Les 5 la famille - bezit.vnw + oefentoets

BONJOUR tout le monde !
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR tout le monde !

Slide 1 - Diapositive

Lundi 4 décembre 2023
Le programme pour aujourd'hui :
  • Révision vocabulaire "La famille";
  • 'Les pronoms possessifs' (bezittelijk voornaamwoord);
  • Le verbe (werkwoord) "avoir"(hebben).
Les objectifs d'apprentissage / de leerdoelen:
> Ik kan woorden van A1 t/m A6:
> Ik begrijp wat het bezit.vnw is en hoe je dit in het Frans toepast;
> Ik kan het werkwoord avoir in de tegenwoordige tijd vervoegen.

Slide 2 - Diapositive

Le SO Frans U2 A1 t/m A6



> Ik kan woorden van A1 t/m A6 vertalen van Frans naar Nederlands en van Nederlands naar Frans;
> Ik begrijp wat het bezit.vnw is en hoe je dit in het Frans toepast;
> Ik kan het werkwoord "avoir"(hebben) in de tegenwoordige tijd vervoegen.
Hoe te leren:
- het boek:
- de online methode van Libre Service: Ga naar Magister, Leermiddelen, Libre Service leerling, 1VWO, Unité 2
- WRTS: oefen met Flascards; selecteer Libre Service Junior, 1VWO, Unité 2
- LessonUp: je hebt met de klascode toegang naar alle lessen
Dat is een geschreven toets, dus je moet de woorden goed kunnen schrijven (streepjes!). 











Slide 3 - Diapositive

Opdracht 1 in de SO
Het bezittelijk voornaamwoord:
- Je moet weten of een woord mannelijk enkelvoud (le...un...il...), vrouwelijk enkelvoud (la... une...elle...) of meervoud (les... des... meerdere voornamen) is.
- Je moet de vertaling van mijn, jouw, zijn/ haar kennen;
- Daardoor kan je het bezittelijk voornaamwoord vertalen.

Slide 4 - Diapositive

mijn = .... (m) / ..... (v) / ..... (meervoud) ?

Slide 5 - Question ouverte

jouw = .... (m) / ..... (v) / ..... (meervoud) ?

Slide 6 - Question ouverte

zijn/ haar = .... (m) / ..... (v) / ..... (meervoud)?

Slide 7 - Question ouverte

L'adjectif possessif - bezit.vnw

Hoort voor het zelfst.nw

C'est mon frère.            = Het is mijn                                               broer

Voilà ma famille.           = Hier is mijn                                          familie.

Slide 8 - Diapositive

Bij welk woord hoort 'mon'?
Mon agenda est dans la maison de Nisa.
A
agenda
B
dans
C
la maison
D
Nisa

Slide 9 - Quiz

Bij welk woord hoort 'mes'?
Mes grands-parents sont des personnes sportives
A
des personnes
B
sont
C
grands-parents
D
.sportives

Slide 10 - Quiz

Exemples
1. Marc est mon frère.
2. Ils sont tes parents.
3. C'est sa maison

Slide 11 - Diapositive

Fais attention !
Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is en met een klinker of stomme h begint: altijd mon, ton of son!
Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.
C'est son adresse (v).         


Slide 12 - Diapositive

Vul het juiste bez. vnw. in:
Je suis dans ... (mijn) école. (v)
A
mon
B
ma
C
ta
D
sa

Slide 13 - Quiz

Vul het juiste bez. vnw. in:
Pierre et Marie sont ... (jouw) parents.
A
ses
B
tes
C
ton
D
mes

Slide 14 - Quiz

Vul het juiste bez. vnw. in:
George est ... (haar) cousin.
A
son
B
sa
C
ta
D
ton

Slide 15 - Quiz

Vul het juiste bez. vnw. in:
7, rue de la Gare est ... (zijn) adresse (v).
A
ta
B
ton
C
sa
D
son

Slide 16 - Quiz

Verder oefenen?
Ga naar Magister, Leermiddelen, Libre Service leerling, 1VWO, Unité 2, Grammaire II: doe de online opdrachten. Je kan daar zelf de antwoorden nakijken.

Slide 17 - Diapositive

Opdracht 2 in de SO
Je kunt de vervoeging van het werkwoord "avoir"(hebben) in de tegenwoordige tijd;


Slide 18 - Diapositive

Nous……………………deux chiens.

Slide 19 - Question ouverte

Omar ... un chien

Slide 20 - Question ouverte

Giel et Solomon ... un chien

Slide 21 - Question ouverte

Vous ... une voisine

Slide 22 - Question ouverte

Tu ... une soeur

Slide 23 - Question ouverte

Opdracht 3 in de SO

Je kunt de vervoeging van het werkwoord "avoir"(hebben) vertalen, door de zinnen van opdracht 2 te vertalen.

Slide 24 - Diapositive

Vertaal: Nous avons deux chiens

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal: Il a un chien

Slide 26 - Question ouverte

Vertaal: Ils ont un chien

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal: Vous avez une voisine

Slide 28 - Question ouverte

Vertaal: Tu as une soeur

Slide 29 - Question ouverte

Verder oefenen?
Ga naar Magister, Leermiddelen, Libre Service leerling, 1VWO, Unité 2, Grammaire I: doe de online opdrachten. Je kan daar zelf de antwoorden nakijken.

Slide 30 - Diapositive

Opdracht 4 in de SO
Geef de vertaling van de volgende woordjes
8 woorden FR-NL
8 woorden NL-FR

Slide 31 - Diapositive

rencontrer

Slide 32 - Question ouverte

écouter

Slide 33 - Question ouverte

de oom

Slide 34 - Question ouverte

Qui a bientôt son anniversaire ?

Slide 35 - Diapositive

Zelfstandig leren
- het boek: pagina's 74, 75 en 76;

- de online methode van Libre Service: Ga naar Magister, Leermiddelen, Libre Service leerling, 1VWO, Unité 2;
- WRTS: oefen met Flascards; selecteer Libre Service Junior, 1VWO, Unité 2;
- LessonUp: je hebt met de klascode toegang naar alle lessen: https://LessonUp.app/invite/group/jpyxd, klascode: jpyxd;
- liedje: https://www.youtube.com/watch?v=MnUWNIN3zss.



Slide 36 - Diapositive