Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Hoe werd er verdoofd in rond het jaar 1750? Bijvoorbeeld bij tandentrekken of amputatie
A
met een mondkapje met ether
B
met lachgas
C
geen verdoving
D
met alcohol
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
wie heeft er wel eens lachgas gebruikt?
Slide 6 - Sondage
Je wilt een hele hand verdoven. Hoe doe je dat?
A
overal emla zalf smeren
B
spinale blokkade
C
locoregionale blokkade
D
infiltratie anesthesie
Slide 7 - Quiz
Je moet assisteren bij het hechten van een wond. De arts vraagt je om verdovingsmiddel te halen. Wat haal je?
A
Lidocaine oplossing
B
morfine oplossing
C
emlazalf
D
lidocaine/adrenaline oplossing
Slide 8 - Quiz
Welke soort ruggenprik krijg je bij een bevalling?
A
epidurale ruggenprik
B
spinale ruggenprik
Slide 9 - Quiz
Mensen moeten voor een operatie met narcose aan een aantal uur nuchter blijven. Waarom is dat?
A
ivm interactie met met de anesthesie medicatie
B
omdat dokters sadisten zijn.
C
ivm aspiratierisico bij intubatie
D
ivm darmperistaltiek tijdens de operatie
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Bij een algehele narcose geef je geneesmiddelen. Welke 3 doelen wil je bereiken bij een algehele narcose?
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Patient, 45 jaar. VG blanco, geen medicatie. Sport graag en loopt een knie blessure op. Moet geopereerd worden. Welke anesthesie is dan het meest geschikt?
A
locoregionale zenuwblokkade
B
algehele narcose
C
spinale ruggenprik
D
PSA
Slide 23 - Quiz
Patient, 30 jaar. Verstandelijke handicap met onrust. Woont op een woongroep. Gebruik rustgevende medicatie. Hij valt bij een ruzie en breekt zijn onderbeen lelijk op 3 plaatsen. Een uitgebreide operatie is nodig. Welke anesthesie is dan het meest geschikt?
A
locoregionale zenuwblokkade
B
algehele narcose
C
spinale ruggenprik
D
PSA
Slide 24 - Quiz
Man, 76 jaar, in voorgeschiedenis ernstige hart en vaatziekten. polyfarmacie. Hij valt en breekt zijn heup: een kop-heupprothese operatie volgt. Welke anesthesie is het meest geschikt?
A
locoregionale zenuwblokkade
B
algehele narcose
C
spinale ruggenprik
D
epidurale ruggenprik
Slide 25 - Quiz
vrouw van 55. Zij heeft hypertensie en daardoor ernstige nierschade opgelopen. Polyfarmacie. Zij moet gaan dialyseren en hiervoor is een shunt operatie nodig aan de arm. Welke anesthesie is geschikt?