Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Le cours de français du 17 avril
Slide 1 - Diapositive
Le programme d'aujourd'hui
- introduction
- petit test de vocabulaire A
- corriger les exercices 5 jusqu'à 7
- bron B: lire
- faire les exercices 8, (9), 10, 11
- écouter: exercice 12
- évaluer et terminer
Slide 2 - Diapositive
Wat betekent: être en forme
A
Goed voor de gezondheid
B
Fit zijn
C
Gezond
D
Slecht voor de gezondheid
Slide 3 - Quiz
Wat betekent: avoir faim
A
Eten
B
Alleen maar
C
Honger hebben
D
Dorst hebben
Slide 4 - Quiz
Wat betekent: selon moi
A
Volgens mij
B
Alleen mar
C
De leerling
D
De keer
Slide 5 - Quiz
Wat betekent: eten
A
Manger
B
Penser
C
Rester
D
Boire
Slide 6 - Quiz
Wat betekent: wie
A
Seulement
B
Comme
C
La chose
D
Qui
Slide 7 - Quiz
Wat betekent: sporten
A
Sporter
B
Faire de la sport
C
Faire du sport
D
Faire des sports
Slide 8 - Quiz
Corriger les exercices 5 jusqu'à 7
Livre d'exercices: page 51
Slide 9 - Diapositive
Bron B - lire
Faites les exercices 8 jusqu'à 11. Exercice 9 est pour vwo (havo mag natuurlijk proberen hem te maken!). Ik wil 10 minuten en silence werken! Oortjes zijn daarbij toegestaan. Doe je daarentegen iets anders op je telefoon? Dan is ie van mij.
Ik loop rond om te helpen. Klaar? Leer de vocabulaire B. Ik overhoor die lijst donderdag.