gram zd: lv en mv

Nederlands
Grammatica 


LV & MV
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Grammatica 


LV & MV

Slide 1 - Diapositive

terugblik

....je heb geoefend met het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp.

Slide 2 - Diapositive

Wat is het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp in de volgende zin.

1. In de tv-gids van volgende week zal een artikel over de nieuwe televisieserie verschijnen.

A
wwg:zal verschijnen ond:een artikel over de nieuwe televisieserie
B
wwg:zal verschijnen ond:In de tv-gids van volgende week
C
wwg:zal ond:een artikel over de nieuwe televisieserie
D
wwg:zal ond:In de tv-gids van volgende

Slide 3 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp in de volgende zin.

2. Die bekende filmster uit de James Bond-films herken jij nooit!

A
wwg:herken nooit ond:Die bekende filmster uit de James Bond-films
B
wwg:herken ond:jij
C
wwg:herken ond:Die bekende filmster uit de James Bond-films
D
wwg:herken nooit ond: jij

Slide 4 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp in de volgende zin.

3. Mijn zusje van zes zegt de uitzendingen van dat dansprogramma geweldig te vinden.

A
wwg:zegt vinden ond:de uitzendingen van dat dansprogramma
B
wwg:zegt te vinden ond:de uitzendingen van dat dansprogramma
C
wwg:zegt te vinden ond:Mijn zusje van zes
D
wwg: zegt vinden ond:Mijn zusje van zes

Slide 5 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp in de volgende zin.

4. Vult Sven de bon voor een dagje Efteling zo meteen in?

A
wwg:Vult in ond:de bon
B
wwg:vult ond: de bon
C
wwg:Vult ond:Sven
D
wwg:Vult in ond:Sven

Slide 6 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp in de volgende zin.

5. Voor haar verjaardag zal Joli alle afleveringen van haar lievelingsserie krijgen.

A
wwg:zal ond:Joli
B
wwg:zal krijgen ond:Joli
C
wwg:zal krijgen ond:Voor haar verjaardag
D
wwg:zal ond:Voor haar verjaardag

Slide 7 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp in de volgende zin.

6. Elke week zendt mijn favoriete zender Discovery geweldig mooie natuurprogramma's uit.
A
wwg:zendt uit ond:mijn favoriete zender Discovery
B
wwg:zendt ond:mijn favoriete zender Discovery
C
wwg:zendt ond:Elke week
D
wwg:zendt uit ond:Elke week

Slide 8 - Quiz

vooruitblik
...je gaat oefenen met het lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.

Slide 9 - Diapositive

Lijdend voorwerp
Hoe vind je het lijdend voorwerp (lv)
Wie/wat + wwg + ond
bv.  Wim zag het journaal.
lv= het journaal

Slide 10 - Diapositive

0

Slide 11 - Vidéo

Meewerkend voorwerp
Hoe vind je het meewerkend voorwerp (mw)
Aan wie / voor wie + gez + ond + (lv)
bv. Johan gaf (aan) zijn vriendin een nieuw horloge.
mwv= zijn vriendin

Slide 12 - Diapositive

Verdeel de volgende zin in zinsdelen.
Schrijf het onderwerp en het lijdend voorwerp op.

1. Volgens de muziekleraar heeft een van mijn klasgenoten een mooi muziekstuk gecomponeerd.

Slide 13 - Question ouverte

Verdeel de volgende zin in zinsdelen.
Schrijf het onderwerp en het lijdend voorwerp op.

2. De broers van de bruid versierden met heel veel plezier
het pad naast het huis.

Slide 14 - Question ouverte

Verdeel de volgende zin in zinsdelen.
Schrijf het onderwerp en het lijdend voorwerp op.

3. In de zomervakantie heeft de oma van Joyce allerlei kleurige kleden geweven.

Slide 15 - Question ouverte

Verdeel de volgende zin in zinsdelen.
Schrijf het onderwerp en het lijdend voorwerp op.

4. Welk voetbalteam heeft in deze wedstrijd de meeste gele kaarten gekregen?

Slide 16 - Question ouverte

Verdeel de volgende zin in zinsdelen.
Schrijf het onderwerp en het lijdend voorwerp op.

5. Miljoenen kijkers hebben de eerste aflevering van de nieuwe detectiveserie bekeken.

Slide 17 - Question ouverte

Verdeel de volgende zin in zinsdelen.
Schrijf het onderwerp en het lijdend voorwerp op.

6. Rekenen jullie deze som op de goede manier uit?

Slide 18 - Question ouverte

Zit er in de volgende zin een lijdend voorwerp?

Van mijn ouders moet ik altijd ook de laatste restjes opeten.
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Zit er in de volgende zin een lijdend voorwerp?

In New York viel een glazenwasser tijdens het werk met bakje en al zeshonderd meter naar beneden.
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Zit er in de volgende zin een lijdend voorwerp?

De hardloopster wil haar record tijdens de Europese kampioenschappen zeker
verbeteren.
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Zit er in de volgende zin een lijdend voorwerp?

Het linkerbeen van Noury is bij een val tijdens het mountainbiken op twee plaatsen
gebroken.
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Zit er in de volgende zin een lijdend voorwerp?

Om kwart voor acht vanmorgen moesten de treinreizigers een uur op de trein uit
Groningen wachten.
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Zit er in de volgende zin een lijdend voorwerp?

De automonteur vergat het lampje van de rechterkoplamp te vervangen.
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Hoe vind je het meewerkend voorwerp in een zin?

Slide 25 - Question ouverte

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?

Zij heeft hem het nieuwtje al verteld.

Slide 26 - Question ouverte

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?

Ik schenk mijn vriendin een armbandje.


Slide 27 - Question ouverte

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?

Wie heeft de atlas aan haar geleend?


Slide 28 - Question ouverte

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?

Ik geef juf een dikke zoen

Slide 29 - Question ouverte

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?

Wil je mij de vraag voorlezen?


Slide 30 - Question ouverte

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?

Mijn broer mailde Eefje een leuke foto.

Slide 31 - Question ouverte

Hoe gingen de oefeningen? Begrijp je de stof?

Slide 32 - Question ouverte