Spelling - Afkortingen

Spelling
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Spelling

Slide 1 - Diapositive

Spelling
Blz. 233

Slide 2 - Diapositive

Onderdelen
Introductie
1. Meervoud
2. Hoofdletters
3. Leestekens
4. Samenstellingen
5. Trema en koppelteken
6. Afkortingen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Afkortingen

Voor afkortingen zijn ook spellingregels.

Er zijn drie standaard regels.

Slide 5 - Diapositive

Afkortingen

  1. Afkortingen van bedrijven, organisaties en landen: HOOFDLETTERS

IKEA, CDA, RTL, NL

Slide 6 - Diapositive

Afkortingen

2. Afkortingen waarvan je de woorden altijd voluit uitspreekt: PUNTEN ertussen

s.v.p. - o.a. - z.o.z.

Slide 7 - Diapositive

Afkortingen

3. Andere afkortingen: 
KLEINE letters en ZONDER PUNTEN

havo, pin, bh

Slide 8 - Diapositive

Afkortingen in samenstelling

Soms zit er een afkorting in een samenstelling. Wat zijn dan de regels?

Slide 9 - Diapositive

Afkortingen in samenstelling

1. Als je de afkorting letter voor letter uitspreekt:
KOPPELTEKEN
2. Als je de afkorting uitspreekt als 1 woord:
AAN ELKAAR

Slide 10 - Diapositive

Afkortingen in samenstelling

havoleerling, maar vmbo-leerling

BMW-dealer, pincode

Slide 11 - Diapositive

Afkortingen in samenstelling
LET OP:
Als het voor de uitspraak noodzakelijk is 
of 
bij een afkorting met meer hoofdletters:
KOPPELTEKEN


Slide 12 - Diapositive

Aan de slag!                         Blz. 233
Maak opdracht 1 t/m 4.



Lezen/ woorddictees maken (H1 t/m5).


Slide 13 - Diapositive