Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
[4V] De wetenschappelijke revolutie
Memo H7.3
Slide 1 - Diapositive
Doelen over de wetenschappelijke revoluties (=WR)
Je kunt:
drie kenmerken van de WR aangeven (experimenteren, observeren en redeneren);
uitleggen hoe rationalisme en empirisme bijdragen aan de WR.
het verschil tussen de renaissance en de WR aangeven;
uitleggen of Niels Stensen een goed voorbeeld is van de WR;
uitleggen waardoor de WR juist in de Republiek ontstond;
aangeven hoer na de WR over God werd gedacht;
toelichten waarom Galileo Galilei door de kerk werd vervolgd.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Wat bedoelde Descartes met 'Ik denk dus ik ben?' Kies het beste antwoord.
A
Pas als je alle bestaande kennis in twijfel trekt, kun je nieuwe kennis ontdekken.
B
Ik kan nadenken, dus ik moet wel echt zijn.
C
Alleen met je verstand kun je nieuwe kennis ontdekken.
D
A, B en C zijn goed.
Slide 4 - Quiz
Waarom kunnen we Descartes zien als het begin van de WR?
A
Decartes was de eerste het lichaam als een machine beschouwde.
B
Decartes vond dat bestaande kennis niet per definitie ware kennis is.
C
Decartes bedacht een nieuwe wetenschappelijke traditie.
D
A, B en C zijn goed.
Slide 5 - Quiz
Opdracht: lees de casus (blz. 190) en beantwoord vraag 1 OF 2 (kiezen dus).
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Vidéo
Wat is een kenmerk van de nieuwe wetenschap? Kies het beste antwoord.
A
Boeken waren niet belangrijk meer.
B
Studenten moesten meer doen dan alleen boeken lezen.
C
In boeken stond alle kennis die iemand nodig had.
D
Studenten moesten zelf kijken en ontdekken.
Slide 8 - Quiz
Opdracht: hoe zie je experimenteren, observeren en redeneren terug in dit schilderij?
Rembrandt van Rijn, De anatomische les van dr. Nicolaes Tulp (1632)
Slide 9 - Diapositive
Opdracht: hoe zie je experimenteren, observeren en redeneren terug in dit schilderij?
Slide 10 - Question ouverte
0
Slide 11 - Vidéo
Opdracht: lees 'Oorzaken' (blz. 193) en schrijf drie oorzaken op voor het ontstaan van de wetenschappelijke revolutie. Klaar? Waardoor ontstond de WR juist in de Republiek?
Slide 12 - Question ouverte
Past deze afbeelding bij de wetenschappelijke revolutie?
Slide 13 - Diapositive
Leg uit of de afbeelding past bij de wetenschappelijke revolutie.
Slide 14 - Question ouverte
Galileo Galilei
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Opdracht: leg uit met een voorbeeld hoe Galilei's wetenschappelijke methode verschilde van Aristoteles.
Slide 17 - Question ouverte
Opdracht: leg uit wat het verschil is tussen de renaissance en de WR. Lees 'Terug naar de oude Grieken en Romeinen' (blz. 135)
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Vidéo
Opdracht
Lees de introductie bij Historisch denken over Galileo Galilei en bron 6 en 7 (blz. 1994-195). Maak vervolgens opdracht 11 (met bron 6 en 7!
Slide 20 - Diapositive
Doelen over de wetenschappelijke revoluties (=WR)
Je kunt:
drie kenmerken van de WR aangeven;
uitleggen hoe rationalisme en empirisme bijdragen aan de WR.
het verschil tussen de renaissance en de WR aangeven;
uitleggen of Niels Stensen een goed voorbeeld is van de WR;
uitleggen waardoor de WR juist in de Republiek ontstond;
aangeven hoer na de WR over God werd gedacht;
toelichten waarom Galileo Galilei door de kerk werd vervolgd.