.

Slide 25 - Question ouverte

Op stage is een schaap aanwezig dat de madenziekte heeft. Beschrijf hoe je dit dier gaat behandelen.

Slide 26 - Question ouverte

Je werkt op een schapenbedrijf. In het koppel zijn plotseling schapen aanwezig die kreupel lopen, rondjes draaien, een uierontsteking hebben en/of minder melk geven. Welke ziekte is waarschijnlijk aanwezig in het koppel?
A
Zwoegerziekte (CAE)
B
Q-koorts
C
Paratuberculose
D
Rotkreupel

Slide 27 - Quiz

Je werkt op een geitenbedrijf. In het koppel zijn veel geiten aanwezig met diarree. Daarnaast zijn veel geiten minder gaan eten, zijn gewicht verloren en enkele dieren zijn plotseling gestorven. Welke ziekte is waarschijnlijk in het koppel aanwezig?
A
Het bloed
B
Q-koorts
C
Paratuberculose
D
Rotkreupel

Slide 28 - Quiz

Je werkt op een schapenbedrijf. In het koppel krijgen een aantal dieren plotseling last van blaren en zweren in en rond de bek en op de uier, waardoor zij minder eten en de melkgift terugloopt. Welke ziekte is waarschijnlijk in het koppel aanwezig?
A
Het bloed
B
Zere bekjes
C
Q-koorts
D
Rotkreupel

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Hoe voel jij je na deze les?
A
B
C
D

Slide 31 - Quiz